Pierre Kompany over zijn politieke avontuur, het leven en zijn kinderen: “Vincent moet FIFA-baas worden, geen politicus”

Pierre Kompany is de eerste zwarte burgemeester van ons land. Binnenkort zwaait hij af. Dat verdient een diepgaand gesprek, zo vinden wij. Over politiek, maar vooral over het leven. Over Congo, zijn roots, over Mobutu, die hem gevangen nam, over voetbal en racisme. Dat hij vanavond niet te zien zal zijn op de topper in Brugge, zegt hij. Hoe zijn zoon daar voor bruine aap uitgescholden werd, doet te veel pijn.

Ganshoren, één van de negentien Brusselse gemeenten, gelegen aan de imposante basiliek van Koekelberg. Het is hier dat drie jaar geleden geschiedenis werd geschreven. Pierre Kompany werd de eerste zwarte burgemeester van België. We hebben afspraak in het gemeentehuis. De erudiete ingenieur-politicus is een kwartier te vroeg (!) op de afspraak. Weinig doet vermoeden dat de man in september 75 wordt. Gezwinde tred, hip hemdje, witte sneakers, guitige glimlach. De korte grijze haren misschien? Maar dan nog. Zijn karakterkop verraadt wel een bewogen leven. Hij kreeg niet voor niets een eredoctoraat van de VUB, een erkenning voor uitzonderlijke prestaties.

Dat het goed met hem gaat, zegt hij. “Het is fantastisch om 75 te mógen worden. Echt waar. Ik ben niet bang voor wat komt. Ik hoef me niet meer op te jagen. De moeder van mijn kinderen is vijftien jaar geleden gestorven aan kanker. Wat zou ik klagen?”

Laten we beginnen met de belangrijkste bijzaak van het leven: voetbal. Vandaag is de laatste speeldag. Het Anderlecht van uw zoon Vincent speelt op het veld van Club Brugge. De derde plek ligt al vast. Bent u tevreden?

“Ja. Vincent heeft fantastisch werk geleverd. Zijn opdracht was moeilijk. Hij moest werken met veel huurlingen, veel jonge spelers en weinig geld. In dat opzicht is de derde plek het hoogst haalbare. Dus ja, ik ben tevreden. Ik ben fier op wat hij doet.”

Zou de coach zelf tevreden zijn?

“Hij zou tevreden moeten zijn, maar ik vrees ervoor. ( lacht ) Vincent heeft op het allerhoogste niveau gespeeld. Hij wil altijd beter doen.”

Was u een begenadigd voetballer?

“Ik was niet slecht hoor. Ik heb voor TP Mazembe gespeeld, één van de meest befaamde ploegen van Afrika. Ik was aanvaller. Maar toen mijn beste jaren eraan kwamen, ben ik naar België moeten vluchten. Ik was toen 28. Ik heb hier nog even getraind met het Racing Mechelen van de grote Heinz Schönberger, maar ik mocht geen wedstrijden spelen omdat ik geen papieren had.”

Gaat u kijken naar de wedstrijd in Brugge?

“Neen. Dat is een principiële beslissing. Ik wil het niet, na wat er daar in december gebeurd is. ( Vincent werd voor bruine aap uitgescholden door enkele fans, red ). Je weet nooit wie je tegenkomt, of wat de mensen naar je roepen. Ik wil het risico niet lopen. Ik was echt in shock, en ik kan je verzekeren dat dat niet vaak voorkomt. Ik heb al wat meegemaakt in mijn leven. ( even stil ) Ik begrijp niet wat Vincent die mensen misdaan heeft? Dit valt op geen enkele manier goed te praten.”

Vreest u zondag een herhaling?

“Ik hoop van niet. ( benadrukt ) Ik hoop écht van niet. Ik zie dat er QR-codes geïnstalleerd zijn in het stadion, zodat racisme gemeld kan worden, maar zal dat helpen? Ik weet het niet. Ze zijn wel al kampioen, misschien dat dat helpt?”

Kan racisme gebannen worden, denkt u?

“Já, maar dan moet je harder straffen. Wie racistische dingen roept, moet zijn abonnement meteen voor drie of vijf jaar verliezen. Dat zou tenminste pijn doen. Dat is wat Engeland doet. Vroeger waren daar ook veel problemen, vandaag niet meer.”

Voor wat er toen geroepen werd in Brugge, wordt er niemand vervolgd. Was dat een tweede klap in het gezicht?

“Ja, maar ik oordeel niet graag over een rechterlijke uitspraak. Dat is niet aan mij om te doen.”

Wat was uw kinderdroom?

“( plots stralend ) Professor worden. Of rector zelfs. Ik hield van de universiteit. Dat was mijn prioriteit, meer dan voetbal en politiek. Ik was very clever , mag ik wel zeggen. Maar ook mijn studies werden onderbroken door de situatie in Congo.”

Waarom bent u naar België gevlucht?

“Omdat het daar te gevaarlijk was geworden. Als je eenmaal meeloopt in een manifestatie, dan kennen ze je naam. België is mijn tweede land. Ik ben geboren toen Congo nog een kolonie was. Ik was dus Congolees én Belg. Mijn broer woonde bovendien in België. Daarom ben ik naar hier gevlucht.”

(foto Pieter Clicteur)

 

U zat voordien meer dan een jaar vast, omdat u protesteerde tegen het beleid van Mobutu.

“( pikt in ) Dertien maanden en vijftien dagen: ik zal het nooit vergeten. Mobutu had de universiteit van Kinshasa gesloten. Dat konden we niet laten gebeuren. Daarom kwamen we de straat op. Maar wat was zijn reactie? Hij begon te schieten op ons. Ik zat vast in een militair kamp en mocht niemand zien, zelfs mijn ouders niet.”

Heeft die periode uw persoonlijkheid veranderd?

“Ja. Dat geldt voor al mijn vrienden daar. Je leert doorzetten. Ik zei voortdurend tegen mezelf: ‘Dit is niet het einde. Misschien morgen, misschien volgend jaar, maar ooit kom ik vrij. Mijn leven is niet voorbij.’ Mobutu heeft me mijn droom gekost: ik wou niet gevangen zitten, ik wou studeren. ( even stil ) Maar goed: ik ben daar niet om blijven treuren. Dat is die man niet waard. Ik ben voort gegaan met mijn leven. Er zijn mensen die het slechter hebben. Er zijn mensen die ziek worden en sterven.”

Het is door mensen zoals koning Filip dat ik vertrouwen heb in de toekomst. Hij toont respect voor de Congolezen. Dat was ooit anders

Dinsdag was het exact 25 jaar geleden dat Mobutu van de macht verdreven werd. Doet Congo het vandaag beter?

“Dat is geen eerlijke vraag. Je kan die twee periodes niet vergelijken. Er is een proces aan de gang. Er zijn dingen die goed gaan en dingen die fout gaan. Het Congolese volk probeert vooruitgang te boeken, maar het is niet eenvoudig. En waarom? Omdat er zoveel rijkdommen onder de grond zitten. Wie loopt daarmee weg? De andere landen en de multinationals. Het is niet eenvoudig om dat te veranderen. Maar ik heb vertrouwen in de toekomst. Er is een nieuwe generatie op komst die het beter zal aanpakken.”

In juni gaat koning Filip op staatsbezoek naar Congo. Is dat belangrijk?

“( enthousiast ) Ja, dat is zelfs fantastisch. Congo en België moeten nauw verbonden blijven. Congo heeft België veel te bieden. We zouden de beste handelspartners kunnen worden. Dat zou de twee landen ten goede komen.”

Twee jaar geleden schreef de koning een opmerkelijke brief aan president Tshisekedi waarin hij zijn diepste spijt betuigde voor de koloniale wandaden. Wat moet hij straks doen of zeggen?

“Dat is niet aan mij om te bepalen. Ik heb te veel respect voor onze koning. Het feit hij naar Congo gaat, is opnieuw een belangrijk signaal. De koning is trouwens iemand die ik tot de nieuwe generatie reken. Het is door mensen zoals hij dat ik vertrouwen heb in de toekomst. Het was ondenkbaar dat zijn voorgangers spijt zouden betuigen.”

Vindt u dat er herstelbetalingen moeten komen? Dat is voorwerp van debat in het federaal parlement.

“Dat is een moeilijke vraag. België is Monaco niet: ook onze schatkist staat in het rood. Anderzijds: als er miljarden nodig zijn om een oorlog te financieren, dan blijkt dat geen probleem. Er zijn nog veel vragen. Wie moet er betalen? Wat moet er betaald worden? Hoeveel moet er betaald worden? Ik kan daar nu geen ja of neen op antwoorden. Laat de specialisten daar maar over oordelen.”

Zou dat belangrijk zijn voor het Congolese volk?

“Dat denk ik niet. Wat de koning doet, dát is belangrijk. Hij toont respect voor de Congolezen. Hij gedraagt zich als een gelijke. Dat was ooit anders. Daarom zeg ik dat Filip een goede man is.”

Waarom gaat u niet mee?

“( lacht ) Hij is koning en hij zal daar de president ontmoeten. Dat zijn andere kalibers. Zij hebben mij niet nodig, denk ik.”

U bent de Barack Obama van Ganshoren, hoor ik zeggen.

“( lacht ) Dat is een mooi compliment. Obama is een voorbeeld voor mij, net zoals Nelson Mandela. Hij was er voor de mensen. Hij was niet op zoek om iets te krijgen, hij wou iets geven. Dat maakt iemand zo mooi.”

Dit zijn uw laatste dagen als burgemeester. Waarom hebt u uw ontslag ingediend?

“Dat was zo afgesproken bij de coalitievorming. Maar of dit mijn laatste dagen zijn, weet ik niet. Ik wacht het officiële bericht af van de Brusselse regering. ( haalt schouders op ) Het leven gaat verder, ook voor mij. Ik blijf wel in het parlement zetelen.”

