Succescoach Wouter Vrancken houdt de voeten stevig op de grond: “Ik wou uit het voetbal stappen, omdat er te veel hypocrisie heerste”

GENK – Vorig seizoen moesten ze zich nog reppen om in de eerste helft van het klassement te eindigen. Maar met de komst van Wouter Vrancken ondergingen de Genkies een formidabele metamorfose. Deze namiddag kan de verrassende leider titelverdediger Club Brugge op vijftien punten zetten. Interview met een coach met een atypisch parcours. “De dag dat niemand in het voetbalwereldje mij nog wil, ga ik gewoon iets anders doen.”

Dat hij wil lopen voor hij kan gaan, zoals sommige ongeduldige, brandend ambitieuze jonge collega’s, kun je van Wouter Vrancken (43) niet zeggen: de ex-prof van STVV, Gent, Genk, KV Mechelen en KV Kortrijk bouwde zijn trainerscarrière op via alle afdelingen van het Belgisch voetbal. Negen jaar nadat hij er bij de vierdeprovincialer RDK Gravelo aan was begonnen, promoveerde hij met KV Mechelen naar de Jupiler Pro League én won hij tegelijk al meteen de beker van België. Afgelopen zomer verhuisde hij naar Genk en sindsdien is het feest in de Cegeka Arena. Nochtans werd toen met Thorstvedt, Dessers, Ito, Bongonda en Lucumi de ene basisspeler na de andere verkocht, duurde het tot speeldag acht tot topscorer en Gouden Schoen Onuachu aan de aftrap verscheen en begon er tot nu nog altijd geen enkele van de nieuwkomers aan een competitiewedstrijd. Met een op papier afgeroomde spelerskern, die vorig seizoen pas als achtste eindigde, laat hij nu de grote titelpretendenten Club Brugge en Antwerp een straat achter zich.

Wat zijn de ingrediënten van de magie die je in Genk creëerde, Wouter?

“Ik? Ik creëerde niets. Eén iemand kan dat niet realiseren. Met de staf zijn we vanaf dag 1 aan een verhaal begonnen en maakten we de spelers zo duidelijk mogelijk wat we op ieder moment van hen verlangden. Zij zijn daar gretig mee omgegaan, voelden vertrouwen en speelden zo een magnifieke eerste ronde. Die kwaliteiten hadden ze vorig seizoen ook al, maar met het vertrouwen in hun eigen kunnen en in elkaar kunnen ze iets meer. Het komt er nu op aan dat raderwerk draaiende te houden.”

Je wordt, horen we, intern geloofd voor je geïndividualiseerde aanpak.

“Verschillende persoonlijkheden gelijk behandelen werkt niet. Je moet zorgen dat elk individu vanuit zijn eigen comfortzone zijn ei kwijt kan en zo zijn grenzen durft te verleggen. Er zijn grenzen aan vrijheden, want anders krijg je chaos. Maar om goed te kunnen presteren, moet je je goed voelen en plezier beleven. Wat we doen, is proberen het spelplezier uit de kindertijd weer naar boven te halen en op die manier de wedstrijden in te stappen.”

Vroeger was ik veel directer, aanvallender. Maar ik kan nu beter empatisch communiceren”

In welke zin ben je veranderd sinds je twaalf jaar geleden in vierde provinciale voor twee man en een paardenkop aan je trainerscarrière begon?

“Ik heb nu veel meer principes én ze zijn veel gedetailleerder. Je probeert je benadering van spelers zo efficiënt mogelijk te maken, te zorgen dat ze de info met wil en dank aannemen en kunnen verwerken. Zo evolueer je. Ik wou uit het voetbal stappen, omdat ik vond dat het te veel ieder voor zich was en er te veel hypocrisie heerste, tot iemand mij zei: Doe het dan op jouw manier! Sindsdien gaat het in stijgende lijn.”

Wat houdt ‘jouw manier’ in?

“Ik zal nooit iets achter de rug van spelers zeggen wat ik hen nog niet in een persoonlijk gesprek heb gezegd.”

Wat vaak in jouw discours terugkeert, is: voeten op de grond houden!

“Sowieso. Het heeft geen zin om na een goeie wedstrijd te gaan zweven en grote uitspraken te doen, want in voetbal is het belangrijkste altijd wat komt. Maar dat wil niet zeggen dat je niet kan genieten. Integendeel. Tegenwoordig word je zo geleefd, door de ratrace en de sociale media, dat je bij momenten moet kunnen stilstaan om van kleine dingen te genieten. Zo niet gaat het leven aan je voorbij zonder dat je het beseft.”

De scherpe kantjes van je vurig temperament lijken er wat af.

“Ja. Van 90 procent van alle problemen in de wereld is communicatie de grootste oorzaak, dus probeer ik dat zo goed mogelijk te doen. Vroeger was ik veel directer, aanvallender. Ik zeg nog altijd wat ik moet zeggen, maar ik kan nu beter empathisch communiceren. Ook confronteer ik niet snel meer spelers in groep, omdat ze dan rebelleren of in hun schelp kruipen en dat is niet de manier waarop je tot een vruchtbaar gesprek komt.”

Sta je wel eens te kijken van de hoogte die jouw carrière neemt?

“Ik ben daar niet mee bezig, omdat ik besef dat ik het niet kan zonder de juiste mensen rond mij.”

Je werd zelfs al getipt als kandidaat-bondscoach.

“Daarvoor sta ik nog te graag elke dag op het veld. Maar ik vond het wel een blijk van waardering dat ook Steven Defour dat zei, omdat hij al met veel grote trainers werkte en van bij KV Mechelen weet hoe ik werk.”

Je werd in het tussenseizoen ook genoemd als kandidaat-coach van Club Brugge. Is er toen contact geweest met jou en/of je zaakwaarnemer?

“Laat ons zeggen dat Genk toen heel kordaat op de bal heeft gespeeld.”

Je bent genomineerd voor de Trofee Raymond Goethals.

“Ja? Dat wist ik niet.”

De sterkste ploeg waartegen we dit seizoen al speelden? Union!”

Carl Hoefkens is ook genomineerd, maar werd intussen door Club Brugge ontslagen met de mededeling dat het een slechte keuze was om hem hoofdcoach te maken.

“Ik maak mij daar geen zorgen om. De dag dat niemand in het voetbalwereldje mij nog wil, ga ik gewoon iets anders doen.”

Je weet wat het gewone leven inhoudt.

“Ja, voor ik vijf jaar geleden proftrainer werd, heb ik veel andere dingen gedaan. (lacht) In een bank gewerkt, verzekeringen gedaan, mensen gecoacht voor Nespresso…”

Wanneer ga je bekennen dat kampioen spelen het doel is?

“Het heeft geen zin om onze top 4-ambitie halfweg de competitie al te veranderen. We willen klaar zijn voor de start van de tweede ronde tegen Club Brugge en Antwerp, die qua kern en budget de twee sterkste ploegen zijn.”

Wie is de sterkste ploeg waartegen jullie dit seizoen al speelden?

“Union.”

Wat verwacht je van het Club Brugge van Scott Parker?

“Moeilijk te zeggen. We probeerden op alle mogelijke manieren aan info te geraken over zijn werk bij Fulham en Bournemouth, maar de eerste wedstrijd van een coach blijft het toch altijd een beetje koffiedik kijken.”

Stuurde je deze week ook een spion naar de trainingen van Club Brugge?

“Neen. Met iemand stiekem te laten gluren naar een gesloten training hou ik mij niet bezig.”

Welk type coach is Scott Parker op basis van jouw info?

“Iemand die veel op balbezit speelt, zoals hij zelf zegt, maar de analyse van zijn wedstrijdprincipes hou ik voor mezelf. Dat hoeft hij niet vooraf in de krant te lezen.” (door Christian Vandenabeele)

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier