Zuhal Demir, Vlaams minister van Toerisme, praat voor het eerst over de rellen aan de kust: “Groen wil mij de schuld geven. Ik pik dat niet.”

“Dat heeft níets te maken met toerisme, maar álles met het wanbeleid in Brussel.” Dat is waarom Zuhal Demir een week lang zweeg over de rellen aan de kust. Dat is ook waarom de N-VA-minister zelfs weigerde naar het parlement te gaan. Vandaag praat ze wel weer. Over de rellen en toerisme in eigen land, over corona en de toekomst van de evenementen. De kwakkelende formatie laat ze liever over aan haar voorzitter.

foto Christophe De Muynck

Het is donderdag in de vooravond. Onze plek van afspraak is de Sint-Godelieveabdij van Brugge. Een leegstaand oord met riante binnentuin van maar liefst 11.000 vierkante meter. Neen, de leading lady van N-VA heeft niet plots een kloosterlijke roeping gevoeld. Ze schatert het uit, als ik die suggestie maak. We hebben afspraak in dit historische kader, omdat de erfpacht binnenkort in Vlaamse handen komt. De minister zal na het gesprek nog een uitgebreide rondleiding krijgen. “Ik vind het belangrijk om religieus erfgoed open te stellen voor publiek. Dat is wat we willen doen met dit klooster. Vlaanderen kent een grote rijkdom aan historische kastelen, kloosters en abdijen. We moeten daar meer mee uitpakken, vind ik.”

Er is nog een reden waarom we in West-Vlaanderen afspraak hebben. Het gezin-Demir geniet van enkele dagen vakantie in eigen land. Aanvankelijk was het grote plan om te fietsen van het Limburgse Leut naar het West-Vlaamse Lampernisse. “Dat is helaas niet kunnen doorgaan. Om verschillende redenen. Mijn pluszoon heeft positief getest op corona. Wij zijn daarom in quarantaine moeten gaan. Er was ook de nieuwe opstoot van corona én de aanhoudende droogte. Ik wou dat als bevoegd minister van nabij opvolgen (zie kader). Maar goed, we hebben toch enkele mooie plekken kunnen bezoeken, vooral in de Westhoek.”

Van welke plek was u meest onder de indruk?

(denkt na) Van de natuur in de omgeving van Heuvelland. Die is zó mooi. Ik was daar nog nooit geweest. Je waant je in Toscane, zeker in deze hitte. Ik was echt onder de indruk. Maar we hebben nog leuke dingen gedaan, hoor. Het Talbot House in Poperinge, een wandeling in Lampernisse, een trappist van Westvleteren.

Een Toerismeminister die toerist is in eigen land, wordt die dan voortdurend aangeklampt?

Je wordt vaak aangesproken, ja. Maar de mensen zijn altijd positief. Ze vinden het fijn dat je hun streek komt ontdekken. Je krijgt vooral veel tips mee. Ik vind dat wel leuk. Ik ben in Lampernisse zelfs Limburgers tegengekomen. Wie zou dat nu denken? (lacht)

U was vroeger een vaste klant op het strand van Blankenberge. Was u daar ook deze zomer?

Neen, we zijn niet naar de kust geweest. Alleen even naar Koksijde, omdat mijn schoonouders daar wonen. Vroeger, toen ik kind was, trokken wij altijd naar Blankenberge. Dat was dan een grote gezinsuitstap: een dag over en weer vanuit Genk. Mijn vader was mijnwerker. Hij kreeg van zijn werk couponnekes om de trein te nemen naar de kust. Dat zijn fantastische herinneringen. Wat daar vorig weekend gebeurd is, is vreselijk.

Wat is daar fout gelopen, volgens u?

Er zijn criminele jeugdbendes van Brussel afgezakt om amok te zoeken. Dat is geen nieuw probleem. Vorige jaren gebeurde dat vooral op provinciale domeinen en in openluchtzwembaden. De oplossing is simpel: oppakken en straffen. Punt. Maar dat is géén probleem van toerisme. Wie dat beweert, ontkent het echte probleem.

“Het debat over de rellen wordt overal gevoerd, behalve op de plek waar het gevoerd moet worden: in Brussel.”

Groen wijst wel naar u. Waar was u? En waar was uw spreidingsplan?

(kwaad) Dat is het probleem ontkennen. Dat is zelfs een slag in het gezicht van de toeristische sector die alles op alles zet om de zomer te redden. Dat is ook de reden waarom ik deze week geweigerd heb om me te verantwoorden (in het Vlaams parlement, red). Groen wil mij en de toeristische sector de schuld geven van het geweld op het strand. Ik pik dat niet. (op dreef) Dit debat wordt overal gevoerd, behalve op de plek waar het gevoerd moet worden: in Brussel. Die bendes krijgen daar vrij spel. Ook de politievakbonden klagen daarover. Dat is al jaren bezig, hè. En wat wordt daaraan gedaan? Dit probleem heeft niets te maken met toerisme, maar alles met wanbeleid in Brussel. (fijntjes) En wie zit daar in het bestuur? De groenen, hè.

Dat neemt niet weg dat het druk was op het strand. Te druk.

(pikt in) Het was niet drukker dan andere jaren. En dat is al zeker geen excuus voor dat geweld. Ik herhaal het: dit is geen nieuw probleem. Ook vorige zomer waren er groepen allochtone jongeren die amok zochten op openbare domeinen.

Zijn de roots belangrijk om te vermelden?

Ik vind dat dat benoemd mag worden, ja. Vlaanderen gaat daar te verkrampt mee om. Als je tot een oplossing wil komen, moet je het probleem benoemen. De culturele achtergrond speelt een rol. Wil dat zeggen dat iedereen met die achtergrond een probleem vormt? Neen, natuurlijk niet. Maar de culturele visie op vlak van zaken zoals vrouwenrechten en geweld doodzwijgen, dát is racisme. Dit probleem móet opgelost worden, want die bendes verbrodden het voor iedereen.

Blankenberge en Knokke sloten zelfs de grenzen voor dagjestoeristen. Wat vond u daarvan?

Dat was heel ingrijpend. (aarzelend) Ik vond dat niet het beste signaal. Je straft daarmee ook de brave toeristen. (denkt na) Let op: ik wil de burgemeesters niet met de vinger wijzen. Ik kan zelfs begrijpen dat er om veiligheidsredenen even een time-out nodig is. Maar dat mag geen dagen aanhouden.

In Knokke was dat het geval.

Dat vond ik spijtig. Dagjestoeristen moeten welkom zijn aan onze kust. Die mensen houden zich doorgaans aan de regels. In Blankenberge waren zij de dag nadien wel weer welkom. Knokke is op elk vlak een geval apart, zeker? (lacht)

Viroloog Marc Van Ranst roept op om de kust te mijden tot volgend jaar. Wat vindt u daarvan?

Ik begrijp dat hij zijn rol moet spelen als viroloog, maar ik vind dat een fout signaal. Er is een druktebarometer waarop mensen kunnen checken welke plekken veilig zijn. Als we allemaal de kust mijden, wordt dat een economisch bloedbad.

Was het hele idee van staycation, van vakantie in eigen land, wel een goed idee? Antwerpen heeft zelfs een avondklok moeten instellen door de drukte.

(feller) Ik ga daar niet mee akkoord. De avondklok is er gekomen na een opstoot van besmettingen in bepaalde wijken. Dat stond los van toerisme. Ik vond dat trouwens een verregaande ingreep. Ik denk dat het beter is om doelgerichte maatregelen te nemen. (denkt na) Ik blijf achter het concept staan van vakantie in eigen land. Er waren in de maand juli vijftig procent meer binnenlandse boekingen. De Vlaming heeft haar toeristische sector meer dan een hart onder de riem gestoken. Ik kan dat alleen maar toejuichen.

De kritiek op de strenge coronamaatregelen zwelt wel aan. We moeten veel van onze vrijheid opgeven. Staat dat in verhouding tot de impact van corona, volgens u?

Dat is dé vraag, hè. (aarzelend) Ik pleit voor gezond boerenverstand. Dat betekent afstand houden, handen wassen en niet zoenen. We moeten leren leven met corona, want een vaccin is niet voor morgen. Nu, dit is onbekend terrein. We leren uit elke golf. De maatregelen worden al gerichter. (zwijgt)

“Als we in een vliegtuig mogen zitten, waarom mogen we dan geen evenementen organiseren? Ik begrijp dat niet.”

U bent voorzichtig, voel ik.

Dat is zo. Ik wil geen ambras. Ik ben ook geen viroloog. Ik besef dat die mensen moeilijke beslissingen moeten nemen. Maar ik heb wel mijn bedenkingen, ja. Die avondklok, die mondmaskerplicht op plekken waar geen kat is. (blaast) Men moet niet overdrijven. Ik vind het bovendien jammer dat er geen evenementen plaatsvinden. Dat zou toch mogelijk moeten zijn, zeker in open lucht. Als we met driehonderd man in een vliegtuig mogen zitten, waarom mogen we dan geen evenement organiseren voor driehonderd man? Dat begrijp ik niet.

U bent minister. Pak dat aan.

Ik kan dat niet bepalen, hè. Ik hoop dat de Veiligheidsraad snel bijeenkomt. Die sector heeft dringend een perspectief nodig. Dat geldt ook voor de kermiskramers en de organisatoren van beurzen. In het buitenland kunnen die evenementen wel op een veilige manier plaatsvinden. Dat moet hier toch ook lukken? Ik pleit voor een meer consequente aanpak. Als vliegen kan, dan moeten ook evenementen kunnen. Als pretparken open mogen, dan moeten ook kermissen kunnen. We spreken trouwens over een sector die van nature heel creatief is. Geef hen een kans. We kunnen toch moeilijk alle evenementen schrappen tot er een vaccin is? Dat zou die sectoren doodknijpen. Dat mag niet de bedoeling zijn.

Het is vaak uw partij die dat verwijt krijgt.

Dat is niet terecht. De Vlaamse regering zorgt al voor financiële steun. Nu moet er perspectief komen. Dat is voor de Veiligheidsraad. Mijn partij heeft daar maar één vertegenwoordiger in. Het is vooral de minderheidsregering die daarin zetelt. Je kan je daarover vragen stellen.

U zou ook een volwaardige federale regering kunnen vormen.

Die situatie is zo complex dat ik het voorrecht om daarover te spreken heel graag aan mijn voorzitter overlaat. (grijnst) Neen, ik ga daar geen uitspraken over doen. Dat zou de situatie alleen maar moeilijker maken.

“Ik lig wakker van water”

Het regent weer in Vlaanderen. Eindelijk. “Dat is goed voor onze watervoorraad, maar we zouden eigenlijk niet afhankelijk mogen zijn van de regen”, zegt Zuhal Demir, die als minister ook verantwoordelijk is voor Omgeving en Natuur. “Water is voor mij een absolute prioriteit. Ik lig daar wakker van, ik meen dat. Mijn ogen zijn opengegaan toen ik net minister was. Ik kreeg enkele experten over de vloer, die zeiden dat de kans bestaat dat er plots geen water meer uit de kraan komt. We hebben nu vier opeenvolgende droge zomers gekend. Dat zal in de toekomst niet veranderen.”

De droogte slaat hard toe in Vlaanderen. Waarom wordt onze regio harder getroffen dan andere Europese regio’s?

Omdat wij het niet goed doen op vlak van wateropslag. De laatste vijftig jaar is maar liefst 75 procent van onze natte natuur verloren gegaan. Dat gaat dan vooral over moerassen en veengebieden. Die zijn van levensbelang voor de opslag van water. We zijn bovendien een dichtbevolkte regio met veel verharding. Dat wil ik allemaal aanpakken met de Blue Deal (het waterplan dat Demir eind juli voorstelde, red).

Dagelijks gaat er zeven hectare open ruimte verloren. Is dat niet hét probleem?

(knikt) Vandaar ook de bouwshift. Na 2040 mag er geen open ruimte meer ingenomen worden. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we tot die datum moeten bijbouwen. Er mag nog gebouwd worden, maar dan in kerngebieden. Of renovatie. Maar de open ruimte moeten we beschermen. We gaan, waar mogelijk, ook ontharden.

De bouwshift zal meer dan twaalf miljard euro kosten. Is dat haalbaar?

Dat is de totale kostprijs. Maar inderdaad: dat is veel geld. We gaan manieren moeten zoeken om dat betaalbaar te maken.

Wat kan dat zijn? Grondeigenaars niet volledig vergoeden als ze niet meer mogen bouwen?

(ontwijkend) Ik ga in het najaar een plan op tafel leggen met concrete maatregelen. Het financieel aspect zal één luik zijn. Maar ik kan daar nu niet op vooruitlopen.

 

 

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier