Te land, ter zee en in de lucht. Met de mobilhome op vierdaagse roadtrip door verrassend kindvriendelijk Nederland

“Zo leuk”, roept onze jongste nog voor we het gaspedaal van onze Cocoon 463 hebben ingeduwd, één van de populairste mobilhomes van ons land. En we begrijpen hem want reizen met een mobilhome is altijd extra feest: meer (been)ruimte, meer luxe, maar vooral veel meer vrijheid.

Kamperen met alle comfort, dat is de algemene teneur bij mobilhomeliefhebbers. Dus nemen we zelf eens plaats achter het stuur van een Cocoon 463 en gespen we onze twee spruiten vast op de achterbank. Zelfkennis is het begin van alle wijsheid, zei Aristoteles ooit. Omdat mijn wederhelft mijn rij-skills in combo met een mobilhomeontmaagding niet erg vertrouwt, laten we de bergen links liggen en trekken we naar boven op de wereldkaart richting onze Noorderburen om wél halt te houden aan een heuvel: Kaatsheuvel.

Wie kinderen heeft kent ongetwijfeld dit dorp met dé kinderhotspot van de Lage Landen. Onvermijdbare stop op onze kindroadtrip. De Efteling waar we op de parking vlekkeloos ons vehikel kwijt kunnen. Handig is dat we – alvorens we Langnek en co bezoeken – nog snel in onze keuken een maaltijd kunnen voorbereiden. Met spectaculaire rollercoasters en het Sprookjesbos is ‘operatie afmatting’ al vlekkeloos begonnen. Maar wanneer we bij valavond terugkeren en onze jongste traditiegetrouw abrupt in slaap valt, ontstaat nu een pittige discussie. Wie straks op het elektrische hefbed boven de tafel mag slapen. De belofte van een beurtelingse slaaprol ontmijnt de discussie nog voor we een dik uur later op onze volgende stopplek aankomen: een natuurcamping te midden in het bos op de Veluwe. Het zonnetje straalt, we schuiven onze luifel open en klappen onze tafel en stoelen uit die in de grote bergruimte achteraan zitten. Genietend van het groen naast ons, een voorbode van de natuurpracht die we de volgende ochtend zullen ontdekken: de groene schatkamer van Nederland.

Aards paradijs

Want zo wordt De Hoge Veluwe, rijk aan 2.000 verschillende plant- en diersoorten, genoemd. Het Nationaal Park is te bereiken via drie ingangen. Wij kiezen voor de minst drukke optie in Schaarsbergen, waar je na aanmelden bij de portier zelfs mét camper het stukje aards paradijs kan binnenrijden. Eenmaal binnen lijkt het alsof we in een heel ander klimaat zijn beland, waar landschappen elkaar snel afwisselen: van (paarse) heidevelden, bossen, graslanden tot zandverstuivingen. Prachtig. Eenmaal aan het Kröller-Müller Museum (met de op één na grootste Van Gogh-verzameling ter wereld) ruilen we onze mastodont in voor één van de 2.000 Witte Fietsen die er gratis in bruikleen worden aangeboden. Ideaal om via 42 kilometer aan kronkelende fietsweggetjes deze 5.400 hectare grote biotoop te ontdekken. De reeën, (edel)herten en moeflons (het kleinste wilde schaap van Europa) verstoppen zich achter de vele verschillende landschappen, maar dat kan de pret niet bederven. Na een 15-tal kilometer fietsen, knijpen we de remmen toe om aan één van de vele picknickbankjes uit te rusten. Eentje met uitzicht op een prachtig paars bloementapijt en het 35 meter hoge Jachthuis Sint Hubertus, dé landmark van het park. Wat een ontdekking en must-do voor elke natuuradept.

Sprinten tegen een straaljager

Terug uit het park gaat het richting Lelystad in Flevoland waar we een afspraak hebben met de Nederlandse luchtvaartgeschiedenis: Aviodrome. Volgens onze kinderen dé ontdekking van de trip. Niet moeilijk als je weet dat de ruimte alleen al zo’n 100 (historische) vliegtuigen telt waar je ook in kan stappen. Op een coole én interactieve manier word je ondergedompeld in alles wat met mechanische vleugels te maken heeft: sprinten tegen een F16, je pilootskills testen in een simulator, met een go-cart onder een Boeing 747 racen of de stuurknuppel van een Lockheed F-104G Starfighter bedienen…

Pareltje in Aviodrome is de replica van het oude Schiphol-stationsgebouw in 1928. Met een interieur uit onder meer mozaïektegeltjes en retrobar, radiokamer en nostalgische uitkijktoren voel je je bij het binnenstappen een eeuw terug in de tijd gekatapulteerd. Wat een prachtig gebouw. Na een viertal uren ruilen we de vleugels opnieuw in voor onze wielen, en rijden we naar de volgende camping in Almere waar we nog even ons vuilwater lozen en vers water aanvullen. Praktische zaken die je op bijna elke camping kan doen.

Gele goud

Na een stevig ontbijt gaat het de volgende ochtend verder noordwaarts naar een uniek stukje Nederlands erfgoed: de Zaanse Schans. Een plek vol charme, groene monumentale huisjes en musea en acht iconische windmolens die de skyline van Zaanstad domineren. De wieken van die oudste De Bonte Hen draaien al sinds 1693 (!) rond en hebben al tal van blikseminslagen overleefd. Wat eeuwenlang een knooppunt van wereldhandel was, is nu met jaarlijks meer dan 1 miljoen bezoekers een echte toeristenmagneet geworden. De gezellige drukte hindert niet, de stevige plensbui even later wel waardoor we snel terug onze Cocoon opzoeken om droge kleren aan te trekken. Eenmaal we die aanhebben veranderen we koers en gaat het opnieuw zuidwaarts.

“Reeën, (edel)herten en moeflons verstoppen zich vakkundig achter de vele verschillende landschappen”

Wie Holland zegt, denk ook aan klompen en… kaas. De volgende dag stoppen we in het kaasepicentrum van het land: Gouda, waar in de ruime regio zo’n 150 miljoen kilo wordt geproduceerd. Een bezoekje waard voor kinderen is de Gouda Cheese Experience met gele muren en talrijke gele bollen kaas. Van ontdek-wanden tot virtueel melken en proevertjes. Op een speelse manier leer je er alles over het ‘gele goud’ en indien je in alles geslaagd bent, loop je anderhalf uur later als een echte kaasmeester terug de deuren van het historisch gebouw uit. Terecht bekroond door Tripadvisor met de Travellers’ Choice 2024.

Venetië van Nederland

Van binnen gaat het opnieuw naar buiten. Op de rit ontdekken we opnieuw het grote voordeel van een mobilhome: reizen op eigen ritme. Aan mooie (mobilhome)stopplekjes geen gebrek. Zoals onze volgende halte: een stukje natuurreservaat op de grens van Zuid-Holland en Noord-Brabant. Nationaal Park De Biesbosch. Om deze keer niet binnen te rijden maar te… varen. In een fluisterboot onder leiding van kapitein Steef gaat het via de drukke rivier Beneden Merwede langs een kleine sluis naar het grootste zoetwatergetijdengebied van Europa. Thuishaven voor duizenden (water)vogels én toevluchtsoord voor onder meer otters en bevers. Een beschermd doolhof van rivieren met eilandjes met wilgen en kreken, waar groot bootverkeer onmogelijk door kan laveren. Een gebied waar stilte koning is en natuur op haar allerbest ontluikt. Een levend ecosysteem dat bruist van de biodiversiteit. Wat een pareltje om door te dobberen.

Met de zon op onze snoet én glaasje in de hand gaat het enkele uren later richting Dordrecht, de oudste stad van Nederland. Wanneer we er het historisch centrum binnenvaren lijkt het alsof de Amsterdamse grachten en Venetiaanse kanalen een kindje hebben gebaard. Verrassend, terwijl hier in tegenstelling tot die grootsteden nauwelijks verkeer is. Ook de kinderen genieten zichtbaar. Wat een mooie afsluiter van onze boot- én roadtrip. De batterij van onze mobilhome die aan het pittoreske haventje stond geparkeerd is al lang opgeladen. Onze figuurlijke ook. Met mooie herinneringen én één simpele les keren we terug: vrijheid begint waar de mobilhome start.