Kristien Hemmerechts: “Ik wil graag gezien worden”

ANTWERPEN/ MERKEM – Kristien Hemmerechts is één van de invloedrijkste schrijfsters van de voorbije decennia. Ze is ook controversieel. The woman you love to hate, zo wordt ze al eens genoemd. Met dat beeld heeft ze vele jaren geworsteld, bekent ze vandaag. “Ik sta niet elke morgen op met de idee de wereld te choqueren.”

Of ze eerst iets mag rechtzetten, vraagt ze. Over de dt-heisa. In De Zevende Dag zei Kristien Hemmerechts onlangs dat ze de dt-regel op termijn ziet verdwijnen. De storm van protest die dat veroorzaakte, had ze niet zien aankomen. “Mijn woorden begonnen een eigen leven te leiden. Alsof ik de dt-regel wóu afschaffen. (feller) Neen, dus. Ik stel alleen vast dat jonge, intelligente mensen geen punt meer maken van die regel. Ik doceer creatief schrijven. Ik zie dus veel teksten. De kwaliteit daarvan staat of valt niet met het correcte gebruik van de dt-regel. Ik vind speelsheid en verbeelding minstens even belangrijk. Zie de rappers: die mensen zijn ongelooflijk creatief met taal. Maar grammaticaal kloppen hun zinnen vaak niet. Zijn zij daarom fout? Door de nadruk te leggen op het normatieve, riskeer je de speelsheid te doden. Voilà, dat is wat ik wou zeggen. (lacht)”

We hebben afspraak op De Boot, het ecologisch-toeristisch project van haar man Bart Castelein. Die ligt aan de Driegrachtenbrug in Merkem, in het diepe West-Vlaanderen. Op het dek, onder een ontluikend zonnetje, houdt Laïs een zangstonde. Dus kruipen wij maar het ruim in, waar ook de bar is. De koffie vloeit rijkelijk. Hemmerechts en Castelein zijn net terug van een roadtrip doorheen het woeste Kazachstan en kunnen zo opnieuw een atypische bestemming afvinken op hun bucketlist. Wat een schrijfster zoekt op reis, wil ik weten. “Ik wil vooral snuffelen, zien hoe mensen leven. Ik ben geen lyrische reiziger. Ik hoef geen wonderlijke werelden of magie. Ik ben vooral nieuwsgierig. Voor elke reis lees ik mij wekenlang in. Ik wil alles weten over een land.”

“Ik ben onlangs gevraagd door de PVDA. Maar ik wil niet gelinkt worden aan het communisme.

Enkele jaren geleden trokken jullie naar Noord-Korea. Hoe was dat?

Dat was uitermate bizar. Noord-Korea is een paranoïde land. We waren met een groep van zestien en vier gidsen. We mochten er letterlijk de straat niet oversteken zonder toestemming. Praten met de mensen mag ook niet. Je doet alleen die plekken die de gidsen voorschrijven. Vaak heb je de indruk dat zelfs die in scène gezet zijn. Een man van onze groep was opgegroeid in Oost-Duitsland. Hij kon zoiets snel decoderen. Zo namen we eens de metro. Plots doken overal mensen op in mooie kledij. De dagen voordien waren nochtans alle metrostations verlaten. Ik ben ervan overtuigd dat het regime mensen optrommelt om een toneeltje op te voeren voor de toeristen. (zwijgt even) Ik ben onlangs gevraagd door de PVDA om op de lijst te staan in Antwerpen. Ik heb sympathie voor die mensen, hoor. Ik geloof ook dat dat idealisten zijn.

Máár …?

Ik wil niet gelinkt worden aan het communisme. Ik denk ook niet dat ik geschikt zou zijn voor de politiek. Ik zou niet kunnen functioneren in een partij. Mijn individuele vrijheid is mij te dierbaar. Goddank ben ik schrijver kunnen worden. (lacht)

Je bent pas beginnen schrijven na de geboorte van je dochter Katherine in 1981. Is er een verband?

Ik weet dat niet. Dat zou kunnen. Ik zat toen in een te strak keurslijf. Ik gaf les aan de universiteit. Mijn leven was heel erg afgebakend. Ik had dat gevoel ook toen ik voordien als typiste werkte in Londen. Vaste uren zijn niets voor mij. Het schrijven is uiteindelijk mijn vrijplaats geworden. Ik denk dat dat voor veel kunstenaars zo is. Ik wou altijd een boeiend leven. Dat is gelukt door te beginnen schrijven.

Toen jij drie jaar geleden zestig jaar werd, schreef Knack over jou: the woman you love to hate. Voel jij dat ook zo aan?

Ik hoor vaak dat ik controversieel zou zijn. Ik vraag me echt af waarom. Ik heb de reputatie zeer links te zijn. Is dat de reden? Als ik op de VRT verschijn, kun je voorhand voorspellen welke kritiek op Twitter zal komen. (lacht) Of is het omdat ik er streng uitzie? In alle eerlijkheid, en je mag me tegenspreken, maar wat ik zeg, is toch niet extreem? Ik ben zéér bezorgd over het klimaat. Ik vind dat veel belangrijker dan de aankoop van vliegtuigen. Is dat extreem?
Je lag vooral onder vuur na het boek ‘De vrouw die de honden eten gaf’.

(pikt in) Dat is ook weer zoiets. (feller) Ik werd veroordeeld door mensen die het boek niet gelezen hadden. Ergens verscheen dat ik een apologie zou schrijven, de verdediging van Michelle Martin. Dat was helemáál niet de insteek. Ik wou me gewoon inleven in die persoon. Andere schrijvers doen dat ook met misdadigers zoals Stalin en Hitler. Maar blijkbaar kan dat niet als het over Martin gaat. Ik vind dat nochtans een belangrijke vraag om te stellen: wat gaat er om in het hoofd van die vrouw? Daarom wou ik dit boek schrijven. We denken vaak dat misdadigers andere mensen zijn, of geen echte mensen. Maar dat zijn ze wel, hoor, ook Michelle Martin. Maar ik heb dit boek niet geschreven om controverse uit te lokken.

Moet een goede schrijver geen controverse uitlokken?

Ik geloof niet dat je dat bewust moet doen. Ik schrijf de boeken die ik wíl schrijven, over thema’s die me boeien. Een kunstenaar moet dat doen, trouw blijven aan zichzelf. Maar ik sta niet elke morgen op met de idee de wereld te choqueren. Geloof me: ik hou me zelfs heel vaak in. Maar wie gevraagd wordt naar een programma als De Afspraak, kan daar toch moeilijk als een bloemzak zitten.

Die kritiek raakt je, voel ik.

Jawel, toch wel. Dat is niet prettig. Ik zou graag door iedereen graag gezien worden. Een hoog knuffelgehalte hebben, moet wel prettig zijn, denk ik. (glimlacht) Nu, ik heb intussen wel leren aanvaarden dat wie zijn nek uitsteekt, tegenstanders heeft. Ik heb daar lange tijd van afgezien, jaren zelfs. Ik heb niet toevallig het boek geschreven: ‘De dood heeft mij een aanzoek gedaan’. Maar die periode is voorbij.

Je bent intussen elf jaar getrouwd met Bart Castelein. Vertel eens, wat is het grote voordeel van een LAT-relatie?

Je ruziet minder over banaliteiten. (lacht) Toen ik met Herman (de Coninck, de grote dichter, red) samenwoonde, kibbelden wij over wie de vuilniszakken zou buitenzetten. Met Bart heb ik dat niet. Anderzijds: ik zou liever samenwonen. Dat geef ik eerlijk toe. Helaas is onze situatie onoplosbaar. Wij zijn allebei voltijds bezig met onze grote passie, en die is helaas gebonden aan een bepaalde plek. Ik woon in Berchem, een levendige buurt in Antwerpen. Als ik daar in mijn werkkamer zit, komt de inspiratie vanzelf. Ik kan dat moeilijk verklaren. Andere schrijvers hebben net het platteland nodig om tot rust te komen. Ik niet. Ik heb het leven van de stad nodig om te schrijven.

Op 14 oktober zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Weet je al op wie je gaat stemmen?

In alle eerlijkheid, neen. Ik vermoed wel opnieuw voor SP.A. Ik denk dat Jinnih Beels een goede kopvrouw is. Maar wat Tom Meeuws daar heeft uitgespookt … (zucht) Ik heb dikwijls op die man gesakkerd. Ik vrees dat de resultaten desastreus zullen zijn voor SP.A. N-VA zal opnieuw de winnaar zijn, en de burgemeester zal burgemeester blijven.

Hoe doet Bart De Wever (N-VA) het?

Hij doet dat oké. Men insinueert wel allerlei connecties tussen zijn partij en de vastgoedsector, maar ik kan daar niet over oordelen. Kijk, een grote meerderheid van de Antwerpenaren wil die man als burgemeester. Ik respecteer dat. Ik betreur één iets: dat hij en zijn partij zo hard polariseren. Je mag zeggen waarvoor je staat, maar je hoeft toch niet altijd een vijand te zoeken. Daar stoor ik mij heel erg aan. N-VA heeft de macht vandaag. Wel, dat ze die gebruikt om positieve zaken te realiseren. Het is zoals met de dt-regel: ik wil niet dat De Wever opnieuw burgemeester wordt, maar ik denk wel dat het zo zal lopen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier