Consortium 12-12 vraagt steun om 20 miljoen stervende mensen te helpen: “We moeten nú handelen”

Vorige week lanceerde het Consortium 12-12 een actie voor de slachtoffers van de hongersnood in Zuid-Soedan, Jemen, Somalië en Nigeria. Twintig miljoen mensen, onder wie anderhalf miljoen kinderen, lijden aan ernstige ondervoeding en zijn in gevaar. Volgens de Verenigde Naties is dit de zwaarste humanitaire ramp sinds 1945. Toch blijkt het niet eenvoudig mensen te engageren.

img_6476
(foto frank dejongh)

“In de jaren tachtig waren er ook zware voedselcrisissen, denk aan Live Aid, maar het aantal mensen dat dreigt te sterven, was nooit zo groot als nu”, weet Philippe Henon, woordvoerder van 12-12. Dat Consortium verenigt zes organisaties die ter plekke hulp verlenen: Caritas International, Handicap International, Dokters van de Wereld, UNICEF België, Plan België en Oxfam Solidariteit. “In bepaalde regio’s van Zuid-Soedan bijvoorbeeld sterven gemiddeld achttien mensen per dag van de honger. Ik ben er geweest. De situatie is echt schrijnend. Als we nu niet handelen, gaan twintig miljoen mensen sterven. En dreigt de hongersnood zich te verspreiden naar andere landen.”

Wat ligt er aan de basis van de hongersnood in die vier landen?

Dat zijn drie factoren samen. Ten eerste de extreme armoede. Ten tweede de klimatologische problemen waarmee die landen geconfronteerd worden. Lange perioden van droogte worden afgewisseld door lange perioden van regenval. Door de droogte kan de grond geen vocht meer opnemen waarna overstromingen volgen. Landbouw wordt onmogelijk. En ten derde lijden zij onder interne conflicten. Nigeria worstelt met terreurorganisatie Boko Haram. Regelmatig worden er volledige dorpen platgebrand. Dat heeft grote vluchtelingenstromen tot gevolg. Zuid-Soedan, onafhankelijk sinds 2011, heeft nooit vrede gekend. De oorlog met buurland Soedan draait rond olie. Een groot deel van de bevolking leeft in vluchtelingenkampen. Militairen hebben hun huizen ingenomen. Ook in Jemen is er een conflict dat al jaren aansleept. Somalië ten slotte kent grote politieke instabiliteit. Dat is een failed state in de echte betekenis van het woord.

Geraken jullie makkelijk binnen in die gebieden?

We hebben overal toegang, maar die is soms beperkt. In Zuid-Soedan bijvoorbeeld gelden strikte regels. Snel handelen, voedsel en geneesmiddelen verdelen, soms droppen vanuit de lucht, en weer vertrekken. Somalië is één van de weinige landen waar humanitaire organisaties zelfs een militaire escorte nodig hebben voor een vaccinatiecampagne. Dat vraagt dus ook onderhandelingen met overheden en rebellen. Vandaar dat wij op onze onafhankelijkheid staan. Wij moeten met iedereen kunnen spreken, anders kunnen we de mensen niet helpen.

“Dit gaat over kinderen die honger lijden en morgen sterven als wij niet helpen.”

Wat doen jullie concreet met het geld dat opgehaald wordt?

Dat geld wordt verdeeld over de zes leden. Die storten dat door naar hun partnerorganisaties in die landen. En dus niet naar de overheden, laat dat duidelijk zijn. Op korte termijn wordt de honger aangepakt. Kinderen die extreem ondervoed zijn, wat het geval is als hun bovenarmomtrek kleiner is dan elf centimeter, krijgen zakjes plumpy nut, pindapasta. Dat bevat een hoge caloriewaarde. Dat moeten ze opzuigen. Drie zakjes per dag, twintig dagen lang. En dat werkt. Zo’n zakje kost ons zowat een halve euro. Daarnaast verdelen we onder meer rijst, olie en aquatabs. Dat zijn tabletten die water zuiveren. In een volgende fase doen we aan gezondheidszorg en leren we de bevolking andere teelten aan.

Bereiken jullie alle kinderen?

Neen. Duizenden kinderen geraken nooit in onze gezondheidsposten, ofwel door onwetendheid van ouders, ofwel door de lange afstand. Dat is een grote uitdaging voor ons: wél alle kinderen bereiken. Dat proberen we door meer te sensibiliseren via scholen en door ook effectief van huis tot huis te gaan.

Laat me even cynisch zijn: wat doen die overheden daar, behalve oorlog voeren?

Dat is een terechte bedenking. Die overheden dragen een grote verantwoordelijkheid. Alle middelen die beschikbaar zijn, worden in de oorlogsmachine gestopt. Dat mogen we niet verzwijgen. Deze hongersnood is door de mens in de hand gewerkt. Dat maakt het ook moeilijk voor humanitaire organisaties. We krijgen steevast de vraag: komt dat geld wel goed terecht in oorlogsgebied? Dan zeggen wij ja. Dankzij de samenwerking in het Consortium kunnen wij de mensen zelfs garanderen dat 86 procent van de giften effectief gebruikt wordt voor hulp. Op onze website leggen we duidelijk uit hoe we aan dat cijfer komen.

Hoeveel geld wil 12-12 ophalen?

We hebben geen objectief voorop gezet. We weten echt niet waar we kunnen uitkomen. Nu hebben we zowat 500.000 euro opgehaald (donderdag, red.). Is dat veel? In vergelijking met de eerste weken na de tsunami in 2004 of de aardbeving in Haïti in 2010 is dat niet veel. In vergelijking met Nederland is dat zelfs echt weinig. Daar is op drie weken tijd tien miljoen euro opgehaald door een consortium van weliswaar elf organisaties. Maar we voelen wel dat er meer media-aandacht komt, zeker in Vlaanderen. Dat is van ongelooflijk groot belang.

“Nu hebben we zowat 500.000 euro opgehaald. In vergelijking met Nederland is dat echt weinig.”

Zijn wij slachtoffermoe, zoals Joël De Ceulaer in De Morgen schreef?

Ergens wel, ja. Je voelt dat het niet eenvoudig is om mensen te engageren. Je merkt aan de giften dat een natuurramp bijvoorbeeld, een tsunami of een aardbeving, beter ‘verkoopt’ dan hongersnood in vergeten landen. De emotionele afstand tot een conflictsituatie in Afrika is veel groter. Er treedt ook een gewenningseffect op: die hongersnood in Somalië, dat was in de jaren tachtig ook al zo. Wij doen keihard ons best om die perceptie te keren. Want de sense of urgency is groot. We moeten nú handelen. Dit gaat over kinderen die honger lijden en morgen sterven als wij niet helpen. En zelfs al kunnen we maar twee kinderen helpen, dan nog moet dit de moeite waard zijn.

Hebben de aanslagen iets veranderd in het giftgedrag van mensen?

Ja, toch wel. Globaal gezien heeft bijvoorbeeld UNICEF België vorig jaar niet slechter gedaan dan het jaar voordien, maar je ziet wel een verschuiving van de giften. Zo was er een televisiespot om mensen aan te zetten een goed doel in hun testament op te nemen. In die spot werden beelden getoond van de Tweede Wereldoorlog. Dat bleek te agressief. Het wordt ook moeilijker mensen te overtuigen iets te storten voor vluchtelingen. Vaak wordt de reflex gemaakt dat het allemaal terroristen zijn.

Doet de Belgische overheid genoeg?

Wat betreft aandacht voor deze crisis, mogen we niet klagen. De overheid steunt ook concrete projecten op het terrein. Dat zit goed. Anderzijds: je ziet wel dat de steun voor ontwikkelingssamenwerking jaar na jaar afneemt. We zitten veraf van het objectief van 0,7 procent van het bbp. Vaak blijft ontwikkelingssamenwerking de eerste post waarop bespaard wordt.

Giften zijn welkom op rekeningnummer BE19 0000 0000 1212. Die zijn fiscaal aftrekbaar vanaf 40 euro. Meer info: www.1212.be

 

Minister Alexander Decroo belooft hulp overheid: “Ik zal het bedrag verdubbelen”

(foto belga)
(foto belga)

De federale regering wil een stevige inspanning leveren voor de actie van 12-12. Minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open VLD) belooft een verdubbeling van het bedrag dat opgehaald wordt. “Elke Belg die één euro schenkt, zal er dus eigenlijk twee schenken. Ik hoop zo meer Belgen te overtuigen om 12-12 te steunen. Wat in die vier landen gebeurt, is echt ongezien. Dramatisch. Twintig miljoen mensen zijn in gevaar. Dit bedrag komt dan bovenop de veertig miljoen humanitaire hulp die we al in die regio investeren.”

Waar gaat die veertig miljoen naartoe?

Dat is typische noodhulp voor allerlei organisaties. Voor het ereldvoedselprogramma bijvoorbeeld. Of voor het vluchtelingenagentschap van de Verenigde Naties, UNHCR, dat infrastructuur opzet voor vluchtelingen. Enzovoort.

12-12 hoopt dat u ook politiek iets zal ondernemen, van staat tot staat.

Absoluut. Kijk: de hoofdoorzaak van de hongersnood is menselijk falen, het falen van een beleid, door dictaturen, door interne conflicten. Wat kan ons land doen? Alleen niet zo veel, maar wél in een Europese context. Wij hebben wel degelijk een stem aan die Europese tafel. Je kan bijvoorbeeld pleiten voor een wapenembargo naar Zuid-Soedan. Dat lag al eens op tafel, maar is er toen niet gekomen. Je kan bijvoorbeeld Europese rekeningen van het regime blokkeren. Dat zijn geen onmogelijke stappen. En ik wil daarin een voortrekker spelen. Dat beloof ik.

 

(grote foto eyevine)

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier