Emma Meesseman is nieuwe first lady van Belgische basket: “Ik wil mijn mama evenaren”

Emma Meesseman is er amper 23, maar ze is nu al de nieuwe vedette van het Belgische basketbal. Zeker nu Ann Wauters haar pensioen nadert. Net als Wauters is Meesseman een globetrotter. Van oktober tot mei speelt ze voor het Russische Jekaterinenburg, vorig jaar winnaar van de Euroleague, zeg maar de Champions League van de basket. In de zomer speelt ze voor de Washington Mystics in de befaamde WNBA, als tweede Belgische ooit.

Emma Meesseman is een geboren en getogen Ieperse. Opgegroeid tussen de herinneringen aan de gruwel van Wereldoorlog I: de Lakenhalle, de Menenpoort, de kerkhoven. Zoals zovelen in de Westhoek is ze down-to-earth, geen praatjesmaker. Kan het anders? De 1m93-lange blondine is trouwens geboren met een gehoorbeperking. “Malchance”, zegt ze droog. “Mijn broer en ik zijn de enigen in de familie. Ik hoor maar voor vijftig procent. Maar dat beperkt mij niet. Ik doe aan liplezen zonder dat ik het besef. En als ik iets niet hoor, dan vraag ik het opnieuw.”

Basket zit in het bloed. Haar moeder Sonja Tankrey behoorde in de jaren tachtig tot de beste van België. “Beter worden dan mama is één van mijn drijfveren. Ik heb veel sporten beoefend als kind, maar basket voelde het best aan.” In 2012 pakte Meesseman de Belgische dubbel met de Blue Cats Ieper en werd ze speelster van het jaar. Waarna ze de wijde wereld introk. Eerst naar het Franse Villeneuve-d’Ascq. Eén jaar later volgde de WNBA. Vorig jaar tekende ze een langdurig contract bij Jekaterinenburg. Eén van de beste ploegen wereldwijd, met dank aan de steenrijke voorzitter Andrei Kozitsyn, metaalmagnaat, en geen onbesproken blad.

Kwam die na de winst in de Euroleague de kleedkamer binnen met een blanco cheque?
(lacht) Blanco cheques heb ik nog niet gekregen. Nee, de voorzitter lijkt heel normaal. Ik heb hem nog maar één keer gezien. Op het eindeseizoensfeestje vorig jaar. Dan kregen we een handshake en een certificaat. Vooral de vicevoorzitter is fan. Hij komt regelmatig de kleedkamer binnen. Dan trekt hij champagneflessen open. Ik heb nog nooit zoveel oudere mannen zien feesten en dansen als in Rusland. Op elk feestje, en dat zijn er nogal wat, springen die de tafels op. De alcohol zal er wel wat mee te maken hebben. Wodka, bier, champagne, maakt niet uit. (lacht)

Wat is het verschil tussen de Amerikaanse en de Russische competitie?
De WNBA is meer gemediatiseerd en het niveau ligt er hoger. Alle speelsters behoren tot de beste van de wereld en de ploegen zijn aan elkaar gewaagd. In Rusland is er een kloof tussen de grote drie, die wellicht wel de beste van Europa zijn, en de rest. Maar je moet niet naar de WNBA gaan voor het geld. De lonen in Rusland liggen hoger. Een ander verschil is de kalender. In Amerika is die heel onregelmatig, soms spelen we drie à vier keer per week, terwijl er in Rusland in het weekend competitie gespeeld wordt en op woensdag Europees.

Twijfel je als je op je 19e de kans krijgt om naar de WNBA te trekken?
O ja. Ik twijfelde omdat ik toen ook met de -20 het EK zou spelen en omdat ik midden in de examenperiode moest vertrekken. Ik studeerde Lichamelijke Opvoeding aan de VUB. Omdat het aanvankelijk voor maximaal drie weken was, de duur van het trainingskamp, en omdat ik niet supergoed voorbereid was op de examens, ben ik toch vertrokken. Dat was een goed excuus om geen examens te moeten doen. (lacht) Groot was de verrassing dat ik mocht blijven. De coach van de Mystics geloofde echt in mij. Mijn moeder is dan overgevlogen met de rest van mijn kleren.

“Het eten in het Witte Huis was teleurstellend. Een fancy sandwich. Ik dacht dat dat het voorgerecht was.”

Waar woon je het liefst, in Ieper, Jekaterinenburg of Washington?
In Ieper. Zonder twijfel. De dag dat ik stop, keer ik terug. Ik heb een heel gelukkige jeugd beleefd. In Rusland zou ik niet willen blijven. Al is het wel leuk die cultuur te leren kennen. Ik woon er in één van die typisch grote appartementsblokken. Ik heb er ook een chauffeur. Washington is wel een mooie stad. Niet te druk, totaal verschillend van New York. Je kan er nog rechtdoor wandelen. Ik woon er in een gebouw rond een park, met andere speelsters. Ik heb ook een auto van de club. Als ik vrij heb, rijd ik liefst ergens naartoe zonder gps. Heel leuk. De toeristische bezienswaardigheden hou ik voor als mijn familie langskomt.

Heb je het Witte Huis al bezocht?
Dat wel. Twee keer zelfs. Een eerste keer de normale toeristische toer met de ploeg. Een tweede keer op uitnodiging van onze coach die er een lunch aangeboden kreeg en vier speelsters mocht meenemen. Het eten was wel wat teleurstellend, moet ik zeggen. We kregen een fancy sandwich. Ik dacht dat dat het voorgerecht was, maar dat bleek het helemaal te zijn. (lacht) Obama was ook thuis, maar hebben we niet gezien.

Volgende week krijgt het Witte Huis met Donald Trump een nieuwe bewoner. Ben jij fan?
Niet echt, neen. Ik droomde ervan eens WNBA-kampioen te worden om de Obama’s te ontmoeten. Zo’n toffe mensen. Nu Trump president is, verlang ik daar iets minder naar. (lacht) Al zal ik een uitnodiging niet weigeren, hoor.

Trump drijft op de verdeeldheid in Amerika, bijvoorbeeld tussen blank en zwart. Voel je dat ook in je ploeg?
Niet tussen de speelsters, maar wel in de samenleving. Na het politiegeweld tegen de zwarten vorig jaar zijn er veel protestacties geweest in de WNBA. Iedereen kent wel iemand die doodgeschoten is. Eén van mijn ploegmaats is haar neef verloren. Aanvankelijk dreigde de WNBA-baas met boetes van 500 dollar voor wie een t-shirt van Black Lives Matter droeg. Heel vreemd, want na de aanslag in Orlando mochten we wel onze steun betuigen. Alle ploegen besloten collectief een protestactie op te zetten. We trokken na een wedstrijd allemaal dat shirtje aan en weigerden met de pers over het sportieve te spreken. Met succes. De WNBA-baas liet de boetes vallen.

“Iedereen kent wel iemand die is doodgeschoten. Een ploegmaat is haar neef verloren.”

In interviews zeg je dat Tokio 2020 je grote droom is. Waarom?
Is dat niet de droom van elke atleet, de Spelen? Ik besef wel dat tussen droom en realiteit een kloof gaapt. Maar 2020 zou voor deze generatie wel eens hét moment kunnen zijn. In juni speelt België voor het eerst in tien jaar weer een EK (in Tsjechië, red). Daar moeten we ons een eerste keer bewijzen. Als we het daar goed doen, dan zal ons dat ook betere lotingen opleveren voor het WK en de Spelen.

Je bent er nog maar 23, en al dit leven. Mis je soms niet de zaken die leeftijdsgenoten doen?
O jawel. Het leven van een topsporter is niet altijd mooi. Wanneer je thuiskomt in je appartement zit er niemand op je te wachten. Je mist wel een sociaal leven. Het is bijvoorbeeld in Rusland niet evident om vrienden te maken. Of als ik mijn broer bezig zie, die studeert kinesitherapie. Ik heb er echt van genoten om in december twee weken thuis te zijn. Ik hou ervan gewoon met familie of vrienden rond een tafel te zitten en gezellig te kletsen. Maar ik prijs mezelf heel gelukkig, hoor. Van je passie je beroep maken en gratis de wereld zien, wat kun je meer wensen?

Plus: je zal binnen zijn na je carrière?
Dat denk ik niet. Ik zal wel een mooie spaarpot hebben. Ik wil sowieso opnieuw gaan studeren wanneer ik stop. Mijn opleiding LO heb ik niet kunnen afwerken. Dat was niet te combineren met de WNBA. Ik zou graag kine doen, net als mijn vader en mijn broer.

Het sportrapport van Emma Meesseman

Als kind was mijn idool …
Mama. Al heb ik ze nooit zien spelen.

Vandaag heb ik grote bewondering voor …
Marieke Vervoort. Knap hoe zij, ondanks alles, in het leven staat. En de Amerikaanse basketballer Tim Duncan. Zou ik graag eens in mijn ploeg hebben.

Mijn mooiste sportmoment?
Gevoelsmatig: de dubbel met Ieper in 2012. De Euroleague winnen was ook heel mooi. Maar ik heb niet de volledige campagne meegemaakt. Ik was erbij vanaf de kwartfinale.

Mijn grootste ontgoocheling?
Het WK -17: de wedstrijd om het brons verliezen.

(foto belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier