Afgelopen winter kozen we voor een intensieve shortbreak op Bonaire: het Caribische eiland met Nederlandse roots én een tropisch hart. Ideaal voor wij houdt van zon, zee en zorgeloos genieten.
Na een vlotte vlucht landen we ‘s avonds op Flamingo Airport. Het is 20 uur lokale tijd – in België is het ondertussen diep in de nacht – dus rijden we direct naar onze logies: Bamboo Bonaire, een charmant boetiekhotel aan de rand van Kralendijk. De volgende ochtend halen we onze huurwagen op. Op Bonaire is dat steevast een viriele pick-up, ideaal om offroad het eiland in alle vrijheid te verkennen.
Washington Slagbaai National Park
Onze eerste rit gaat noordwaarts, richting Washington Slagbaai National Park. Met zijn 4.286 hectare ruige natuur het groene hart van Bonaire. Cactuswouden, zoutmeren, duinen en verlaten strandjes wisselen elkaar af. Twee routes doorkruisen het park – wij kiezen voor de langste van 35 kilometer. De weg is behoorlijk hobbelig, maar het uitzicht maakt alles goed.
We stoppen regelmatig om foto’s te maken of gewoon om te genieten van het panoramisch uitzicht. Aan Boka Slagbaai dalen we af naar zee voor een verfrissende duik in het azuurblauwe water. Vergeet tijdens deze excursie geen water of picknick mee te nemen, want horeca is hier afwezig – en dat draagt net bij aan de rust.
Zout, wind en vrijheid
De volgende dag rijden we zuidwaarts, waar het landschap plots vlak wordt. In de verte glinsteren de witte piramides van de zoutpannen, omgeven door roze water dat fel afsteekt tegen de turquoise zee. Langs de kustweg liggen verlaten strandjes als Pink Beach, geliefd bij duikers. Aan de andere kant van de weg staan de White Slave-huisjes: kleine witte hutten uit 1850 die herinneren aan de slavernij. Ze werden vermoedelijk nooit echt bewoond, maar tonen pijnlijk hoe krap de leefomstandigheden waren.
“Roze flamingo’s paraderen in het ondiep zoutwater van het Gotomeer. We bewonderen ze vanop afstand”
Even verder zweven tientallen kitesurfers boven het water; Bonaire is een paradijs voor wind- en kitesurfers, met Atlantis Beach als favoriete stek. Via de oude Willemstoren rijden we naar Lac Bay en het legendarische Sorobon Beach. In deze half afgesloten baai is het water nooit dieper dan een meter, perfect om te surfen of te pootjebaden. We nemen een duik in het warme water, het voelt alsof we in een openluchtbad stappen. Heerlijk, maar moeilijk om echt te zwemmen.
Luieren in de bar
Sorobon telt enkele gezellige strandbars, met de Hang Out Bar als onze absolute favoriet. We nestelen ons in de schaduw met een biertje en een gegrilde barracuda, de catch of the day. Voor ons trekken surfers hun kleurrijke zeilen strak in de wind. De sfeer is relaxed, tijd lijkt hier niet te bestaan.
We blijven langer hangen dan gepland en haasten ons uiteindelijk naar het Donkey Sanctuary, waar ruim 800 geredde ezels vrij rondlopen. Nieuwsgierig komen ze aan de wagen snuffelen, waarbij sommige iets té veel affectie laten blijken.
Praktische info
De reis: Wij reisden naar Bonaire op uitnodiging van de Toeristische Dienst van Bonaire. Bonaire is een ‘speciale gemeente van Nederland’. Nederlands is op het eiland dan ook de officiële taal. Info: www.bonaireisland.com.
Vliegen: Zowel KLM, Corendon als TUIfly vliegen op Bonaire.
Het hotel: We sliepen in Bamboo Bonaire, een intiem boetiekhotel op slechts 80 m van de zee. De gasten worden ondergebracht in comfortabele cottages in een tropische, romantische setting, met een persoonlijk tintje. Alle cottages zijn omringd door een exotische tuin, met elk een privé-veranda. Het hotel beschikt over een lounge zwembad en een eigen restaurant. Info: www.bamboobonaire.com
Nuttige links: Dive Friends, http://www.bamboobonaire.com; Epic Tours Bonaire, www.epictoursbonaire.com; FX Bonaire: www.bonairekiteschool.com
Bij het terugkeren naar het noorden volgen we de Queens Highway, een schilderachtige kustweg van Kralendijk naar Rincon. De route slingert langs de zee, met telkens weer nieuwe vergezichten. Onderweg stoppen we bij 1000 Steps, een populaire duikspot. Het zijn gelukkig geen duizend treden, maar de klim richting auto laat zich toch voelen. Iets verder ligt het Gotomeer, waar roze flamingo’s paraderen in ondiep zoutwater. We bewonderen ze vanop afstand – beter zo voor mens én dier.
In Rincon, de oudste nederzetting van Bonaire, gaan we vroeg dineren bij Posada Para Mira. Een eenvoudig restaurant met lokale gerechten en een prachtig uitzicht over het dal. Nadien wandelen we door het rustige dorp en bezoeken de Cadushy Distillery, waar men cactuslikeur maakt.
Zeilen op het land
Van al dat luieren wordt een mens loom. Vandaar dat we op dag drie wat actie hebben ingepland. Zoals een mountainbiketocht. We trekken er met Jarne van FX Bonaire ’s ochtends vroeg op uit. “Om de warmte voor te zijn”, merkt hij terecht op.

Jarne voorziet ons van elektrische mountainbikes voor een tocht van 35 kilometer, grotendeels offroad. De Giant Talon E doet het zware werk terwijl wij genieten van het ruige binnenland. Na de middag wisselen we de pedalen in voor zeilwielen: we gaan landzeilen op een afgesloten circuit nabij Rincon. Na een korte uitleg scheuren we eerst weifelend, later iets virieler door de bochten, aangedreven door de altijd aanwezige passaatwind. De zeilwagens doen denken aan die in De Panne, met dit verschil dat hier op een circuit wordt geracet, weliswaar met de kustlijn op de achtergrond.
Waterpret in het kwadraat
Bonaire is een watersportparadijs, dus mag een dag waterpret niet ontbreken. ‘s Ochtends verkennen we met Dive Friends het onderwaterleven – sommigen duiken, wij snorkelen en kijken nieuwsgierig toe. Later op de dag schepen we in voor een catamarantocht met Epic Tours Bonaire. Aan boord: zon, zee, snorkelstops en een viergangenmenu met bubbels. Op het dek, met een glas wijn in de hand, kijken we naar de kustlijn die glinstert in de namiddagzon. Meer moet dat soms niet zijn.
Onze reis sluiten we op onze laatste dag af in de Hang Out Bar, chill met een XXL-hamburger als stevige bodem voor de terugvlucht. Daar kan geen vliegtuigmaaltijd tegenop. (Door Igor Vandenberghe)