Waarom bent u enkele jaren geleden overgestapt van de PS naar Les Engagés (vroeger CDH)?

“Daar moet u niet veel achter zoeken. Dat was vooral lokaal: om de coalitievorming makkelijker te maken. Dat was niet ideologisch. Les Engagés en de PS leunen dicht tegen elkaar aan. De socialisten blijven mijn vrienden.”

Wat denkt u van de malaise van uw zusterpartij in Vlaanderen, CD&V?

“( blaast ) Dat hen een moeilijke periode wacht. Je moet enerzijds opboksen tegen Vlaams Belang en anderzijds tegen PVDA. Het wordt niet makkelijk om kiezers terug te winnen. Ik zou hen aanraden een christelijke partij te blijven, die weliswaar open staat voor andere religies. Vlaams Belang zegt wat de mensen graag horen. Je mag daar niet in meegaan. Je kan niet én christen zijn én tegen migratie zijn. Je moet wel meer de taal van het volk spreken. Dat is wat PVDA zo succesvol maakt.”

Kent u de toekomstige voorzitter, Sammy Mahdi?

“Neen, niet persoonlijk. Ik weet wel dat hij populair is.”

Dat verrast mij. Mahdi is naast staatssecretaris ook fan van Anderlecht.

“Ah, oké. Annelies Verlinden (CD&V), minister van Binnenlandse Zaken, is hier wel eens langsgekomen voor een goed gesprek. Meneer Mahdi zou ook eens moeten komen, maar hij zal het te druk hebben, zeker? Misschien dat mevrouw Verlinden hem een bezoek aan Ganshoren kan aanraden? ( lacht )”

Wat denkt u van het succes van Vlaams Belang?

“( haalt schouders op ) Weinig. Het is makkelijk om populaire dingen te zeggen. Helaas gaat Vlaams Belang daar wel heel ver in. Ze verdeelt onze samenleving.”

U klinkt gematigd.

“Ik bén gematigd. Dat is de levenservaring. Ik ben te oud geworden om telkens opnieuw luid tekeer te gaan. Je moet ook kijken waarom mensen voor Vlaams Belang stemmen. Er was een vrouw in Ganshoren die een truitje vroeg van Vincent. Geen probleem, zei ik. Ze stemde voor Vlaams Belang, zei ze, omdat ze meer rechten wou voor Nederlandstaligen. Het zijn dus niet allemaal racisten.”

Een grote meerderheid van de Vlamingen wil wel een harder migratiebeleid, blijkt uit elk onderzoek.

“Ja, maar ze aanvaarden wel dat er migratie is. Ze zeggen niet neen. Het zijn dikwijls de politici die migratie misbruiken om electorale redenen.”

Wat dacht u toen Conner Rousseau (Vooruit) zei dat Molenbeek niet aanvoelt als België?

“( zucht ) Dat is een voorbeeld van politiek misbruik. Hij zegt zoiets omdat het electoraal goed scoort. Maar ik vind dat geen manier van werken. Weet je wat we moeten doen? Een common ground zoeken, gemeenschappelijke fundamenten. Dan zal onze samenleving werken. Maar ik heb ook hier vertrouwen in de toekomst. De wereld waarin onze kinderen en kleinkinderen opgroeien, is anders dan de wereld van vijftig jaar geleden. Voor hen bestaat huidskleur niet meer. Zij zitten allemaal samen in één klas, in één ploeg. Dat is mijn hoop voor de toekomst.”

Zou u uw kinderen de politiek aanraden?

“Neen. Ik zou hen aanraden om de beste te worden in wat ze doen. Ze zijn alle drie gepokt en gemazeld in de sportwereld. Daar ligt ook hun toekomst. Mijn dochter is voorzitter van BX Brussels, het team van Vincent. Daar voetballen 1.200 kinderen. Wauw! Zij levert schitterend werk. François is voetbalmakelaar geworden. Hij helpt spelers aan een team. Ook heel mooi. En Vincent? Hij moet FIFA-baas worden, geen politicus. Maar weet je wat ik vooral belangrijk vind? Dat ze ook andere mensen vooruit helpen.”

Hoe moet Pierre Kompany herinnerd worden?

“Als een goede man. Dat is meer dan genoeg. Als mensen zeggen dat ik goed gedaan heb, zal ik gelukkig zijn. Ik heb veel decoraties gekregen, maar hoef ik daarover op te scheppen?”

Herman De Croo (Open VLD) bleef parlementslid tot hij 81 was. Is dat ook uw ambitie?

“Zeg nooit nooit. We zien wel. Ik wil nog veel dingen doen in mijn leven. Maar vergeet niet: toen Herman De Croo bovenaan de lijst stond, won Open VLD. Toen hij niet meer bovenaan stond, begon ze te verliezen. ( lacht )”

(foto Pieter Clicteur)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier