Je hebt ogen te kort in de Zaal der XVII Provinciën in het Paleis op de Meir. (foto LUCID)

3 x op bezoek in een stadspaleis

Het woord ‘stadspaleis’ bestaat nog niet zo lang. Vroeger werd een groot uitgevallen herenhuis in een stad een ‘Hôtel’ genoemd. Kapitaalkrachtige adel liet zulke huizen optrekken om ermee te pronken. In elke stad in Vlaanderen zijn er woningen die de eeuwen trotseren en met elke generatie een nieuw verhaal schrijven.

1. Het paleis van de keizer (Antwerpen)

De ene monumentale woning leunt tegen de andere aan op de Meir in Antwerpen. Johan Alexander van Susteren liet er in 1745 op de hoek van de Wapper een woning realiseren die zijn gelijke niet kende in de stad. Architect Jan Pieter van Baurscheidt de Jonge creëerde een totaalkunstwerk. Van Susteren heeft het nooit volledig afgewerkt gezien. Hij stierf in 1764. Bijna vijftig jaar later kocht keizer Napoleon Bonaparte het monumentale pand en liet het helemaal naar zijn smaak herinrichten. Hij zette er nooit een voet binnen. Na hem gebruikte koning Willem van Oranje het als koninklijk paleis. Hij liet er de Zaal der XVII Provinciën inrichten. Op het balkon zwaaiden alle Belgische vorsten tot aan Boudewijn het volk toe. Nadien kreeg het paleis een nieuwe bestemming als kunsttempel voor de avant-garde. Erfgoedorganisatie Herita gaf het Paleis op de Meir zijn grandeur terug. Enkel groepsbezoeken op aanvraag zijn mogelijk. Gratis het gelijkvloers zien? Spring dan binnen bij The Chocolate Line.

Info: www.paleisopdemeir.be

2. Bourgondisch topmuseum (Mechelen)

Staatsman Hiëronymus van Busleyden liet begin 16de eeuw de woning van zijn overleden broer uitbreiden. Mechelen was op dat moment het middelpunt van de Lage Landen. Landvoogdes Margaretha van Oostenrijk woonde er en alle belangrijke instellingen hadden er hun zetel. Al wie Europese naam en faam had, kwam langs in de stad aan de Dijle. Hiëronymus zelf kon Erasmus en Thomas More onder zijn intimi rekenen. Architect Wenceslas Cobergher maakte er in de 17de eeuw een pandjeshuis van, de zogenaamde Berg der Barmhartigheid. Door zijn toedoen kreeg dit monumentale paleis zijn huidige uitzicht. Sinds 1938 is het Hof van Busleyden een museum. Je vindt er topstukken die verwijzen naar de Bourgondische renaissance. Het museum is open van woensdag tot zondag, van 10 uur tot 17 uur.

Info: www.hofvanbusleyden.be

3. Schuilplek van de Franse koning (Gent)

Drie generaties van de Gentse familie D’Hane de Steenhuyse hebben hun centen geïnvesteerd in de bouw en de inkleding van een prachtig stadspaleis in de Veldstraat. Binnen dwaal je door gangen en ruimtes, langs geheime doorgangen voor het personeel en weelderig versierde trappen. In 1815 verbleef de Franse koning Lodewijk XVIII er een tijdje terwijl hij op de vlucht was voor de pas uit ballingschap teruggekeerde Napoleon Bonaparte. Voordien was hier ook al tsaar Alexander van Rusland te gast geweest. De architecturale parel is op vrijdag en zaterdag te bezoeken van 14 uur tot 18 uur en op zondag van 10 uur tot 18 uur. Op reservatie kan je er op zondag om 11 uur deelnemen aan een rondleiding.

Info: www.historischehuizen.stad.gent

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier