Slow travel in Slovenië: waar duurzaam genieten een kunst is

Wie Slovenië zegt, denkt Ljubljana en Bled. Respectievelijk de hoofdstad en het sprookjesachtige meer. Maar Slovenië is zoveel meer dan twee toeristische trekpleisters. Het kleine land is pionier in duurzaamheidsdenken, natuurwijnen en gastronomie. En het doet dat met een no nonsense flair, een brede glimlach en een uniek gevoel voor humor.

 

Al enkele jaren hoor ik enthousiaste verhalen over Slovenië. Over een bruisende cultuur, betoverende natuur en puike gastronomie. Een land waar je van alles een beetje proeft. Onze trip begint in Ljubljana, de prachtige hoofdstad die recent de prijs won voor beste Europese bestemming van 2022. Opvallend: het centrum is volledig verkeersvrij. Met amper 293.000 inwoners is het een van de kleinste Europese hoofdsteden en zo voelt het ook aan. Aan de centrale Ljubljanicarivier die de stad doormidden klieft, heerst een bruisende gezelligheid op de vele terrasjes. De typische architectuur, van de triple brug, de universiteit, bibliotheek en alles rond het water, heeft de stad te danken aan de volksheld en architect Joze Plecnik.

De Ljubljanicarivier slingert doorheen de groene hoofstad. (foto Getty Images)

Bruisende culinaire scene

Eten en drinken doen de Slovenen graag, zoveel is zeer snel duidelijk. Onze eerste stop op vrijdagavond is dan ook de Open Kitchen Food Market op het centrale Pogacarjev Trg-plein in de stad. Een bruisend festivalletje met 50 kraampjes en evenveel soorten keukens. Van Argentijnse ribbetjes, Amerikaanse burgers, Oost-Indische noedels tot -uiteraard- Sloveense specialiteiten en alles ertussenin. En alles met een aangepast natuurwijntje of een prijswinnende gin. Dit is dé vrijdagactiviteit van de kosmopoliet die graag keuvelt en proeft. Een verplichte stop wanneer je in Ljubljana bent tussen april en oktober.

Op naar het Middeleeuws kasteel dat boven de stad uittorent. De ideale uitkijkplek voor een bescheiden winetasting in de Castle Wine Shop gevolgd door een gastronomisch diner bij Strelec, een Michelin Plate restaurant in de pittoreske toren van het kasteel. Het is daar dat we kennismaken met de Sloveense keuken, een typische mix van authentieke traditionele gerechten met een contemporaine vleug fusion. Slapen doen we die nacht in het prachtig gerenoveerde 18de eeuwse Zlata Ladjica Boutique hotel. Op dag twee struinen we langs de groene straten en lunchen we bij TaBar, een Michelin Bib Gourmand tapasbistro die een wijnkaart heeft met maar liefst 300 verschillende flessen. Mijn reisgenoot pikt er een orangewijn van het Kmetija Stekar-domein uit en ontlokt zo een verbaasde vreugdekreet bij de chef. De 006 Snezatno uit 2006, een zeer uitzonderlijke wijn, blijkt zijn ‘unicorn’ te zijn.

Wuivende wijnranken

De volgende stop is Piran, een middeleeuws ommuurd en beschermd havenstadje waar Venetiaanse en Mediterraanse invloeden samenkomen in smalle klimmende straatjes. Een parel aan de Adriatische kust, waar de gevolgen van de klimaatopwarming en de stijgende zeespiegel helaas al hun tol eisen in de vorm van regelmatige overstromingen.

Piran, een parel aan de Adriatische kust, is een middeleeuws ommuurd en beschermd havenstadje waar Venetiaanse en Mediterraanse invloeden samenkomen. (foto Thalisa Devos)

Op dag drie trekken we naar de Vipavavallei, een schoonheid geklemd tussen de Alpen, het Karstgebergte en de Mediterraanse wereld. Het is daar dat excellente natuurwijnen gedijen in de rijke minerale grond. Waar de wijnranken wuiven in de lokale Bora-wind. Geen betere plek om de rijkdom van de streek te proeven dan bij Burja Estate, een kleinschalig wijndomein die de traditionele Vipava wijnbouw – natuurlijk en biologisch – combineert met moderne technieken.

Geen betere plek om de rijkdom van de streek te proeven dan bij Burja Estate, een kleinschalig familiewijndomein. (foto I feel Slovenia)

Hier neem je plaats aan de eettafel van de familie en krijg je een rondleiding met de gezinshond in je kielzog. De volledige namiddag brengen we door in het sterrenrestaurant Gostilna pri Lojzetu bij chef Tomaz Kavcic. Geen stijf gedoe in zijn restaurant, maar een vrolijke casual en jeugdige sfeer. Hier proeven we een gebalanceerd menu geënt op de Sloveense traditie, gekruid met nieuwe technieken en lokale producten.

De rijke minerale grond van de Vipavavallei levert excellente natuurwijnen. (foto Getty Images)

Uitbuiken doen we in de Theodosius Forest Village. Een verzameling van amper tien boshutten, ingepakt in reflecterende spiegels, die over de wijnranken uittorenen. Helemaal afsluiten doen we in de buitenjaccuzi en de dito sauna. Dit is de ultieme Sloveense ervaring: gastronomisch genieten met een glaasje topwijn, bekomen in de prachtige natuur en daarna uitrusten in de wellness.

Praktisch

Vliegen deden wij met Brussels Airlines op Ljublijana

Slapen in Zlata Ladjica Boutique Hotel, Hotel Piran en Theodosius Forest Village

Eten in Strelec, TaBar, COB, Gostilna pri Lojzetu

Wijn drinken in Castle Wine Shop en Burja Estate

Voor meer info: ww.slovenia.info

tekst Thalisa Devos

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier