Het mag niet op het lijf van Simon Deli, maar de beer van Club Brugge weet als geen ander: “Wat je niet doodt, maakt je sterker”

Brugge – Zijn ouders wilden niet dat hij op zijn 15de stopte met school. Maar hij was koppig. Zijn coach bij Sparta Praag wilde hem kraken. Maar hij was koppig. En nu kan Simon Deli zich tonen in de Champions League, volgende week al op Real Madrid. “Club is geen eindpunt.” De Ivoriaanse centrale verdediger stapelt intussen bij blauw-zwart de superlatieven op: power, présence, leiderschap… “C’est moi. Overal waar ik kom, wil ik belangrijk zijn.”

 

Wie was nu weer Stefano Denswil? De vervanger van de linksvoetige centrale verdediger, voor 6 miljoen euro verkast naar Bologna, heet Simon Deli, een Ivoriaan van 27 jaar. Na een paar weken is Denswil al vergeten en heeft Mannaert zijn winst geteld. Deli werd deze zomer voor 2,5 miljoen weggehaald bij Slavia Praag en blijkt nu al minstens even goed. Indrukwekkende atleet (1.92m, 84 kg), enorme uitstraling, uitstekende voeten, meteen leider achterin. Dan zegt hij: “C’est moi. Ben ik van nature.” Hij werd meteen belangrijk voor Club, niet alleen omwille van zijn goal in Kiev. Dan zegt hij: “C’est moi. Overal waar ik kom wil ik belangrijk zijn.” En hij twijfelt nooit. “Neen. Ook in mijn moeilijkste periode heb ik geen moment getwijfeld.” En die zijn er geweest. Dat is voor straks. Hij zit voor mij, daags na Club-Galatasary. Chill. Lazy. Languit bijna. Hij lijkt niet uitgeslapen.

Moeilijk ingeslapen?

Bwah… Toch wakker gelegen. Beelden uit de match die voor je ogen spoken. (zucht) We hadden gewoon moeten winnen. We hàdden kansen, maar misten wat geluk. Straks bekijk ik thuis nogmaals de wedstrijd. Doe ik altijd. Kijken wat beter kan. Wat goed was. En wat niet goed was.

Moet meegevallen zijn, je maakte deze keer geen fouten door nonchalance.

Merci pour le compliment. Maar mijn missertjes komen niet voort uit nonchalance. Soms voetbal ik gewoon té zelfzeker. Ik besef dat en werk daar ook aan. Ik ken mijn tekorten! Ik heb trouwens meteen toen ik thuis kwam ook nog naar de tweede helft van PSG-Real Madrid gekeken. Dat was al mijn voorbereiding op onze match in Madrid, na volgende week.

Die Champions League-matchen, het is toch speciaal, hé.

Het is daarvoor dat we het doen, bien sûr. Dan kan je wel zeggen dat topvoetballers alleen aan het geld denken, het gaat altijd, ook voor elke gewone arbeider, eerst om presteren, dat geld komt dan wel achteraf. (mijmert) Als die hymne speelt, denk ik er nog steeds aan, hoe ik daar als jongetje van droomde. Ik zag die matchen op televisie, zag Drogba schitteren… Dat gaf zulke sensaties… Ik had op die momenten in gedachten: ik ga ervoor vechten daar ook te komen.

En dus besloot je al op je vijftiende: fini l’école!

Mijn ouders waren er niet blij mee. Want ik was best een goeie student. We waren thuis met vijf jongens en twee meisjes. Allemaal sportief. En groot, basketbal was thuis de eerste sport. Maar voetbal was alles voor mij. Daar dacht ik ook aan, gisteren.

Aan de tijd dat je nog blootsvoets op straat voetbalde.

Ik was dolblij met mijn eerste witte Nike’s bij African Sports. Eén paar voetbalschoenen waarmee ik àlles moest afwerken. Trainingen en matchen. En nu speel ik in de grootste competitie ter wereld. En heb ik véél voetbalschoenen, ja. (lacht) Veel jongens met misschien nog meer kwaliteiten geraken daar niet. Merci Dieu. Maar ik heb ervoor moeten vechten. Ik denk nu terug aan mijn periode bij Sparta Praag waar de trainer mij geen enkele kans wilde geven en ik na een lange blessure met mijn manager zelfs twee maanden in Frankrijk ben op zoek gegaan naar een nieuwe club. Zonder succes. Ik moest terugkeren naar Sparta, maar die coach liet mij een hele week lang, soms drie keer per dag, apart trainen. Zonder bal, alleen lopen. Maar ik hield vol. Ik kraakte niet. Die periode heeft mij mentaal enorm gesterkt. En mij nog meer gemotiveerd. Na opnieuw een uitleenbeurt kon ik naar Slavia Praag. Vanaf dan ging het steeds beter.

Heb je nooit getwijfeld?

(gedecideerd) Jamais! Dat zit in mij. Maar het heeft ook met mijn opvoeding te maken, denk ik. Mijn ouders hebben mij altijd geleerd dat je altijd wordt beloond voor je inzet en geloof in eigen kunnen. En dat je, welke hindernissen je ook in je leven tegenkomt, altijd moet doorgaan.

Wat tekent je het meest: trots of koppigheid?

(lacht) Je vindt me koppig omdat ik mijn zin deed, op school en in Praag? Het is eerder trots. En de wil om er te geraken. Weet je, ik ben heel serieus bezig met mijn vak. Ook dat zal te maken hebben met mijn opvoeding. Geen uitspattingen. Respect! Nooit vergeten waar je vandaan komt. Ik kan best plezier maken, maar heb daar geen nachtclubs of alcohol voor nodig.

Ik zie veel blingbling maar geen tatoeages. Uitzonderlijk voor een stoere topverdediger, toch?

Eerlijk, ik zie wel graag tatoeages. Maar niet voor mezelf. (aarzelend) Mijn ouders zijn daar ook niet voor. Alweer mijn opvoeding.

En als je er toch één zou zetten, wat zou het zijn. Een beer? Of neen, een leeuw lijkt mij iets voor jou.

(lacht) Men maakt hier graag zulke vergelijkingen, hé? Men noemde mij ook al ‘krijger’. Houdt mij niet bezig. Het zal er toch niet van komen, een tatoeage.

Of de naam van je kinderen? Die bleven in 2013 achter bij je vrouw in Abidjan.

Ja. Ik mis ze danig. Mijn dochter is inmiddels al acht jaar. Ze zijn in Praag maar één keer op bezoek kunnen komen. Hopelijk kan een visum worden bekomen zodat ze naar Brugge kunnen komen. Beter dan een tatoeage. (lacht)

Of een spreuk? What doesn’t kill you makes you stronger, zoiets?

Wat je zegt. Het is mijn lijfspreuk, maar ze zit in mijn hoofd. Dat volstaat.

Over killen gesproken: Club miste tegen Galatasaray voorin wel een killer, bleek nogmaals. Jij begon toch als aanvaller? Lag je vannacht niet te denken: IK had er wel een paar ingetrapt?

Dat nu ook weer niet. Maar op de pleintjes in Abidjan was ik aanvankelijk wel een aanvaller. Ik had een goeie techniek, scoorde ook vaak. (trots) Ze noemden mij Rivaldo (Braziliaanse ster van FC Barcelona rond de eeuwwisseling, red.). Maar ik raakte door een zware trap geblesseerd en besloot toen maar achterin te spelen. Ik weet niet of ik als aanvaller een even grote carrière zou hebben gemaakt. Het is de weg die God heeft gekozen.

In Tsjechië leerde je meteen Tsjechisch, maar hier begin je blijkbaar niet zo snel aan Nederlandse lessen. Je zal hier geen vijf jaar blijven?

Dat denk ik niet neen. Maar ik tekende tot 2022, zit nu 100 procent met mijn hoofd bij Club. Ik voel mij hier na drie maanden ook al best thuis. Mooie club. Even familiaal als Slavia .

Had je zelf verwacht dat je zo snel zo belangrijk zou worden voor Club Brugge?

Eigenlijk wel. Omdat ik overal waar ik kom, wíl belangrijk zijn. En leiding wil geven. Dat leiderschap zit gewoon in mijn natuur. Ik wil alles tonen wat in mij zit.

Je wil je komende weken en maanden ongetwijfeld tonen aan Europa, niet?

Ik geef toe: in zulke matchen start ik nog meer geconcentreerd dan anders. Omdat ik droom ooit op het hoogste niveau te geraken. Ik ben nu een jaar of zeven profvoetballer, natuurlijk waren er hoogten en laagten. Maar ik weet wat ik kan. En ik zal daar voor werken. Dag en nacht.

Begin er maar aan. Tegen Real Madrid mag je Benzema afstoppen, tegen PSG Mbappé.

Dat zijn grote namen, ja. Maar dat wil niet zeggen dat je er schrik moet voor hebben. En dat je geen respect moet hebben voor minder grote namen.

Grote namen lopen niet in de spits bij Anderlecht. Die hebben zelfs geen spits, Roofe zou nog steeds niet speelklaar zijn. Wordt een rustige zondag.

(onbewogen) Anderlecht is een goede ploeg.

Verwachte elftallen:

Club Brugge: Mignolet; Mata, Mitrovic, Deli, Ricca; Rits, Vormer, Vanaken; Tau, Okereke, Dennis.

Anderlecht: Van Crombrugge; Sardella, Sandler, Cobbaut, Dewaele; Trebel, Verschaeren, Vlap; Doku, Chadli, Amuzu.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier