In het spoor van de meester

Lang geleden al gebruikte Vincent van Gogh de Provence als openluchtdecor voor zijn schilderijen, waaronder het wereldberoemde De Sterrennacht . Een dikke eeuw later hebben de levendige kleuren van deze prachtige streek nog niets van hun glans verloren. En route door de Provence in het spoor van de meester!

“Het is ontzagwekkend, die gele huizen in de zon en dan de onvergelijkelijke helderheid van het blauw.” Niet onze woorden, wel die van Vincent van Gogh nadat hij vanuit Parijs naar de Provence was verhuisd. Meer dan 130 jaar later lijkt de tijd nog altijd een beetje stil te staan in deze dromerige streek. Vooral de denkbeeldige driehoek tussen Eygalières, Saint-Rémy-de-Provence en Maussane is een echte haven van rust. Paarse lavendelvelden en groene olijfboomgaarden vloeien in elkaar over, af en toe onderbroken door een dorpje waar petanque en pastis vaste prik zijn. Vincent van Gogh wist dat hij nergens meer schoonheid zou vinden dan hier, zo schreef hij in een brief naar zijn broer Theo.

Zotte energie

Onder de Franse zuiderzon leverde Van Gogh in een koortsachtig tempo schilderijen af. Maar de Nederlandse kunstschilder werd ook gekweld door innerlijke crisissen. Nadat hij een stuk van zijn oor had afgesneden, liet Van Gogh zich vrijwillig opnemen in de instelling Saint-Paul-de-Mausole in Saint-Rémy-de-Provence. Vandaag kan je zijn kamertje nog steeds bezoeken in dit mooie museum met tuin. Hier voel je de zotte energie die zich van de bipolaire schilder meester maakte en zich recht naar zijn doeken vertaalde.

Onder meer De Sterrennacht, dat gerekend wordt tot de beroemdste werken uit de kunstgeschiedenis, maakte Van Gogh op deze plek. Vanuit zijn raampje schilderde hij de donkere sterrenhemel boven Saint-Rémy-de-Provence. Op wandelafstand van het museum kan je het dorp zelf gaan verkennen. In de kleine straatjes waait de lucht van lokale lekkernijen je al snel tegemoet. Hou zeker een stop bij chocolatier Joël Durand, die pralines creëert met atypische ingrediënten zoals tijm en lavendel. Voor de beste olijfolie van de regio moet je dan weer bij Moulin du Calanquet zijn. Deze delicatessenzaak annex boerderij gebruikt nog een authentieke molen om olijven te persen.

Chocolatier Joël Durand verwerkt de smaak van de Provence in zijn pralines. (foto GDB)
Chocolatier Joël Durand verwerkt de smaak van de Provence in zijn pralines. (foto GDB)

Gastronomie

Saint-Rémy is zeker een bezoekje waard, maar voor rasechte Provençaalse authenticiteit moet je in Eygalières zijn. Veel meer dan een baguette halen bij de bakker en een terrasje meepikken onder de platanen doe je hier niet. En toch is Eygalières een dorp om in te kaderen, omzoomd door groene valleien, wijngaarden en de kalkrotsen van Les Alpilles (de kleine Alpen). Wout Bru lokte ooit heel wat Belgen naar Eygalières met zijn gastronomische restaurant Chez Bru. Tien jaar later doet de Belgische chef Lieven Van Aken dat kunstje nog eens over met L’Aupiho. Dit sterrenrestaurant hoort bij het chique hotel Domaine de Manville, dat pal in het regionaal natuurpark Les Alpilles ligt. Restaurantgids Gault & Millau riep de 33-jarige Van Aken vorig jaar uit tot Jong Talent van het Jaar in Frankrijk. Domaine de Manville is dus absoluut een culinaire stop waard, al is het maar in de toegankelijke hotelbistro die ook door Van Aken gerund wordt. Neem als aperitiefje een initiatieles golf op het impressionante 18-hole domein van het hotel. Met een beetje geluk tuft de Franse filmlegende Jean Reno voorbij in een golfkarretje, of sla je een balletje naast acteur Hugh Grant.

Lieven Van Aken, hier met zijn team van L’Aupiho, werd uitgeroepen tot Jong Talent van het Jaar in Frankrijk. (foto GDB)
Lieven Van Aken, hier met zijn team van L’Aupiho, werd uitgeroepen tot Jong Talent van het Jaar in Frankrijk. (foto GDB)

Vanop het golfterrein heb je ook een magnifiek 360°-uitzicht op Les Baux-de-Provence, dat hoog op een kale kalkrots ligt en bekendstaat als een van de mooiste dorpen van Frankrijk. Een must-see voor je de geplaveide steegjes van Les Baux inrijdt, is het ondergrondse lichtspektakel Carrières de Lumières. In een oude steengroeve onder de rotsen van het dorp worden schilderijen van bekende schilders (soms ook die van Van Gogh) op gigantisch formaat geprojecteerd op de kalkstenen muren. Een visueel kleurenballet zonder weerga!

Het ondergrondse lichtspektakel Carrières de Lumières is een must-see. (foto GDB)
Het ondergrondse lichtspektakel Carrières de Lumières is een must-see. (foto GDB)

Eigenzinnig Arles

Heb je na al die dorpse gezelligheid zin gekregen in wat cityvibes? Laat Avignon of Aix-en-Provence voor één keer links liggen en trek naar Arles, de stad waar Vincent van Gogh nog een tijdje gewoond heeft. Hij schilderde het Gele Huis aan de Place Lamartine en legde het Caféterras bij nacht vast op het Place du Forum. Ook zijn bekende Zonnebloemen zagen het licht in Arles. In het hippe museum Fondation Vincent van Gogh brengen kunstenaars van vandaag een eerbetoon aan de Nederlandse meester. Je kan er ook enkele originele Van Goghs bewonderen.

De nauwe steegjes in Arles katapulteren je zo terug naar de tijd toen Vincent van Gogh hier nog rondliep. (foto GDB)
De nauwe steegjes in Arles katapulteren je zo terug naar de tijd toen Vincent van Gogh hier nog rondliep. (foto GDB)

Die andere beroemde inwoner van Arles, ’s werelds oudste mens Jeanne Calment (1875-1997), kwam de schilder in haar jeugd soms tegen. Ze vertelde dat ze steeds de straat overstak als ze hem zag aankomen, “omdat hij zo stonk en in zichzelf mompelde”. Je kunt je het tafereel zo inbeelden als je door de nauwe straatjes van Arles loopt, met oude huizen waar de lichtblauwe verf van de luiken bladdert. Arles is gebouwd op eeuwenoude Romeinse fundamenten en ziet er zelf ook wat versleten uit. Heel wat gebouwen in het centrum kunnen een likje verf en een stabiliteitsstudie gebruiken. Tegelijk is het een verademing om door een stad te struinen die nog niet is aangetast door het massatoerisme. Eerder dan afgelikte winkelketens vind je hier fijne boetieks, eigenzinnige galerijtjes en boeiende foto-exposities. Geen zorgen, er zijn ook winkeltjes met nougat en lavendelzeep. Plof na het citytrippen eens neer in de magische hotelbar van L’Arlatan, die met zijn 2 miljoen mozaïeken wel ontsproten lijkt aan de fantasie van Gaudí.

Arles doet heel hard zijn best om uit de schaduw van Avignon en Aix-en-Provence te stappen. Dat zie je met eigen ogen als je voor de gloednieuwe Luma Tower staat, een zinderende architecturale creatie van Frank Géhry. Jep, dat is de man die met zijn Guggenheim Museum ook het ingeslapen Bilbao op de wereldkaart zette. Wie weet staat Arles dezelfde florerende toekomst te wachten. Binnenkort is ’t Stad van A – niet van Antwerpen of Avignon, maar van Arles!

(Gerlinde De Bruycker)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier