Urbanus trekt de Vlaamse theaters in met een nieuwe show en een nieuwe plaat: “Ik, een rechtse zak? Laat ze maar zeggen”

Hij kan urenlang verhalen vertellen, anekdotes oprakelen, twijfelen over wat komt. Dat doet hij ook tijdens ons gesprek. Urbanus, aka Urbain Servranckx, is er 68, maar lang niet uitgeblust. Dit najaar pakt de komiek uit met een nieuwe theatershow én een nieuwe plaat. “Ik lijk de antichrist, maar ik ben het niet.”

urbanus
We ontmoeten elkaar in zijn woning in Tollembeek, al jarenlang zijn thuisbasis. De zon schijnt. Of hij tijd heeft om te genieten van de vakantie? “Ik leef niet in termen van werk en vakantie. Ik beschouw mijn hele leven als vakantie. Ik weet de helft van de tijd niet welke dag het is.” Deze zomer was drukker dan andere jaren. Urbanus is zijn nieuwste show aan het finetunen. Vanaf september trekt hij de Vlaamse zalen in. Hij doet minstens tachtig voorstellingen van Trecto Pnix. “Is dat een rare naam? Ik doe zoals jongeren vandaag doen. Woorden afkorten en verkeerd schrijven. Weet je, de taal is van de mensen. De mensen zijn niet van de taal.”

Wat ga je doen?

Wat ik best kan: zeveren en zingen. Maar onder die zever zit vaak een harde boodschap. Ik speel de nitwit, de nar. Die lijkt onschuldig, maar vertelt intussen wel de waarheid. In september komt een plaat uit met dertien nieuwe liedjes. De ene grappig, de andere ontroerend. Ik ga die allemaal live proberen te spelen. En ik kondig die aan met sketches die er niets mee te maken hebben. Dat zijn mijn stepping-stones.

Vrees je nooit dat je humor niet meer zal aanslaan?

(droog) Dat is toch niet erg, er zijn genoeg aanslagen tegenwoordig. (lacht) Neen, mensen die mij raad vragen, zeg ik altijd: niet iedereen hoeft je goed te vinden.

Je schreef een nummer over meisjes die ontvoerd worden door terreurgroep Boko Haram in Nigeria. Kan je daar iets humoristisch mee doen?

Dat is geen nummer over Boko Haram. Dat is een voorbeeld van een boodschap. Ik gebruik het beeld van een meisje van hier dat vrolijk staat te zingen en te lachen en iemand komt haar zeggen dat dat niet mag. Kan je je dat voorstellen? In Nigeria gebeurt dat. Meisjes worden er ontvoerd omdat ze naar school gaan. Dat mag niet van de radicale islam. Maar als je zegt dat je dat laf vindt, ben je al snel een rechtse rakker.

Raakt jou dat?

Dat ze zeggen dat ik een rechtse zak ben? Laat ze dat maar zeggen. Maar dat meisjes gediscrimineerd worden, raakt mij wel. Dan word ik onverdraagzaam. Ik heb ook twee dochters. Gelukkig voel je de tijden veranderen. Vier jaar geleden werd je nog als nazi bestempeld als je maar kritiek durfde geven op de islam of op de hypocriete politieke correctheid daarrond. Dat verandert. Ik heb vroeger vaak gelachen met de pastoors. Ik vind dat ik dan ook het lef moet hebben om met de imam te lachen. Al besef ik dat er risico’s zijn. Die pastoors stonden mij niet op te wachten. Die boden hun andere wang aan.

Ik speel de nitwit, de nar. Die lijkt onschuldig, maar vertelt intussen wel de waarheid.

Een aanval zoals die op Charlie Hebdo, heeft dat impact op jou?

Natuurlijk. Je moet vooral opletten wat je in de media zegt. Want dan bereik je ook mensen die geen fan zijn. Veel moslims nemen humor heel serieus. Als je vroeger lachte met de kerk, lachten de mensen mee, en bleven ze naar de kerk gaan.

Is de politiek nog steeds een bron van ergernis?

Ja, natuurlijk. Voor wie niet?

Wat de socialisten uitspoken in Brussel, dat moet om van te smullen zijn voor jou?

Mensen denken dat omdat ik vaak kritiek heb op de socialisten. Ik sta nochtans honderd procent achter de ideologie van het socialisme. Maar alles wat goed is, wordt ooit misbruikt. En het socialisme wordt al vele jaren misbruikt door mensen die zichzelf verrijken. En die durven dan nog wapperen met hun brave Moeder Teresa-vlaggetje.

Word jij terecht in de N-VA-hoek geduwd?

(zucht) Ik vind dat al lang niet meer beledigend. Kijk: als je gaat optreden op een congres van N-VA, weet je dat daar risico’s aan verbonden zijn. Maar ik heb daar geen nadelen van ondervonden. Ik heb veel sympathie voor Bart De Wever. Net als voor Jean-Marie Dedecker. Die zei een beetje te veel waar het op stond en werd dan maar tot loeiboei gepromoveerd. Laurette Onkelinx riep van hoog in de gordijnen dat het allemaal nazi’s zijn. Waar zit zij nu? Achter de gordijnen van schaamte. Maar ik zou nooit optreden voor Vlaams Belang.

Jij was als kind heel bedeesd. Wanneer kon je die schroom afwerpen?

Ik wou als kind striptekenaar worden. Je kon dat van thuis uit doen. Maar het lukte niet om door te breken. In die tijd werd de stripmarkt gedomineerd door enkele grote tekenaars. Ja, je kon in dienst gaan, maar dat wou ik niet. Ik zat vol creativiteit, en ik wou daarmee niet een ander zijn prentjes inkleuren. Dat was een grote frustratie. Dé openbaring voor mij was de doorbraak van de kleinkunst. Mensen als Jan De Wilde en Willem Vermandere waren mijn grote voorbeelden. Je kon ineens gewoon zingen over dagdagelijkse dingen en daar wat onzin tussen vertellen. En je hoefde geen duur kostuum of groot orkest. Een stinkende floeren broek was al genoeg. Dat was mijn wereld. Ik zag de kleinkunst als een omzetting van tekeningen in tekst en muziek.

Ik heb vroeger vaak gelachen met de pastoors. Ik vind dat ik dan ook het lef moet hebben  om met de imam te lachen. Al besef ik dat er risico’s zijn.

Je hebt je vader zien sterven. Hij was amper 47. Hoezeer heeft jou dat getekend?

Zoals bij iedereen, zeker? Hij lag op de grond te spartelen toen ik hem vond. Ik heb nog mond-aan-mond-beademing gedaan. Tevergeefs. Ik ben een half jaar later vertrokken naar India. Ik heb maanden rondgereisd. Ik zou dat anders niet gedaan hebben, denk ik. Die reis heeft mijn ogen geopend. En het was goed voor mijn zelfvertrouwen. Als je door Irak, Iran en Afghanistan durft trekken, moet je ook op een podium durven staan.

Zou je vader fan geweest zijn van Urbanus?

Ik denk dat wel. Hij was zelf ook altijd aan het zwanzen. (zwijgt even) Mijn moeder, die nu serieus dementeert, heeft het allemaal meegemaakt. Zij weet dat ik gevonden heb wat ik zocht. Mijn vader heeft alleen geweten wat ik niet wou doen. Dat doet wel pijn. (even stil) Maar ja, alles slijt. Ik ben trouwens gigantisch geïnteresseerd in godsdienst net omdat mijn vader zo vroeg gestorven is. Is er nog iets na dit leven of niet? Ik twijfel. Ik zou het zeer graag hebben. Ik vind het wel arrogant dat de religies het leven na de dood claimen. Wat als dat leven gewoon iets van de natuur is, en niets te maken heeft met godsdienst? Let op: ik lijk misschien de antichrist, maar ik ben dat niet. Ik wil ook niemand zijn geloof afnemen. Willy Linthout (tekenaar van de Urbanus-strips, red) heeft zijn zoon verloren. Als je de rest van je leven kan hopen dat je hem ooit terug zal zien, dan maakt dat nogal een verschil.

Jij bent er 68. Doe je dat iets?

Ik belde onlangs een kennis, een leeftijdsgenoot. Hij was op weg naar het palliatieve, zei hij. En ik begin volgende maand een nieuwe theatertour. Dan mag je niet klagen. Ik voel me ook goed. Ik eet gezond, ik rook niet en ik drink niet. Of het zou een goede whisky moeten zijn. Dat kan mij smaken. Ik heb dat altijd raar gevonden, artiesten die zichzelf ladderzat drinken tegen de stress. Ik heb net honderd procent controle nodig. Anders begin ik te vechten met de eerste rij. (lacht)

Heb jij er vrede mee dat je voor altijd die absurde humorist zal zijn?

Heeft Eddy Merckx er vrede mee dat hij een goeie coureur is? Ja, natuurlijk. Ik kan goed leven van wat ik zelf maak. En als de loodgieter mij bij de bakker vraagt om een mop te vertellen, dan antwoord ik: als jij hier een wc placeert, dan zal ik een mop vertellen. (lacht)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier