Een weekend vol bubbels

Belgen en een glas champagne, het blijft een goed huwelijk. En wij Belgen hebben dan nog het geluk dat wij voor een uitstapje naar de Champagnestreek niet te ver moeten reizen. Wij namen de proef op de som en boekten een weekend Frankrijk. A la vôtre !

Starten doen we in Epernay, de zelfverklaarde hoofdstad van de champagne. Hier vinden we de allerbekendste (lees: duurste) champagnehuizen. De grootste onder hen zijn allemaal gelokaliseerd rond de Avenue de Champagne in het centrum van de stad. Zoals Moët & Chandon, al 250 jaar oud en het grootste champagnehuis ter wereld. Vooral Amerikaanse en Britse champagnedrinkers zweren bij deze producent, maar voor wie wat anders wil, is er keuze te over. Onder deze bekende straat alleen al rusten 200 miljoen flessen champagne en in Epernay vind je maar liefst 110 kilometer aan champagnekelders. Dat is de afstand tussen Parijs en Epernay. Maar de productie van champagne strekt zich nog veel breder uit: in 320 dorpen mag er door zo’n 15.000 wijnboeren champagne worden gemaakt.

Het Château Perrier, van het gelijknamige champagnehuis, langs de Avenue de Champagne is nu het regionaal champagne- en archeologisch museum. Dit is het ideale vertrekpunt voor een kennismaking met de stad en streek. Je krijgt er niet alleen een volledige uitleg over de 170-jarige geschiedenis van Perrier, maar komt er ook alles te weten over de expansie van het merk ‘champagne’. Van al die geschiedenislessen krijgt een mens dorst en we stappen in een gigantische luchtballon die na enkele minuten 150 meter hoog boven Epernay zweeft. We genieten van het uitzicht over de stad, de wijngaarden én van een lekker glas champagne in onze mand. Voor 20 euro is dit een superleuke ervaring. En je mag je leeg glas meenemen naar huis!

Handen in het beton

Tijd om de omgeving te verkennen. Onze eerste stop is het dorpje Bergères les Vertus, midden de wijngaarden. Hostellerie du Mont Aimé wordt onze uitvalsbasis. Wij rijden naar Ay waar we halt houden in Pressoria, een indrukwekkend museum dat in juli 2021 de deuren opende. Hier ontdek je het volledige verhaal van champagne van grond tot glas, waarbij je ook je vijf zintuigen nodig hebt. Aan de hand van videobeelden zie je hoe de wijngaard evolueert, je stapt in een ondergrondse ruimte en belandt onder de bodem van de wijngaard. Je ruikt er de aarde wanneer je tussen de wortels van de wijnranken stapt. Bovengronds kun je de zeer specifieke geur van de drie champagnedruiven (chardonnay, pinot meunier en pinot noir) waarnemen. In een volgende zaal hoor je het fijne geluid van de bubbels in het glas en je voelt als het ware de persen die het sap uit de druiven persen. En natuurlijk kan er ook geproefd worden: iedere bezoeker kan een glas Blanc de Blancs ofwel 100% chardonnay proeven en krijgt nadien ook een glas met een Premier Cru als afsluiter.

We besluiten om te lunchen in het bijhorende restaurant, Instant Terroir, en hebben ons dit niet beklaagd. Een moderne, lekkere keuken in een even moderne setting met uitzicht op de wijngaarden van Ay en… het kerkhof.

Onze volgende stop is Le Mesnil-sur-Oger. Dit dorp in het midden van de côte des Blancs is één van de zeventien dorpen die zich een Grand Cru-dorp mag noemen. De plaatselijke confrèrerie verzorgt boeiende bezoeken aan de verschillende champagneproducenten en de voorzitter is zelfs een gebrevetteerd piloot die bezoekers over het dorp en de wijngaarden kan vliegen. Vlak naast de exclusieve Krug-wijngaard is een klein bezoekerscentrum en hebben alle champagneproducenten van de confrèrerie hun handen vereeuwigd in het beton.

Hautvillers mag ook niet op onze ontdekkingstocht ontbreken, want dat dorp is de enige, echte geboorteplaats van de champagne. In de abdij in het dorp was Dom Pérignon vanaf 1668 47 jaar lang financieel verantwoordelijke én keldermeester. De legende wil dat het Dom Pérignon was die voor het eerst gasbelletjes tijdens de gisting in de fles ontdekte. Feit is wel dat veel monniken verstand hadden van wijnbouw want in 1729 stichtte Nicolas Ruinart, het neefje van Dom Thiery Ruinart, het allereerste champagnehuis van de streek. Dom Pérignon ligt trouwens begraven in de abdijkerk.

In het dorpje Damery beëindigen we ons bezoek in het restaurant Le Bateau Lavoir, vlak aan de Marne. We zijn hier zeker niet de enige Belgen, en dat is niet zo verwonderlijk. Je eet en drinkt er niet alleen zeer lekker, maar je hebt ook een uitstekend uitzicht op de Marne en je wagen. Ideaal om die autokoffer vol bubbels in het oog te houden…

(Peter Soete)