Amsterdam is dit jaar in feestmodus, want de stad viert haar 750ste verjaardag. Dat betekent een jaar lang extra tentoonstellingen, concerten, buurtfeesten en verrassingen. Het ideale moment voor een weekendtrip en om mee te feesten in een stad die springlevend en eigenzinnig blijft. Meer heb ik niet nodig om een retourticket te boeken. Met de trein, die mij rechtstreeks in het kloppende hart van de stad afzet.
Onderweg bedenk ik dat het al lang geleden is dat ik in Amsterdam was. Zodra ik buiten het Centraal Station stap, overspoelt me een golf van herkenning: de drukte, de toeristen, de talloze fietsers en de bootverhuurders die hun grachtenrondvaart aanprijzen. Een boottocht is behoorlijk toeristisch, maar blijft de ideale opwarmer voor een verlengd weekend in de stad. Al was het maar om opnieuw de sfeer van de grachten, bruggetjes en de georganiseerde chaos op te snuiven.
Daarom stap ik meteen na aankomst aan boord bij Canal Cruise Amsterdam, van de vele bootverhuurders, vlak bij het station. En of ik het me niet beklaagd heb: de tocht duurt een uur en slingert zich door de grachten en kanalen die van Amsterdam het Venetië van het Noorden maken. Een boeiende hernieuwde kennismaking die smaakt naar meer.
Gouden sleutel
Mijn gouden sleutel voor dit weekend is de I Amsterdam City Card: gratis toegang tot bijna alle musea, openbaar vervoer, fietsverhuur en tal van andere attracties.
En over openbaar vervoer gesproken: de metro blijft een handig vervoermiddel in deze Nederlandse hoofdstad. Maar eenmaal ingecheckt besluit ik daarna om toch de stad per fiets te verkennen. Een knalgele die ik oppik bij Yellow Bike, opnieuw vlak bij het station.
Via Fietsnet had ik vooraf een parcours uitgestippeld, maar in de drukte raakte ik al snel de wegwijzers kwijt. Geen ramp: gewapend met een stadsplan fietste ik op goed geluk rond. Zo belandde ik in Westerpark, een groene stadslong net buiten het toeristisch centrum. Deze wijk dankt haar naam aan de voormalige Westergasfabriek, die begin 21ste eeuw gesaneerd en omgevormd werd tot culturele en recreatieve hotspot.
Grote openluchtgalerie
Tijd om terug te fietsen naar het Centraal Station, waar ik aan de achterzijde mijn tweewieler inruil voor een veerboot. Over de rivier het IJ gaat het nu richting Amsterdam-Noord. Dit stadsdeel ontwikkelde zich het laatste decennium vooral rond de voormalige NDSM-werf en groeide uit tot een van de meest creatieve en eigenzinnige plekken van de stad. De wijk voelt totaal anders dan het historische centrum: ruimer, industrieel en vaak verrassend.
De NDSM-werf was ooit een scheepswerf en die industriële vibe is er nog steeds. Oude loodsen herbergen nu ateliers, kunstinstellingen en hippe cafés. Met zijn street art en gigantische murals lijkt het gebied op een openluchtgalerie.
Hier staat ook de A’Dam Toren, met bovenop de Lookout: een panoramisch dek dat een 360°-uitzicht biedt. Voor durfals is er de Swing Over the Edge, een schommel die letterlijk over de rand van het dak zweeft. Ik beperk me tot kijken.
Keuzestress
Op zondag blijf ik in het historisch centrum plakken. Ik besluit mijn weekend op te pimpen met een vleugje kunst. Maar dat blijkt niet eenvoudig: met toppers als het Rijksmuseum, het Van Gogh Museum, het Anne Frank Huis en het H’ART Museum – de vroegere Hermitage – is het aanbod overweldigend. En eerlijk gezegd: het Rijksmuseum bezoeken is al een dagtaak op zich.
Dus moeten er keuzes worden gemaakt. Ik laat de klassiekers bewust links liggen en kies voor NEMO en het Eye Filmmuseum, twee musea die mij vooral met hun opvallende architectuur weten te triggeren.
NEMO, gelegen aan het Oosterdok, is dankzij zijn markante vorm – een schip dat uit het water lijkt op te rijzen – een echte landmark in het stadscentrum. Binnen draait alles rond wetenschap en technologie, al trekt vooral het vernieuwde, schuin aflopende dakterras mijn aandacht. Het garandeert een fantastisch uitzicht over de stad. Het museumbezoek zelf hou ik bewust kort, want ik heb vooral zin om buiten te genieten van zon, uitzicht en een vroege brunch. Moet kunnen.
“Amsterdam mag dan 750 jaar oud zijn, de stad is jonger en energieker dan ooit”
Pittige oude dame
Nadien beland ik in de Negen Straatjes, misschien wel het bekendste winkelgebied van de stad. Pittoresk, dat zeker, maar voor mij net iets te druk. Ik besluit verder te trekken, richting Eye Filmmuseum.
Ook dit museum ligt aan de waterkant en oogt vanop afstand als een buitenaards ruimteschip. Al mag je er gerust iets anders in zien. Binnen is het voor een filmliefhebber als ik puur genieten van de combinatie van tijdelijke en permanente tentoonstellingen. Een vleugje melancholie overvalt me.
Terwijl ik door de ramen de stad zie liggen, dringt het besef zich op: Amsterdam mag dan 750 jaar oud zijn, de stad is jonger en energieker dan ooit. Een pittige oude dame, klaar voor nog vele jubilea. Misschien in 2050, bij 775 jaar. (Igor Vandenberghe)
Praktisch
We maakten deze reis op uitnodiging van Amsterdam & Partners.
Meer over Amsterdam en de I Amsterdam City Card vind je op http://www.iamsterdam.com
Met de Eurostar spoorden we in nauwelijks een kleine twee uur van Brussel naar hartje Amsterdam.
Overnachten deden we in het levendige stadshotel Volkshotel, op slechts 50 meter van het metrostation Wibaustraat. Het hotel bevat een lobbycafé, cocktailbar en restaurant. Die laatste bevindt zich op de 7de verdieping, met een 360°-zicht over de hoofdstad.
Het jubileumjaar van Amsterdam 750 is in volle gang! Sinds oktober 2024 wordt er gevierd in de stad – tot aan de verjaardag op 27 oktober 2025. Van kleinschalige buurtactiviteiten tot grote evenementen.