Gewezen ploegmaat Stijn Devolder over Wout van Aert, Mathieu van der Poel en Parijs-Roubaix: “Elke nederlaag is een les die je meeneemt”

Een week na Vlaanderens Mooiste is het tijd voor een nieuwe wielerhoogdag. Ditmaal zonder Tadej Pogacar, maar wel met Wout van Aert en Mathieu van der Poel. Wie wint de 120ste Parijs-Roubaix? “Het zal opnieuw van de conditie van de dag afhangen.”

Stijn Devolder (43) weet waarover hij spreekt. Zeventien keer reed hij de Ronde van Vlaanderen. Twee keer won hij. Twaalf keer reed de West-Vlaming Parijs-Roubaix, al raakte hij er nooit verder dan plaats zeven. Drie jaar na zijn afscheid volgt Devolder de wielersport nog altijd op de voet. Zoon Jody (15) koerst bij de nieuwelingen en ex-ploegmaats Wout van Aert en Mathieu van der Poel maken het mooie weer bij de profs. Devolder reed in 2017 en 2018 bij Verandas Willems-Crelan aan de zijde van Van Aert. In 2019 stelde hij zich bij Corendon-Circus ten dienste van MVDP.

“Ja, ik heb vorig weekend van de Ronde genoten”, glimlacht Devolder. “Het was een mooie koers. Sommige wendingen had ik verwacht, sommige ook niet. Dat het tussen Pogacar, Van Aert en Van der Poel zou gaan, had ik verwacht. Maar dat hij Wout en Mathieu ging kunnen lossen? Niet op dat parcours. In de cols zou dat vanzelfsprekend geweest zijn, maar toch niet in de Ronde, dé koers die Wout en Mathieu op het lijf geschreven is? Goed, Pogacar is meer dan de Tourwinnaar. Hij kan op elk parcours winnen.”

Stijn, jij bent hun ex-ploegmaat. Kruip eens in het hoofd van Van Aert en Van der Poel. Hoe is hun gemoedstoestand?

“Als je in hun schoenen staat, sta je in de beste schoenen. (glimlacht) Het is niet dat ze belachelijk gemaakt zijn. Tussen Mathieu en Pogacar scheelde het in de Ronde maar een procentje en in Sanremo was Mathieu wel nog de sterkste. Voor Wout geldt hetzelfde. In Harelbeke en Wevelgem toonde hij twee keer hoe goed hij is. Akkoord, in de Ronde kwam hij te kort, maar als je met drie toppers voorop rijdt, zijn er altijd twee die verliezen. In Sanremo waren dat Wout en Pogacar. In Harelbeke waren dat Mathieu en Pogacar. In de Ronde waren dat Wout en Mathieu.”

Jij kent Van Aert en Van der Poel persoonlijk. Vergelijk hen eens.

“Als persoon zijn het twee andere types, maar in koers kunnen ze niet zonder elkaar. Ze hebben elkaar groot gemaakt en ze hebben de koers samen groot gemaakt. Dat beseffen ze zelf ook wel.”

Adrie van der Poel zei begin deze week dat “ze de zwakke punten van Wout kennen”. Weet jij wat hij daarmee bedoelde?

“Misschien heeft hij zwakke punten gezien, maar ik heb die nog niet gevonden. Explosiviteit? Ook dat heeft Wout te koop. Bekijk maar eens zijn sprint in de E3. Ja, in de Ronde kende hij een zwak momentje op de Kruisberg, maar meer ook niet. Waarschijnlijk had hij een net iets mindere dag, naast de tegenslag (valpartij, red.) die hij kende. Maar in Parijs-Roubaix volgt een nieuwe kans. Het zal opnieuw afhangen van de conditie van de dag.”

De druk van buitenaf ligt wel hoog voor Van Aert, veel hoger dan bij Van der Poel en Pogacar. Is het een nadeel dat hij een Belg is?

“Ik denk dat Wout intussen voldoende ervaring heeft om daar geen aandacht aan te schenken. (denkt even na) Het is zoals je zegt. Als hij niet wint, is het niet goed. Als hij een koers weggeeft, is het ook niet goed. Hij moet winnen en liefst na een demonstratie. Maar je moet eens naar zijn palmares kijken. Op die leeftijd! Je kan het niet beter verwoorden dan hoe hij het zelf zei: ik moet niks. Wout kan alleen maar zijn best doen. En druk, die is er altijd. Je kan wel sterk in het hoofd zijn, maar zoiets helemaal naast je neerleggen, is onmogelijk. Mijn leuze was altijd: aanvaard geen kritiek van iemand aan wie je geen raad zou vragen. Ik geloof dat dit de beste manier is. Wout zal dat zelf ook wel weten.”

Het is bijna niet te geloven: Van Aert heeft een palmares om van te duizelen, maar de drie wedstrijden die hij absoluut wil winnen ontbreken. Dat moet ergens toch in zijn hoofd kruipen?

(knikt) “Hij kan niet anders dan eraan denken, want Wout is dag en nacht bezig met de koersen die op zijn verlanglijstje staan. Maandenlang bereidt hij zich voor op zijn koersen. Dan is het niet evident om je erover te zetten als het niet lukt. Wout heeft alle mogelijkheden om zijn dromen waar te maken en heeft nog enkele jaren de tijd. Hij is nu op een leeftijd waarop hij zijn allerbeste niveau haalt. En volgend jaar wacht een nieuwe kans. Elke nederlaag is een les die je naar de toekomst meeneemt. Ook voor mij was de Ronde van Vlaanderen alles waar ik van droomde. Ik heb fouten gemaakt waarvan ik dacht dat ik het nooit zou leren, maar op een dag had ik zoveel bagage dat ik beter was dan ik ooit had durven te denken. Op een dag zal Wout ook over die bagage beschikken.”

Krijgen we vandaag in Parijs-Roubaix opnieuw een clash tussen Van Aert en Van der Poel?

(denkt even na) “Als de logica gerespecteerd wordt, krijgen we een duel tussen hen. Maar er kan in koers veel gebeuren en zeker in Parijs-Roubaix. Wie weet ontsnapt er net zoals in de Ronde een groep van ver en raken Van Aert en Van der Poel geïsoleerd. Al verwacht ik dat ze beiden over een sterke ploeg zullen beschikken. Jumbo-Visma heeft de voorbije weken getoond dat ze ontegensprekelijk het sterkste team hebben, want ze wonnen op uitzondering van de Ronde alle Vlaamse klassiekers. Maar de ploeg van Mathieu (Alpecin-Deceuninck, voor één keer Alpecin-Elegant, red.) moet niet onderdoen, vind ik. Daar zie je alleen pure helpers die voor de volledige honderd procent Mathieu willen helpen om de koers te winnen. Bij Wout kan je zo drie ploegmaats opsommen die zelf Parijs-Roubaix kunnen winnen. Wat is het beste? Moeilijk te zeggen, vind ik. De koers zal het wel uitwijzen.”

Wie zijn jouw outsiders?

“Als Wout en Mathieu door omstandigheden niet voor winst kunnen meedoen, mogen de twee West-Vlamingen van mij die kassei winnen: Yves Lampaert en Sep Vanmarcke. Zij dromen er al jaren van om ooit Parijs-Roubaix te winnen en verdienen dat ook.”

Tot slot: vijf jaar geleden kwam Michael Goolaerts tijdens Parijs-Roubaix om het leven. Een hartstilstand. Wout van Aert en jij maakten dat als ploegmaat van erg dichtbij mee. Denk je daar nog vaak aan terug?

(knikt) “Nog elke dag. Ik heb nog vaak contact met zijn ouders. Eigenlijk heb ik er niet veel woorden voor. Ook Wout is daarmee bezig, daar ben ik zeker van. We waren dat jaar een ploeg die echt aaneenhing. Als er dan iemand wegvalt, is dat een gebeurtenis die je jouw hele leven bijblijft. Ik ben nadien nooit meer naar Roubaix teruggekeerd. Wout wel. Ook in deze editie zullen de renners weer passeren aan de plek waar het gebeurd is. Dan word je automatisch in die herinnering meegezogen. (stilte) Nogmaals, ik heb er niet veel woorden voor.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier