Januari is de maand met de grootste kortingen: goedkoper worden nieuwe auto’s niet meer

Na feestdagen in mineur door corona en guur weer komt het openbare leven opnieuw op gang. Verleidelijke saloncondities lokken kandidaat-autokopers naar de showrooms van de automerken. Januari is traditioneel de maand met de grootste kortingen. Grijp die kans want goedkoper worden nieuwe auto’s niet meer.

De autosector beleeft hectische tijden. Het aantal nieuwe inschrijvingen gaat voor het tweede jaar op rij fors achteruit. Door het tekort aan halfgeleiders moet de productie geregeld worden onderbroken, lopen de levertermijnen op van een half tot driekwart jaar en verdwijnen kleinere en minder goed verkopende modellen tijdelijk uit het gamma ten voordele van modellen met een hogere winstmarge. Op die manier levert minder omzet toch meer winst op voor de constructeurs.

Omdat alle merken hetzelfde probleem hebben, kunnen klanten geen kant op. Sommigen zien geen andere uitweg dan een occasiewagen te kopen. Daardoor is de prijs van goed onderhouden en jonge tweedehandsauto’s flink gestegen.

Stroomversnelling is een feit

Was 2021 een barslecht jaar voor de autoverkoop in ons land, er waren ook enkele lichtpunten. Door de implosie van de dieselverkoop daalde de CO2-uitstoot naar een historisch laagterecord van 116,9 g/km. Diesels vertegenwoordigden eind vorig jaar minder dan 24 procent van de markt, dat is evenveel als de optelsom van alle deels en volledig elektrische aangedreven voertuigen. Het marktaandeel van de BEV’s (Battery Electric Vehicles) steeg in 2021 met 2,4 naar 5,9 procent. Dat aandeel zal ongetwijfeld nog stijgen door de nieuwe autofiscaliteit. Van alle volledig elektrische auto’s werden bijna 9 op de 10 ingeschreven op naam van een bedrijf of zelfstandige.

Nieuwe auto’s worden steeds duurder, en dreigen zo onbetaalbaar te worden voor normaalverdieners”

De vergroening van het wagenpark verloopt via de bedrijfswagenmarkt omdat een BEV werkgevers én werknemers financieel voordeel oplevert. Zij laten zich leiden door de TCO (Total Cost of Ownership) terwijl particulieren focussen op de aankoopprijs en minder op de reële gebruikskosten. Particulieren ruilen hun oude auto trouwens minder snel in tegen een nieuwe. Begin van de jaren 2000 gebeurde dat om de 7 jaar, nu om de 9 jaar en 5 maanden. Dat heeft ermee te maken dat de kwaliteit en betrouwbaarheid van de personenwagens er sterk op vooruit zijn gegaan én dat nieuwe auto’s almaar duurder worden. Zet die evolutie zich door, worden die onbetaalbaar voor normaalverdieners, zeker in het geval van een elektrische auto. Dat is jammer want een BEV stoot tijdens het rijden geen schadelijke uitlaatgassen uit, maakt geen lawaai, rijdt vlot en probleemloos, trekt snel op maar nodigt terzelfdertijd uit tot vooruitziend en defensief rijden. Omdat die dan minder stroom verbruikt en dus minder snel in de stekker moet.

Autonomie blijft een pijnpunt

De autonomie van de huidige generatie BEV’s is en blijft een pijnpunt. Alle automerken publiceren het zogenaamde WLTP-normverbruik, dat echter sterk afwijkt van het reële verbruik in Belgische weers- en rijomstandigheden. De afwijkingen variëren van 15 tot meer dan 60 procent. Ook de aangegeven laadsnelheid en laadtijd stemmen zelden overeen met de dagelijkse praktijk.

Constant laden aan een snellader is trouwens niet bevorderlijk voor de levensduur van de batterij én voor de stroomfactuur.

De merken moeten daar duidelijker én correcter over communiceren, er wordt door zelfverklaarde experten al genoeg onzin verteld over elektrisch autorijden. Daardoor ziet de consument door het bos de bomen niet meer, wordt die onzeker en maakt die ongewild verkeerde keuzes, of helemaal geen. (door Urbain Vandormael)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier