Wat gebeurt er als je het beste uit het voetbal, het volleybal, het turnen en caipoera samenbrengt, er trampolines aan toevoegt en het geheel met een muzikaal sausje overgiet? Dan krijg je Bossaball, een dynamische sport die zo’n tiental jaar geleden bedacht werd door de Belg Filip Eyckmans. Salto’s en andere spectaculaire capriolen maken van bossaball een aantrekkelijke sport om naar te kijken én om zelf te beoefenen.
Bossaball wordt gespeeld op een opblaasbaar speelveld met aan weerszijden van het net een trampoline met teams van vier of vijf spelers. Van elk team staat één speler op de trampoline, de andere spelers staan errond op het luchtkussen. Bedoeling is dat je de bal laat landen op het speelveld van de tegenstander. Het aantal punten dat je hiervoor krijgt, is afhankelijk van waar de bal landt en met welke techniek je scoort. Scoor je op het veld met bijvoorbeeld een volleybaltechniek, dan levert dat 1 punt op; met een voetbaltechniek 3 punten. Scoor je op de trampoline van de tegenstander, dan levert dat je nog meer punten op: respectievelijk 3 en 5 punten. Valt de bal op de beschermingsrand van de trampoline, ‘de bossawall’, dan scoor je pas een punt als de bal stil blijft liggen. Zolang de bal stuitert of rolt op deze rand, gaat het spel gewoon verder. Punten scoor je uiteraard ook wanneer de tegenstander een fout maakt.
Bossaball kan je in België spelen in Mortsel en Wachtebeke. Meer ditjes en datjes over deze sport vind je op de facebookpagina van Bossaball Belgium en www.bossaballsports.com. (foto belga)
