Wielermanager Patrick Lefevere blikt terug op een rijk leven én kijkt vooruit: “De mensen maken mij bang”

Patrick Lefevere is misschien wel de meest succesvolle wielermanager aller tijden. Toch was het leven niet altijd lief voor hem. Hij verloor zijn vader in de nacht dat zijn zoon geboren werd. Hij vocht een verbeten strijd tegen een tumor. Maar de 62-jarige West-Vlaming recht steeds zijn rug. Vandaag geeft hij een unieke inkijk in zijn ziel.

Lefevere woont nog steeds in Roeselare, zijn heimat. Al had dat anders kunnen zijn. Het lot voer hem terug. “Ik was eind jaren negentig verhuisd naar Italië. Tot die tumor kwam, in 2000. Ik wou terug, ik wou me in België laten behandelen.” Of hij soms bang is te hervallen? Nooit, stelt hij resoluut. “Ik heb een litteken op mijn buik, maar niet in mijn hoofd. Ik weet: weinigen overleven een pancreastumor. Als ik wat nerveuzer ben, zegt dokter Vanmol: blijf maar kalm, je hebt al eens de lotto gewonnen.”

Het voorbije jaar was vooral extrasportief loodzwaar voor de chef van Quick-Step. “Mijn schuld: ik heb alle contracten laten aflopen, van sponsors én renners.” De toekomst van het team is intussen verzekerd. Quick-Step doet vier jaar verder, andere sponsors ook, zelfs Tom Boonen komt erbij. “Om aan de ontwikkeling van het materiaal te werken. Ik wou een neutraal iemand.” Ook Lefevere gaat nog vier jaar verder. Of dat niet weegt, een jaar als dit? “Mentaal valt dat goed mee. Ik heb de gave om kalmer te worden en sneller te denken als het spannend wordt. Fysiek is wat anders. Je voelt dat je ouder wordt. Maar ik wil mijn team, en dan zeker die 45 werknemers die als familie zijn, niet in de steek laten.”

Is het louter altruïsme?

Dat zal wel niet. Ik doe het nog veel te graag. En de mensen maken mij bang. Wat ga jij dan doen, Patrick, zeggen ze. Je zal binnen de zes maanden een oud ventje zijn. Ik denk niet dat ze gelijk hebben. Ik héb andere dingen gedaan in mijn leven. Ik heb zelf gekoerst. Niet lang: tot ik 24 was. Ik amuseerde mij niet bij de profs. Ik was tien jaar financieel verantwoordelijke van Mark Zeepcentrale (zijn sponsor als renner, red). Dat was elke dag woelige waters doorzwemmen. Een betere leerschool bestaat niet. Maar wat ik vandaag doe, is mijn grote passie. Ik denk na over mijn opvolging. Maar ik zie nog niemand.

Leid jij een gezond leven?

Wat denk je? Natuurlijk niet. Ik moet jaarlijks op zoek naar twintig miljoen in een wereld zonder geld. (grijnst) Neen, ik besef dat ik ongezond leef. Ik beweeg zelden, geen tijd is mijn excuus, ik eet onregelmatig en ik drink graag alcohol. Als ik op restaurant ga, wat ik graag en vaak doe, is dat niet om water te drinken. Mijn vrouw zegt dan: ik ga honderd worden en jij gaat vroeg sterven. Maar dat weet ik nog zo niet. Het leven kan raar lopen. Ik ken veel gezonde mensen die vroeg gestorven zijn.

“De aanval van die krant is het enige wat mij bitter stemt. Dat litteken verdwijnt nooit meer.”

Lefevere is een hard man, maar ook een feestvierder, laat ik mij vertellen.

Is dat geen mooie combinatie? (lacht) Ik feest graag, ja. Dat hoeven geen grote bijeenkomsten te zijn. Ik ben bang voor massa’s. Feesten betekent voor mij met vrienden op restaurant gaan, lekker eten, lekkere wijn, en laat het dan maar goed uit de hand lopen. Ben ik hard? De buitenwereld denkt dat. Ik kan zeker streng zijn. Maar ik ben milder, emotioneler dan vroeger. Door die ziekte, door vrienden te zien sterven. Ik kan emotioneel worden als ik een film zie. Rocco Granata bijvoorbeeld: hoe die mensen behandeld zijn, dat raakt mij. Ik heb ook diepe dalen gekend in mijn leven. Mijn vader is gestorven in de nacht dat mijn eerste zoon geboren werd. Dat was op 21 september 1980. Dag op dag twintig jaar later krijg ik te horen dat ik een tumor heb. Ik bezit gelukkig de kracht om vooruit te kijken. Ik ben niet bitter of jaloers. Ik gun iedereen zijn succes.

Hoe was je band met je vader?

Goed, heel goed zelfs. Wij waren met vijf thuis, maar ik was toch zijn specialleke. Hij was er fier op dat ik goed studeerde. Met jou ga ik de wereld rondtrekken, zei hij dan. (even moeilijk) Ik heb uiteindelijk de wereld gezien. Maar zonder hem.

Was hij koersliefhebber?

O neen. Hij had een afkeer van koers. Ik was op dat vlak het zwarte schaap van de familie. Mijn ouders zaten in de autosector. Mijn broers en zussen zijn daarin verder gegaan. Ik niet. Ik heb de koers ontdekt dankzij mijn meter en haar man. Die namen mij overal mee.

Dat zwarte schaap heeft uiteindelijk niet slecht geboerd.

(droog) Ik ben arm noch rijk. Maar ik leid een boeiend leven. Ik mag dineren met kunstenaars, wijnmakers, zakenmensen. Ik heb twee Belgische koningen en drie Franse presidenten ontmoet. Sarkozy was de tofste. Een audiëntie van twintig minuten liep uit tot een uur en twintig minuten. Hij kent alles van koers.

De suprematie van Mapei en later Quick-Step was ongezien. Heb jij een geheim recept?

Ik heb vaak mijn buikgevoel gevolgd. Ik denk te mogen stellen dat ik inzicht heb in de koers. Dat was als renner al mijn grote kwaliteit. Maar is dat een geheim recept? Ik heb gedurfd, dat ook. Ik was de eerste die met veel nationaliteiten werkte. Ik was de eerste die een sprinttrein opzette. Ik was de eerste die inzette op het klassieke werk én het rondewerk. Wat ook heel belangrijk is: val nooit in slaap. Vandaag de beste zijn is geen garantie voor morgen.

In de jaren negentig was doping alomtegenwoordig. Hoe heb jij dat beleefd?

Ik heb dat nooit gezien. Squinzi trok een duidelijke lijn bij Mapei: ofwel een eigen medisch centrum, ofwel stopte hij. Wij hebben de rode lijn nooit overschreden. De echte bandieten in die tijd waren de preparateurs, niet de dokters. Zij werkten rechtstreeks voor renners op commissie.

“Ik denk na over mijn opvolging. Maar ik zie nog niemand.”

Wist jij van die praktijken?

Ik herinner mij een meeting met andere ploegleiders vlak voor het WK in Madrid, waar Boonen won. Ik had vernomen dat er weer een bom zou barsten. Eén ploegleider zei vol overtuiging: ik weet alles wat in mijn ploeg gebeurt. Jij bent een fenomeen, zei ik. Ik heb Vandenbroucke en Museeuw meegemaakt, en ik wist het niet. Ofwel was ik dom. Dat kon ook. Nu, maanden later werden enkele van zijn coureurs uit de Tour gezet. Doping. Kijk, als je met 75 mensen werkt in een bedrijf, kan je een dief niet uitsluiten. Ik ben altijd voortrekker geweest in de strijd tegen doping. Het idee van een biologisch paspoort, dat kwam van ons.

Toch kwam je vaak in opspraak.

(feller) Door wie? Door Dedecker. Ik heb twee keer een proces van hem gewonnen. Hij zat ook achter die aanval in Het Laatste Nieuws. Had ik toen de kalmte niet bewaard, dan was de ploeg ontploft. Ik heb alle leugens kunnen ontkrachten. Alle getuigen bleken losers. Maar we zijn wel 34 miljoen sponsorgeld kwijtgespeeld. Die zaak heeft mij veel pijn gedaan. Dat litteken verdwijnt nooit meer. Dat is het enige wat mij bitter stemt.

Iets anders. Jij hebt twee kinderen uit twee huwelijken. Wat doen zij?

De oudste is er 37 en werkt in het sanitair. De jongste is er 21 en heeft toegepaste informatica gestudeerd. Hij gaat nu voor een master. Dat is een speciaal geval. Hij was op zijn 16e de jongste helikopterpiloot van België.

Was jij een goede vader?

Kan je een goede vader zijn als je nooit thuis bent? Ik denk van niet. Ik was zelden op familiefeesten of communies. Dat voelt aan als een gemis, ja. Ik was vaak de indringer, zeker voor mijn tweede zoon. Het huis, dat was iets van hem en zijn moeder. Vandaag is onze relatie beter. Al zullen we nooit knuffelaars zijn. Anderzijds: ik heb voor financiële zekerheid gezorgd voor hen. Dat is ook belangrijk. Al heeft mijn vrouw dat niet nodig. Ik ken geen coureur die zo sober leeft. (lacht)

 

 

Sportrapport

Als kind was mijn idool …

Eddy Merckx en Muhammad Ali.

Vandaag heb ik grote bewondering voor …

Bernie Ecclestone, de grote baas van de Formule 1. Het wielrennen heeft zo iemand nodig.

Mijn mooiste sportmoment?

Dat kan ik echt niet zeggen. Parijs-Roubaix van 1996 was uniek: met drie man op het podium. Ik heb van één iets spijt: dat ik toen niet met de wagen de piste ben opgereden. Ik wou dat doen. Maar de baas van GB hield me tegen.

Mijn grootste ontgoocheling?

De aanval van Het Laatste Nieuws in 2007. Onwaarschijnlijk was dat, wat die psychopaat van een journalist mocht schrijven. Ik heb jaren niet met die krant gesproken.

(foto belga)

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier