Jasper Philipsen staat voor zijn Vlaams voorjaar van de waarheid: “Als Jakobsen in Kuurne kan winnen, kan ik dat ook”

21ste, dat is voorlopig zijn beste uitslag in een voorjaarsklassieker. Voor Jasper Philipsen (24) is dit dan ook zijn voorjaar van de waarheid. “Als blijkt dat de klassiekers niet volledig aansluiten bij het type renner dat ik ben, zal ik meer op sprints focussen.”

Twee etappes in de Tour, drie in de Vuelta, vijf andere WorldTourzeges… zie daar het palmares van Jasper Philipsen na vijf jaar als prof. Alleen in het Vlaamse voorjaar wil het maar niet lukken. In 2021 won Philipsen dan wel de Scheldeprijs, als er heuvels aan te pas kwamen, was hij in geen velden of wegen te zien. Een 21ste plek in Gent-Wevelgem is zijn beste resultaat. “Ik voelde de voorbije jaren dat ik in sprints op het hoogste niveau kan meedoen, maar in de klassiekers tekortkom”, is hij eerlijk. “Dat is geen schande. Als je jezelf in het huidige wielrennen in één onderdeel kan onderscheiden, is dat al mooi. Het zijn niet allemaal Van Aerts, Van der Poels en Evenepoels. Maar met de hardheid die ik intussen opbouwde, zijn mijn ploeg en ik ervan overtuigd dat ik klaar ben om in de grotere klassiekers iets te betekenen. Ik zeg niet in de Ronde, maar wel in alle koersen daaronder. En als blijkt dat die toch niet volledig aansluiten bij het type renner dat ik ben, zal ik in de toekomst meer op de sprints focussen.”

Welke klassieker ligt jou het best?

Philipsen : “Gent-Wevelgem, denk ik. Een koers waarin het moeilijk is om voorop te blijven en er meestal met een grotere groep wordt gesprint. Ik ben niet de renner die alles aan diggelen zal rijden, maar wel in een uitgedunde groep kan standhouden.”

In Kuurne-Brussel-Kuurne wordt ook vaak met een grotere groep voor de zege gesprint.

Philipsen : “Vorig jaar won Fabio Jakobsen deze koers en hij is hetzelfde type renner als ik. Als hij deze wedstrijd kan winnen, moet ik dat ook kunnen. Kuurne-Brussel-Kuurne ligt me. Het lijkt op Gent-Wevelgem, maar dan zonder waaiers en minder lang. Welke sprinters er al het meest indruk maakten? De Lie won het vaakst en Kristoff geeft bij zijn nieuwe ploeg een goeie indruk. Concurrentie zal er genoeg zijn. Het is moeilijk te zeggen of ik al top zal zijn, want dit zijn mijn eerste koersen van 2023. Het wordt erop of eronder. Maar als het tegenvalt, zal ik niet panikeren.”

Kuurne-Brussel-Kuurne ligt me. Deze koers lijkt op Gent-Wevelgem, maar dan zonder waaiers en minder lang

Mathieu van der Poel was er ook bij in Hotel Syncrosfera aan de Costa Blanca. Zijn sprint op het WK veldrijden was indrukwekkend. Heb jij al eens bergop tegen hem gesprint?

Philipsen : “Zeker. Hem verslaan is niet evident. Vanuit stilstand is hij moeilijk te kloppen. Mathieu kan heel hard accelereren. Op dat type aankomsten is hij gewoon wereldklasse.”

Analist Dirk De Wolf vertelde deze winter dat jij je nog niet verzorgt zoals Van Aert en Evenepoel dat doen. Wat denk je als je zoiets leest?

Philipsen : “Ik weet niet wat Dirk bedoelt, maar op de momenten dat het nodig is, kan ik zeker professioneel met mijn sport bezig zijn. Ik heb echter wel nood aan een uitlaatklep die anderen misschien niet nodig hebben. Er moet voor mij ook wat plezier te beleven zijn. Als renner moet je geen twaalf maanden top zijn. Je moet er staan wanneer dat nodig is.”

De Wolf zei ook dat jij de klassiekers moet aankunnen.

Philipsen : “Toen ik mezelf vorig jaar in de Tour zag rondrijden, besefte ik dat ik tot veel in staat moet zijn. Alleen moet ik dan wel die conditie terugvinden. Daarom volgde ik nu dezelfde voorbereiding als toen, maar dan wel na een lange winter. Misschien is het voor mij makkelijker om die topvorm in de zomer te halen. Ik ben sowieso iemand die goed presteert in warm weer en zich minder goed in zijn vel voelt bij koude en nattigheid. Even afwachten dus of het mij ook in maart en april lukt.”

 

Bondscoach Sven Vanthourenhout overweegt om jou, ondanks de aanwezigheid van Evenepoel en Van Aert, als medekopman naar het WK in Glasgow mee te nemen. Dat moet toch deugd doen?

Philipsen : “Absoluut. Ik ben ervan overtuigd dat ik in een lastige koers één van de snelste renners in België ben, intrinsiek normaal zelfs sneller dan Wout. Hij is snel, omdat hij altijd heel fris is, maar in principe moet ik vaker een sprint van hem winnen dan hij van mij. Wout en Remco zijn twee uitzonderlijke talenten. Het is daardoor heel moeilijk om in de Belgische selectie te geraken, laat staan om voor eigen rekening te kunnen rijden. Maar Glasgow moet me liggen, net als het tijdstip waarop het WK dit jaar (begin augustus, red.) plaatsvindt. Ik weet hoe ik vorig jaar uit de Tour ben gekomen. Als ik die vorm naar Glasgow kan doortrekken, is er veel mogelijk. Maar nu eerst de klassiekers. Daarna zien we wel.”

Stel dat je mag kiezen: Gent-Wevelgem of de groene trui in de Tour?

Philipsen : “Geef mij dan toch maar de groene trui. De Tour de France is internationaal zoveel groter. Het is nog altijd wedstrijd nummer één van het jaar. Misschien lukt het me dit seizoen al. Maar ja, Wout van Aert rijdt natuurlijk ook mee…”

Ik las ergens dat hij zijn zinnen dit jaar niet op de groene trui zet.

Philipsen : (grijnst) “Dat lijkt me een ideaal scenario.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier