Jarenlang rockte hij met Dirk. een eind weg, gaandeweg ontdekte frontman Jelle Denturck dat er toch nog iets anders was. Als Dressed Like Boys verkent hij op zachte pianotonen zijn geaardheid, en is hij niet alleen ‘out’ maar ook ‘proud’.
“Dat klopt. Je kunt out zijn, maar daarom nog niet proud. Toen ik deze songs begon te schrijven, merkte ik dat ik nog niet helemaal in het reine was daarmee. Ik begon toen meer te lezen over de queer geschiedenis. Ik ging op zoek naar de roots ervan, de worstelingen, en zo besefte ik hoeveel leed er daarin schuilt. Wat ons in het verleden al is aangedaan, is te zot voor woorden. Als je ziet dat queer zijn nog steeds in ik denk 64 landen wereldwijd verboden is en in minstens even zoveel landen op zijn best gedoogd wordt, dan is er wel veel werk aan de winkel. Ik kreeg het gevoel dat er strijd gevoerd moet worden, en dat ik daaraan mijn steentje wilde bijdragen. Niet alleen in heel persoonlijke songs over lastig worden gevallen op straat, maar ook in nummers over die geschiedenis, zoals Stonewall Riots Forever.”
Die opstand van New Yorkse queermensen tegen de ordediensten staat in dit project centraal. Wanneer kwam dat verhaal je op pad?
“In die periode dat ik me in de geschiedenis verdiepte. Een artikel van een journalist die erbij was, raakte me enorm. De zin ‘clubs came down’ sprong eruit en werd de eerste zin van het nummer. Ik besloot dat de hele tekst uit citaten van ooggetuigen moest bestaan, niet mijn interpretatie. Ook bij Dirk. hechtte ik er belang aan dat ik iets zinnigs zei in mijn nummers. Er zat altijd een idee achter, maar nu is dat veel concreter geworden. Met Stonewall Riots Forever werd ik bijna een historicus die in tweede instantie muziek schreef. Het is activistischer, ik sta er met twee voeten in de echte wereld en geschiedenis, vertel de pijn van echte mensen. Zo ben ik een concretere tekstschrijver geworden. Cut the crap: als je maar drie of vier minuten hebt, moet elk woord het juiste zijn.”
Muzikaal is Dressed Like Boys een heel ander verhaal dan Dirk.. Een terugkeer naar de muziek uit je jeugd, zei je al eens.
“Er zit veel muziek in die ik beluisterde toen ik vijftien, zestien was en elke dag naar Gent spoorde. Ik had een discman, en dus kon ik elke dag maar een of twee cd’s beluisteren: Berlin van Lou Reed, I Am A Bird Now van Ahnoni & The Johnsons, Eels… En Sufjan Stevens. Veel loners, mensen die wat buiten de maatschappij staan en zichzelf een eigen wereld hebben geschapen. Ik denk dat ik mij daar mee kan vereenzelvigen.”
Zaterdag treed je op Pukkelpop op met het Antwerp Queer Choir. Hoe is dat er van gekomen?
“Ik heb hen op Instagram leren kennen, en werd meteen verliefd op hun concept. Want ja, zo’n koor is nodig. Een traditionele aanpak bestaat er uit om mannen en vrouwen op te delen, maar wat doe je dan met transpersonen in de overgang wiens stem evolueert? Dat is niet evident, en dus laten zij hun leden de vrije keus welke partij ze willen zingen. En willen ze halverwege een nummer van partij veranderen? Doe maar. Ik vond dat zo mooi dat ik hen schoorvoetend heb aangesproken, en zo hebben we al een eerste keer twee nummers gebracht in Gent. Nu zullen het er drie zijn. Echt heel indrukwekkend hoor, om zo’n vijftig of zestig mensen rond je piano te hebben staan. Het is echt een heel liefdevolle samenwerking.” (mavs)
Dressed Like Boys staat op 16 augustus op Pukkelpop. De plaat komt uit op 29 augustus op Mayway Records.