Renaat Landuyt (sp.a) wil zichzelf opvolgen als burgemeester van Brugge: “Anders is mijn politiek verhaal voorbij”

Vijf Vlaamse provincies, vijf hoofdsteden, vijf burgemeesters: naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober brengen wij die in kaart. We praten met de burgemeester en tonen de uitdagers. Vandaag: Brugge en Renaat Landuyt (sp.a). De uitdagers krijgen één vraag voorgeschoteld: waarom zou u de beste burgemeester zijn?

Zes jaar geleden was het een nek-aan-nekrace tussen Renaat Landuyt (sp.a) en Dirk De fauw (CD&V). Hun partijen zouden samen besturen, wie de meeste stemmen haalde, zou de burgemeester leveren. Het verschil was amper 163 stemmen. “Die verkiezingsdag was één grote thriller”, vertelt Landuyt. We hebben afspraak in de tuin van het stadhuis, aan één van de kanaaltjes van de reien. Vogels fluiten, het Belfort luidt af en toe de klok, maar voorts vooral stilte. Idyllischer kan niet. Of hij verrast was toen? “Neen. Mijn berekeningen kwamen uit. Maar ik was wellicht de enige die niet verrast was.” Hij zegt het fijntjes. Hij hoopt dat het straks opnieuw zo zal zijn. De voorbije legislatuur verliep af en toe turbulent, geeft hij toe. “De fauw heeft dat verlies nooit echt kunnen verteren. Dat is blijven hangen. Dat is mijn grote ontgoocheling: de samenhang van het college had sterker gemoeten.”

Hoeveel punten geeft u uzelf op tien?

Dat vind ik moeilijk. Ik ben niet goed in stoefen. Ik had meer willen doen, bijvoorbeeld op ruimtelijke ordening en economie. Maar ik heb wél mijn verkiezingsbeloften waargemaakt. We hebben meer geïnvesteerd dan de drie vorige legislaturen samen. De tekening van de binnenstad is terug de middeleeuwse structuur. De toegangswegen tot de stad zijn beter. De Triënnale voor Hedendaagse Kunst en Architectuur is terug. Algemeen zeg ik dat Brugge opener geworden is.

Wat is uw voornaamste verwezenlijking?

(denkt na) De globale bocht van de stad: de toekomst omarmen, en toch het verleden koesteren. De heraanleg van ’t Zand is hét symbool daarvan. Ik ben fier op het resultaat: het publieke terrein is terug aan de mensen. Dat is steeds mijn achterliggende visie.

U krijgt vaak de kritiek dat u meer professor dan burgervader bent. Klopt dat?

(blaast) Ik zou dat aan u moeten vragen. (zwijgt even) Ik zie daar vooral framing in. Ik word aangevallen op mijn persoonlijkheid. Ik zou te saai zijn, te weinig blijven plakken op recepties. Dat laatste klopt trouwens. Ik doe dat nooit. Maar ik zal mezelf niet veranderen, laat dat duidelijk zijn. Velen willen van mij af, maar velen steunen mij ook. Ik weet waar ik naartoe wil. Ik durf te beweren dat ik de enige lijsttrekker ben in Brugge met een coherente visie. Dat ze kritiek geven op wie ik ben, betekent ook dat ze geen kritiek kunnen geven op wat ik doe.

Op uw mobiliteits- en parkeerbeleid is wél veel kritiek gekomen.

Ik wist dat op voorhand. Doe je niets, zoals mijn voorganger, dan maak je niemand kwaad. Maar Brugge had een inhaalbeweging te maken. Mijn filosofie was: elke Bruggeling moet zijn auto kunnen parkeren. Dat was onmogelijk geworden door de vele toeristen. Daarom hebben we betalend parkeren ingevoerd. Toeristen kunnen parkeren in de rand en de ondergrondse parkings.

“Ik zou te saai zijn, te weinig blijven plakken op recepties.
Dat laatste klopt.”

Voor wie enkel werkt in Brugge, bent u een dure burgemeester.

Het tarief is het laagste van alle grote steden. Ga dat maar na. Maar een laag tarief is duurder dan gratis, dat klopt. Sommige werkgevers springen bij, anderen niet. Maar mijn voornaamste focus is de leefbaarheid voor de inwoners. Had ik niets gedaan, dan was ik geen waardige burgemeester. Schrijf trouwens maar op: geen enkele partij zal dat plan terugschroeven.

Veel steden in Europa kreunen onder de toeristen. Hoe is dat in Brugge?

We zien jaarlijks zes miljoen toeristen, maar we kreunen niet. Dat is dankzij het strenge beleid. De openbare ruimte mag geen exploitatieruimte worden. Je zal hier geen feestjes zien op straat zoals in Amsterdam of Barcelona. We voeren ook een streng terrassenbeleid. Alleen zo kan een stad leefbaar blijven, vind ik.

Wat is dé uitdaging voor de komende legislatuur?

Van Brugge terug dé stad aan zee maken: dat is mijn obsessie. Het cruisegebouw in Zeebrugge was een eerste stap. De haven en de historische stad verder met elkaar verbinden, wordt de grote uitdaging. Dat zou de uitstraling nóg groter maken.

Bent u voorstander van een fusie met de haven van Antwerpen?

Ik ben voor een nauwe samenwerking. Wie spreekt over fusie, wekt een schrikbeeld op. Maar het zou stom zijn om elkaar te beconcurreren als we samen de wereld kunnen veroveren.

“Van Brugge terug dé stad aan zee maken: dat is mijn obsessie.”

En de nieuwe voetbaltempel voor Club Brugge langs de Blankenbergse Steenweg, wanneer staat die er?

De bouw zou binnen twee jaar moeten beginnen. Op politiek niveau zijn alle knopen doorgehakt. De stad stelt de gronden ter beschikking. Nu moeten we nog enkele procedures uitzweten (o.a. het beroep van Paul Gheysens van bouwgroep Ghelamco, red). Ik vind dat zeer spijtig, maar ik kan daar weinig aan doen.

Gelooft u in een tweede legislatuur? De peilingen zijn niet gunstig.

(fijntjes) De dag vóór en de dag na de verkiezingen lees ik altijd dat ik niet populair ben. Ik heb een goed gevoel, net zoals zes jaar geleden. Ik wil wel minstens één stem meer. Je hebt waardering nodig om dit harde werk vol te houden. Maar ik klamp mij dus niet vast aan deze functie. Mijn levensgeluk staat of valt niet met politiek. Dat is een verschil met andere lijsttrekkers. Als het hier niet lukt, is mijn politiek verhaal voorbij. Ik ga niet terug naar het parlement.

Welke coalitie wil u volgende legislatuur?

(ontwijkend) In de lokale politiek zijn personen belangrijker dan partijen. Het moet persoonlijk klikken met de coalitiepartner.

Kan u samenwerken met Pol Van Den Driessche (N-VA)?

Ik denk dat wel. Ik sluit niemand uit, behalve Vlaams Belang.

Om af te sluiten: op wat bent u jaloers van de andere provinciehoofdsteden?

Op de open en gemoedelijke sfeer van Gent. Dat zou ik graag in Brugge zien. De Triënnale heeft een gunstig effect, merk ik wel. Dat doet nadenken en debatteren over de stad. Ik ben wel bang dat als ik weggestemd word, ook Brugge weer in zichzelf zal keren.

De uitdagers van Renaat Landuyt

Dirk De fauw (CD&V):

“Ik heb mijn hele leven in Brugge gewoond en ook steeds aan politiek gedaan vanuit Brugge. Ik ben een man van het volk, sta open voor gesprek en vlucht niet voor kritiek. Ik weet dus zeer goed wat onze inwoners wensen. Ik zou ook als burgervader tussen de mensen staan en liever iets doen, dan iets te beloven. Als politicus heb ik ook ruime ervaring en politieke relaties op Vlaams en federaal niveau. Ik wil enkele grote projecten realiseren: het Congrescentrum, het nieuwe stadion voor Club Brugge, de sportsite van Jan Breydel met een stadion op maat voor Cercle. Mijn droom is de ondertunneling van onze ring, met nieuwe pleinen aan de stadspoorten en zo ook meer aandacht voor onze deelgemeenten. Tegelijk wil ik de Bruggelingen dichter bij het beleid betrekken, op een actieve manier met hen in contact komen en oor en oog hebben voor hun kleine en grote noden.”

Mercedes Van Volcem (Open Vld PLUS):

“De inzet van de verkiezingen is duidelijk: de huidige stilstand of duurzame vooruitgang. Met passie voor de job, met ervaring en daadkracht wil ik positief bijdragen. Brugge heeft het potentieel om tot de aangenaamste steden van Europa te behoren. Met een ambitieuze burgemeester kunnen we dat waarmaken. Helaas werd onze stad de laatste jaren slecht bestuurd. De stadsmonitor toonde aan dat het vertrouwen in het stadsbestuur van sp.a en CD&V daalde tot een povere 27 procent. Open Vld PLUS wil de nieuwe motor voor Brugge zijn. We willen dat elke Bruggeling erop vooruit gaat. We zetten in op kwalitatieve groei én op leefbaarheid. Vooruitgang is voor ons een allesomvattend begrip. Het betekent gezond zijn in een mooie omgeving met propere lucht, waar het leuk opgroeien is, waar jongeren willen blijven wonen na hun studies, waar initiatiefzin wordt gesteund én waar de burgemeester mensen verenigt.”

Pol Van Den Driessche (N-VA):

“Brugge heeft álles. Ik leer dat uit de vele internationale ontmoetingen die ik heb. Een rijk cultuurhistorisch erfgoed, de wereldhaven van Zeebrugge, de hogescholen en universiteiten, twee topvoetbalploegen, strand en natuur, bruisende handelszaken. We zijn ook de lekkerste stad van Vlaanderen. Alléén: we ‘verkopen’ dat te weinig. De citymarketing moet al onze sterktes uitspelen. Dat is broodnodig om onze welvaart veilig te stellen. Mocht ik burgemeester worden, dan zou ik veel meer investeren in de internationale uitstraling van Brugge. Het is hoog tijd om met groot respect voor onze eigenheid de sprong naar een hippe, 21e-eeuwse stad te maken. Dat je niet overal gratis wifi hebt, illustreert welke reuzenstappen er nog nodig zijn om een heuse ‘smart city’ te worden. Wij kiezen ook voor een eerlijk en strak financieel beleid. Brugge kijkt over twee jaar aan tegen een schuldenberg van 300 miljoen euro. Dat is een slag in het gezicht van onze jongeren.”

Raf Reuse (Groen):

“Als je door de straten van Brugge loopt, merk je aan alles dat de inwoners snakken naar verandering. Minder verkeersdrukte en meer verkeersveiligheid, betaalbaar wonen en meer groen in de buurt. Heel veel Bruggelingen staan op om dit mee te realiseren. Samen met hen wil ik bouwen aan een menselijker, eerlijker en gezonder Brugge. Ik ben een jonge politicus. Ik hoor bij leeftijdsgenoten dat ze schrik hebben dat ze later geen betaalbare woning zullen vinden. Dat laten we niet gebeuren. Brugge is ook een bruisende ondernemersstad. De lokale economie versterken, is ook een speerpunt. Groen wil de stad opnieuw in beweging krijgen, in de letterlijke zin van het woord. Met een fantastische ploeg en een ambitieus programma gaan we honderd procent voor meer ruimte en veiligheid voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer. Samen met meer groen in de buurt en het beschermen van de kostbare open ruimte en de natuurgebieden, geven we Brugge opnieuw ademruimte.”

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang):

“Het algemeen belang van de Bruggeling is voor mij prioritair, niet het postje van burgemeester. Uiteraard wil ik verantwoordelijkheid opnemen en als burgemeester ten dienste van de bevolking staan. De rode draad doorheen mijn beleid zou zijn: onze stad, onze toekomst, onze mensen. Ik erken dat Brugge nog niet in dezelfde mate geconfronteerd wordt met maatschappelijke problemen zoals in andere steden, maar we moeten waakzaam blijven. De voorbije jaren zijn er helaas wel wat knipperlichten afgegaan. Maar ik wil positief blijven. Brugge beschikt over heel wat troeven: toerisme, geschiedenis, erfgoed, gastronomie, een sterke industrie, een haven en zelfs twee voetbalkampioenen. Als burgemeester wil ik dit allemaal koesteren en ervoor zorgen dat Brugge ook in de toekomst een leuke en aangename stad blijft om in te wonen en te werken. Ons Brugge moet ons Brugge blijven. Als burgemeester zou ik daar voluit voor gaan.”

(foto’s belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier