Met de rugzak een maand lang door Sri Lanka: klein eiland vol verrassingen

Een grote dosis zin in avontuur en ook wel wat lef. Meer hebben we – een prille veertiger en een prille tiener – niet nodig om onze rugzak vast te gespen en te vertrekken richting Sri Lanka, een eiland in de Indische Oceaan. Tempels, jungle, rice & curry, massages, zeeschildpadden, olifanten en een luipaard… allemaal kruisen ze ons pad.

Door Mieke Vercruijsse

We landen in Colombo, de hoofdstad van Sri Lanka. Na een vermoeiende reis geven we onszelf de tijd om twee dagen tot rust te komen in Negombo, zo’n 12 kilometer naar het noorden. Van hieruit trekken we richting culturele driehoek , een gebied van ongeveer 10.000 vierkante kilometer met de steden Anuradhapura, Polonnaruwa en Kandy. Deze eeuwenoude koningssteden met prachtige tempels staan vermeld op de Unesco-Werelderfgoedlijst. Onze eerste stop is Anuradhapura, één groot openluchtmuseum dat bezaaid ligt met kloosterruïnes en stoepa’s. Deze stad ademt boeddhisme uit en geldt als één van de belangrijkste bedevaartsoorden van het land. Net voor zonsondergang trekken we naar Mihintale, zo’n 10 kilometer van Anuradhapura. Deze berg is de bakermat van het boeddhisme in Sri Lanka. We trotseren de vele trappen en wanneer de avond valt, nestelen we ons neer en genieten we van een prachtige zonsondergang.

Op safari in Willpatu

Geen Sri Lanka zonder safari, want het land telt tal van nationale parken. Wij kiezen voor Willpatu, met zijn 1.317 km² een van de grootste nationale parken van het land. Hier verveel je je geen minuut: wij bereiken het park voor zonsopgang en het zal uiteindelijk al na zonsondergang zijn wanneer we weer vertrekken. De safari gebeurt vooral in stilte, veelal met de mond open van verbazing. We spotten olifanten, leguanen, tal van vogelsoorten, zwijnen, herten en na heel veel geduld … een luipaard.

Lion Rock

We dalen nog iets meer af naar het centrum van Sri Lanka en brengen een bezoek aan de Sigiriya, waar de Lion Rock hoog boven het dorp uittorent. Heel wat toeristen beklimmen deze rots, maar wij opteren voor de Pidurangula. Eenmaal boven worden we beloond met een fantastisch uitzicht op de Lion Rock. We vleien ons neer om te genieten van een betoverende zonsondergang. De volgende dag verlaten we de platgelopen paden voor een kanotochtje op het meer, waar we een prachtig zicht hebben op de twee rotsformaties.

Nog een aanrader: de kloostergrotten in Dambulla. (foto Getty Images)
Nog een aanrader: de kloostergrotten in Dambulla. (foto Getty Images)©Narathip Ruksa Getty Images

Onze volgende stop is Dambulla, een interessant plaatsje vanwege de kloostergrotten van het Dambulla Raja Maha Vihara. We trotseren nog voor de grote hitte de trappen en bezoeken de verschillende grotten met de vele boeddhabeelden en muurschilderingen.

Onze laatste stop in de culturele driehoek is Kandy, een bruisende stad omringd door bergen. In het hart van de stad ligt Kandy Lake, een kunstmatig meer dat beschermd is. Hier laten we ons per tuktuk rondleiden langsheen enkele belangrijke bezienswaardigheden, zoals de 27 meter hoge Bahirawakanda Buddha, de prachtige botanische tuinen, de befaamde Ceylon-theefabriek en natuurlijk de Tempel van de Tand. In deze laatste schuifelen we – voor, tijdens en na de ceremonie – mee met de menigte gelovigen die heel wat offers brengen.

In Willpatu spotten we olifanten, leguanen, zwijnen, herten en na heel veel geduld … een luipaard

Tuffen per trein

De treinreis van Kandy naar Ella, door theeplantages en schilderachtige berglandschappen, mag niet ontbreken op je reis door Sri Lanka. De trein tuft traag door het natuurschoon terwijl passagiers – wij incluis – door open ramen en deuren hangen om het panorama volop in zich op te nemen. Wij doen de treinreis, die in totaal meer dan 7 uur duurt, in twee fases. Halverwege houden we halt in het bergdorpje Nuwara Eliya. Hier is het beduidend kouder en hoewel het kwik tijdens de dag nog gemakkelijk 23 graden haalt, dragen de Sri Lankanen hier toch dikke jassen en sjaals. Het stadje zelf heeft weinig bijzonders, maar even erbuiten ligt wel een bijzondere plek: de prachtige Bomburella-waterval.

In Ella beklimmen we Little Adam’s Peak. We worden beloond met een prachtig uitzicht en een ritje op de Flying Ravana. (foto Mieke Vercruijsse)
In Ella beklimmen we Little Adam’s Peak. We worden beloond met een prachtig uitzicht en een ritje op de Flying Ravana. (foto Mieke Vercruijsse)

Opgetogen dat we weer met de trein mogen reizen, zetten we onze weg na twee dagen verder naar Ella. In het kleine dorpje hangt een lazy backpackerssfeertje. We beklimmen Little Adam’s Peak en belonen onszelf daarna met de Flying Ravana, een zipline van zo’n 500 meter lang die je vanop 80 meter hoogte het prachtige landschap in vogelperspectief laat zien. Via de kleine jungleweg maken we nog een ommetje langs de fotogenieke Nine Arches Bridge.

Paradijselijk strand

Na Ella verplaatsen we ons met de bus richting zuiden, klaar voor wat zon, zee en strand. Wij kiezen voor Tangalle, een plek die de meeste toeristen links laten liggen. Hoe het komt dat Tangalle weinig toeristen ontvangt, is voor ons een groot mysterie, want dit is het paradijs! We slapen in een bungalow op het strand, snorkelen, zwemmen, genieten van een ayurvedamassage en gaan eten in de gastvriendelijke familierestaurants. Wanneer onze reis op zijn einde loopt, beslissen we om naar een plek iets dichter bij Colombo te reizen. We verblijven nog enkele dagen in het kustplaatsje Unawatuna. Niet echt ons ding, maar we snorkelen er wel met reuzenschildpadden in het wild en dat maakt dan weer dat dit plaatsje voor ons toch de moeite waard is. Vanuit Unawatuna maken we ook een daguitstap naar Galle, dé stad met de historische gebouwen. Het Hollandse fort – de oude stad – ademt een totaal andere sfeer uit dan wat we intussen gewoon zijn op het eiland. We voelen er de Portugese en Hollandse invloeden. In de namiddag bezoeken we een nabijgelegen dorpje van houtbewerkers. We krijgen er een inkijk in het leven van de ambachtslui die het steeds harder te verduren hebben. Daarna is het tijd om terug naar huis te gaan. We vertrokken met een lichtgevulde rugzak, maar keren terug naar huis met een rugzak boordevol ervaringen.

Praktische info

* Er zijn geen rechtstreekse vluchten naar Sri Lanka. Wij vlogen met LOT Airlines van Brussel naar Warschau en zo door naar Colombo.

* Sri Lanka is een goed bereisbaar land. Niet enkel omwille van zijn grootte, maar ook omwille van het goed uitgebouwde busnetwerk, de vele tuktuks en de uiterst behulpzame inwoners.

* Het land kent twee regenseizoenen. Van april tot september valt er regen in het westen, zuidwesten en het binnenland. Van november tot en met maart regent het aan de oostkust.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier