Kaapverdië, exotisch alternatief voor Canarische eilanden. Op bezoek naar Sal: eiland zonder stress
Twee uur ten zuiden van de Canarische eilanden ligt nog zo’n archipel met een ‘altijd-zon-garantie’: Kaapverdië. Een verzameling van tien eilanden, waarbij Sal vanwege de rechtstreekse vluchten, de gouden zandstranden en de weelderige hotels ongetwijfeld de populairste is. Met zon, zee en strand in een Afrikaans decor is Sal een ideale winterzonbestemming voor zonnekloppers en watersporters.
Sal is niet alleen het meest toegankelijke eiland van Cabo Verde, het ligt ook het dichtst bij het Afrikaanse continent (zo’n 450 kilometer van Senegal). En dat blijkt ook uit het weer: hier heb je het hele jaar door zomerse temperaturen en nauwelijks regen. Het dorre eiland is door de altijd aanwezige passaatwinden volledig vlak geërodeerd en het binnenland van het kleine eiland bestaat uit een door de wind gegeseld roodbruin maanachtig landschap. Sal is als het ware een zandbak in de Atlantische Oceaan.
Oorspronkelijk heette het eiland trouwens Llana of Plana, dat ‘vlak’ betekent. Maar het werd uiteindelijk Sal, nadat ontdekt werd dat er in een oude vulkaankrater zout kon worden gewonnen. Vandaag is de zoutmijn nabij het onooglijke plaatsje Pedra de Lume gesloten en zijn houten gedrochten in de krater de enige restanten van een eens zo bloeiende industrie. Dat en het lauwe zoutmeer, dat moet doorgaan als een plaatselijke versie van de Dode Zee. Het verhaal wil dat je 10 jaar jonger wordt als je een kwartiertje in het rozige water ronddrijft.
Gouden zandstrand
De aantrekkingskracht van Sal bevindt zich dan ook aan de buitenzijde van het eiland: de schitterende zandstranden en de azuurblauwe zee. Het mooiste strand is Ponta Sino aan de zuidkust, vlakbij het badstadje Santa Maria. Aan dit gouden zandstrand liggen de meeste all-inclusivehotels, maar Ponta Sino is kilometers lang, waardoor je geen handdoeken moet uitspreiden om een plekje te reserveren. Wie wat wandelt, heeft al gauw het strand voor zich alleen.
Wie wil proeven van de echte couleur locale, trekt best naar een van de kleine vissersdorpjes”
Ponta Sino is niet alleen in trek bij zonnekloppers, maar dankzij de wind en golven ook bij watersporters. Dit strand wordt ook wel Kite Beach genoemd. Waarom is vlug duidelijk wanneer we de vele kitesurfers achter grote zijden parachutes over het water zien scheuren. Op de stranden rond Santa Maria vind je overigens nog tal van andere manieren om je uit te leven in, op en onder het water: van surfen over zeilen met een catamaran tot duiken en snorkelen tussen kleurrijke visjes.
Couleur locale
Via het strand ben je zo in Santa Maria, dat evolueerde van een vissersnest tot een toeristische magneet. Het straatbeeld wemelt van surfers, rasta’s, brommers, quads en venters die zonnebrillen trachten aan te smeren. Kleurrijke souvenirwinkeltjes lokken met maskers, beeldjes en prullaria, terwijl de talrijke bars dit trachten te doen met opzwepende muziek. En overal zie je het levensmotto van Kaapverdië: no stress . Zo vaak zelfs, dat het warempel nog op je zenuwen zou werken ook. Gelukkig is er nog de houten pier, waar lokale inwoners hun avondmaal trachten bijeen te vissen.
Maar voor de echte couleur locale, moet je toch op andere plaatsen op het eiland zijn, in de kleine vissersdorpjes die vaak niet meer zijn dan een handvol huizen in de meest uiteenlopende kleuren, met de losse pols uitgestrooid over een paar straten. Palmeira is zo’n typisch dorpje. Het leven speelt zich hier vooral af nabij en op de aanlegsteiger van de vissersboten. Kopers buigen zich gretig over de vangst die hier ter plekke gekuist wordt, zoals tonijn, barracuda’s en sardienen. Het haventje vol kleine vissersbootjes ademt samen met de kleurrijke koloniale huizen een Portugese sfeer uit. Niet verwonderlijk want Cabo Verde was tot 1975 een Portugese kolonie. De landstaal is nog steeds Portugees, al spreekt iedereen Creools.
Blauwe oog
We sluiten onze reis af met een bezoek aan een andere toeristische trekpleister: de baai van Buracona, waar de zee woest in diepe rotskloven kolkt. We nemen een duik in het natuurlijke zwembad dat door de zee uitgeslepen is tussen de lavarotsen, en bewonderen lange tijd het ‘blauwe oog’, een fantastische weerspiegeling van het licht in het water van een zeegrot.
Goed om te weten: Sal zet in op duurzaamheid
De toeristische autoriteiten van Sal zijn ervan overtuigd dat reizen een positieve impact kan hebben als het op een verantwoorde manier gebeurt. Er zijn acties om ‘overtourism’ te voorkomen, om CO2-uitstoot te beperken en te voorkomen, en een duidelijk afvalbeleid. Daarnaast vindt men het belangrijk dat toeristen niet alleen in hun resorts blijven, maar ook kennis maken met de locals, zodat ook de lokale inwoners (financieel) mee genieten van de komst van de toeristen.
De TUI Care Foundation van reisorganisator TUI heeft twee projecten op Sal. Het TUI Turtle Aid-programma werkt samen met de plaatselijke NGO ‘Project Biodiversity’ om de nesten van de onechte karetschildpadden te beschermen, zieke en gewonde schildpadden op te vangen en te zorgen voor bewustmaking van de plaatselijke bevolking. Toeristen kunnen het project financieel steunen door een pasgeboren zeeschildpadje te ‘adopteren’.
Het tweede project is het programma ‘Field to Fork’, waarmee de lokale boerengemeenschap ondersteund wordt bij de overgang tot een meer duurzame oogst. Zo is er een driejarig project waardoor de bevolking zelf bio-groenten en -fruit kan verbouwen, iets wat door het gebrek aan water en vruchtbare grond vroeger haast onbegonnen werk was. Door samen te werken met een tuinbouwbedrijf dat gebruik maakt van hydrocultuurtechnieken lukt dit nu wel en is de bevolking niet langer volledig afhankelijk van geïmporteerde granen, groenten en fruit.
Praktische info
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier