Een sneeuwschoenwandeling is een ideale manier om ongerepte plekjes te verkennen. (foto Jo Haegeman) © Jo HAEGEMAN

La dolce vita in de sneeuw: Ahrntal is het best bewaarde geheim van Zuid-Tirol

Sandra Rosseel
Sandra Rosseel Chef De Zondag

Helemaal in het noorden van Italië, tegen de Oostenrijkse grens aan, ligt een van de best bewaarde geheimen van Zuid-Tirol: het Ahrntal. Een bergdal aan de zonnige kant van de Zillertaler Alpen, dat zich in de winter ontpopt tot een heus wintersportparadijs waar ook niet-skiërs hun hart kunnen ophalen. Een plek waar luxe en duurzaamheid hand in hand gaan, de sterrenhemels schitteren en elke uitstap een avontuur is.

Waw! Met open mond staren we naar de duizenden, zo niet miljoenen sterren die boven ons fonkelen. Toen we meer dan een uur geleden aan deze sneeuwschoenwandeling begonnen, was er nog geen ster te bespeuren, maar nu de nacht op Speikboden is gevallen, gaat al onze aandacht naar die schitterende sterrenhemel. Tot onze gids ons op nog enkele andere fonkelende lichtjes wijst: die van de iglo’s waar we vannacht zullen slapen. “Kom op, het is niet ver meer”, zegt hij enthousiast. We klikken onze hoofdlampen opnieuw aan en ploegen verder door de sneeuw, richting ons witte hotel dat ook indrukwekkend genoemd mag worden. Dit is geen iglo zoals we die als kind leerden kennen. Twee zijvleugels met kamers – er is plek voor 22 mensen flankeren een prachtige kapelachtige ruimte, waar we straks zullen dineren. Maar eerst houden we halt bij de bar, waar we de koude verjagen met een hartverwarmende punch en we ontdekken hoe zo’n reusachtige iglo gemaakt wordt. Niet steen per steen zoals in onze kinderboeken, maar met reusachtige ballonnen waar sneeuw over gespoten wordt. Eens de sneeuw is aangestampt, wordt de lucht uit de ballonnen gelaten en heb je de binnenruimtes, die hier op prachtige wijze aangekleed zijn. Kerstboomlichtjes, kaarsjes, dierenhuiden… Het plaatje klopt helemaal.

Fonkelende sterren boven ons hotel van sneeuw: slapen in een iglo is een onvergetelijke gebeurtenis. (foto SRA)
Fonkelende sterren boven ons hotel van sneeuw: slapen in een iglo is een onvergetelijke gebeurtenis. (foto SRA)

Sauna op 2.000 meter hoogte

We verkassen naar het restaurant, waar groentesoep en goulash met knoedels op het menu staan. We sluiten het diner af met kaiserschmarrn, het in de regio populaire dessert dat bestaat uit stukjes gekarameliseerde pannenkoek en steevast met appelmoes én bessensaus wordt opgediend. Geen moment te vroeg, want ondanks onze sneeuwschoenen en onze outfit die uit meerdere lagen thermische en skikleding bestaat, beginnen we het toch serieus koud te krijgen in dit restaurant van sneeuw. Gelukkig is de oplossing in zicht: op enkele luttele meters van onze iglo staat een sauna. Helemaal opgewarmd duiken we wat later – met een warmwaterkruik in de hand onze slaapzak in. Tussen de slaapzak en het bed van sneeuw in zorgen dierenvellen voor extra isolatie… Koud zullen we het zeker niet hebben vannacht.

Na een heerlijke nacht op 2.000 meter hoogte wacht ons een al even heerlijk ontbijt van lokale producten in het restaurant van skistation Speikboden, op luttele minuten wandelen van de iglo’s. De ideale plek ook om de ski’s aan te binden. Terwijl mijn skigekke compagnons nog hogere regionen opzoeken, probeert skileraar Heinli me de basisbeginselen van het skiën bij te brengen. Iets waar hij met zijn meer dan 50 jaar ervaring – in de zomer als berggids, in de winter als skimonitor – wonderwel in slaagt. Wanneer we weer samenkomen voor de lunch, heb ik niet alleen de blauwe pistes overwonnen, maar ook stukken rode piste. We nemen de zetellift naar de berghut Sonnklar, waar we ons op het dak van de wereld wanen en een verbluffend 360°-uitzicht hebben op de bergen rondom ons.

Kerkje met magische krachten

Na nog meer (après-)skiplezier is het tijd om ons volgend hotel op te zoeken. Biohotel Bühelwirt ligt in St. Jakob, op een kwartiertje rijden van het skigebied. Dit familiehotel is aan de vierde generatie toe, een generatie die resoluut de kaart van de vernieuwing trekt. Dat uit zich onder meer in een prachtige nieuwbouwvleugel, ontworpen door lokale architecten, waarbij elk venster zo omkaderd wordt, dat het een schilderij op zich lijkt. Het ontwerp, de doordachte keuze voor lokale materialen en de vele designdetails werden al snel opgemerkt: het hotel is een hit bij architectuurliefhebbers.

Pittoresk, én de plek om al je zonden weg te wassen: het kerkje van de Heilige Geest in Kasern. (foto SRA)
Pittoresk, én de plek om al je zonden weg te wassen: het kerkje van de Heilige Geest in Kasern. (foto SRA)

Het hotel is ook een ideale uitvalsbasis om de vallei verder te verkennen. We laten de auto aan de kant staan en nemen het openbaar vervoer (gratis dankzij de guest pass van het hotel, red.) naar eindhalte Kasern. Een populaire plek voor langlaufers, al nemen wij gewoon het wandelpad dat naar het uiterste puntje van de vallei leidt. We wandelen door een winterwonderland tot aan de Kerk van de Heilige Geest. Dit pittoreske gebouw is de oudste kerk van de Ahrntalvallei en dateert van 1455. Ooit werden hier reizigers begraven die hun tocht door de Alpen niet overleefd hadden, nu is het een fotogenieke plek die magische krachten wordt toegedicht. Meer nog, het kerkje leunt aan tegen een rots en heel wat mensen geloven dat wanneer ze door de engte tussen het kerkje en de rots wandelen, al hun zonden vergeven zijn. We wandelen verder tot aan de Jägerhutte, waar we ogen en oren tekort komen om alle hebbedingen en artefacten te bekijken. Tenminste, tot de borden op tafel komen. De vleesgerechten hier zijn overheerlijk.

We sluiten ons verblijf in Ahrntal af in Campo Tures, ofte Sand in Taufers. Een leuk weetje: elke gemeente heeft hier een Italiaanse en een Duitstalige naam. De naam die het eerst op het plaatsnaambord staat, duidt aan welke taal er overwegend gesproken wordt. Hier houden we halt bij Hochzirm, een arkboerderij. “Dit betekent dat wij lokale rassen kweken die vroeger populair waren, maar nu met uitsterven bedreigd zijn omdat ze verdrongen zijn door rassen die veel meer opbrengen”, legt Maria uit, terwijl we door de stallen lopen. Ze wijst ons de verschillende rassen van koeien, varkens, geiten en schapen aan. “Enkel die horen hier eigenlijk niet thuis”, wijst ze naar enkele Schotse hooglanders. “Ze komen niet uit deze regio en passen dus niet in de Ark-filosofie, maar het zijn onze favoriete koeien.” Echtgenoot Georg is niet alleen boer, maar ook slager. Hij maakt allerhande delicatessen, die je ook op de boerderij kan kopen. “We maken er een punt van om alles van het dier te gebruiken”, benadrukt hij, terwijl hij ons laat proeven van zijn heerlijke vleeswaren.

Buitenaards gebouw

En dan is het tijd om koers te zetten naar onze laatste stop, en wat voor een. Middenin de velden rijst een cirkelvormig gebouw op. Het voelt bijna buitenaards aan. Olm is een aparthotel dat door AGA Andreas Gruber Architects werd ontworpen. De inspiratie: een molensteen, omdat hier ooit een molen stond. De uitvoering: zo ecologisch en duurzaam mogelijk. Het resultaat is een prachtig gebouw, met een dito binnentuin. We duiken eerst de sauna en dan het buitenzwembad in en genieten van het prachtige zicht op de bergtoppen die boven het hotel uitsteken. La dolce vita in winterversie: het is een aanrader.

Praktische info

De reis

We maakten deze reis op uitnodiging van Toerisme Zuid-Tirol.

www.suedtirol.info

We vlogen met SkyAlps van Antwerpen naar Bolzano, in het hart van Zuid-Tirol. Er zijn drie vluchten per week, in drukke periodes zoals schoolvakanties vier.

www.skyalps.com

De overnachtingen

Olm Nature Escape in Campo Tures/Sand im Taufers: www.olm.it/en

• Slapen in een iglo, inclusief sneeuwschoenwandeling, diner en sauna, op Speikboden: www.kreaktiv.it/en

• Biohotel Bühelwirt in St. Jakob: buehelwirt.com/en

Eten

• Hotel-restaurant Drumlerhof (drumlerhof.com) in Campo Tures brengt een moderne keuken op basis van lokale en regionale producten.

• Voor lokale specialiteiten is de Sonnklarhut op Speikboden, op 2.430 meter hoogte, het ideale adres. Opgelet: bij de hut vertrekken enkel zwarte pistes. Wij lieten onze ski’s achter bij de skilift en wandelden te voet van de lift naar de hut en terug.

• De Jägerhütte in Kasern is het adres om vlees te eten: steak, wild… Keuze te over.

• Stochas (stochas.it/en) pakt uit met een moderne fusionkeuken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier