Arnout Hauben heeft met ‘Interview met de geschiedenis’ weer een pareltje gemaakt: “We hebben heel veel geleerd uit het eerste seizoen; de serie is volwassen geworden en ik ben heel fier op het resultaat.” (foto Sebastiaan Bedaux)

Tv-maker Arnout Hauben: “Ik ben van het principe: het beste moet nog komen”

Het zijn spannende weken voor televisiemaker Arnout Hauben, die afgelopen maandag het tweede seizoen van ‘Interview met de geschiedenis’ op Vlaanderen en Nederland losliet, en weldra richting Andorra trekt om de laatste afleveringen van ‘Dwars door de Pyreneeën’ in te blikken. Gelukkig weet ik hem vlak voor vertrek nog te strikken voor een ontbijtinterview.

Het moet ondertussen mijn achtste of negende interview met Arnout Hauben zijn – met zo’n succesvol tv-maker raak je de tel al eens kwijt – maar ik ken hem intussen goed genoeg om te weten dat we een passie delen: reizen. Ik liever met vliegtuig, auto of trein; hij gezapig te voet, al schuwt hij tegenwoordig de teletijdmachine ook niet. Daarin forenst Arnout doorheen de geschiedenis, op bezoek bij figuren als Marie Curie (afgelopen maandag op tv), Peter de Grote (morgen op tv) of Vincent van Gogh.

Voordat we je programma induiken: hoe ziet jouw ideale zondag eruit?

“Die begint voor mij met een wandeling of fietstocht, afhankelijk van de wind en hoe ik me voel. Maar in ieder geval met lichamelijke activiteit. En dat wordt dan gevolgd door een volleybalwedstrijd van mijn dochter, die professioneel volleybalster is bij VC Oudegem. Ik ben een trouwe supporter en leef altijd enorm mee in de tribune. Ik speel zelf ook nog een beetje, maar in de laagste divisie, waar je niet meer kunt degraderen. (lacht) Om de zondag af te sluiten graag nog biefstuk-friet. En misschien nog wat televisie, Tom Waes en zijn capriolen bijvoorbeeld.”

Waar bezondig je je aan?

“Goh, misschien aan jachtigheid. Veel willen en veel tegelijkertijd willen. Maar dat hoort ook wel bij de job, denk ik. Het is moeilijk om maar een beetje te werken, of om het net druk genoeg te hebben. Het is al rap veel te druk. Wellicht heb ik ook wel wat last van perfectionisme. Neem nu mijn eigen programma’s: ik wil in elke fase betrokken zijn, van de research tot de controle van de ondertitels. Ook daardoor ontstaat vaak een iets te drukke agenda. Het gebeurt maar heel zelden dat er in een weekend niet gewerkt wordt. Het vervelende aan die jachtigheid, is dat mijn omgeving daar soms ook last van heeft. Dat ik het mezelf moeilijk maak, heb ik aan mezelf te danken, maar heb ik genoeg tijd om met mijn vrouw door te brengen, naar de zorgen van mijn kinderen te luisteren, een babbeltje te slaan met mijn buurman? Dat vind ik het ergste aan die jachtigheid.”

Gelukkig heeft de kijker daar niet zo’n last van, integendeel. Je hebt met ‘Interview met de geschiedenis’ weer een pareltje gemaakt.

“We hebben heel veel geleerd uit het eerste seizoen; de serie is volwassen geworden en ik ben heel fier op het resultaat. De reeks gaat nu over wereldberoemde iconen die ooit in de Lage Landen verbleven. In tegenstelling tot de koningen uit het vorige seizoen zijn deze historische figuren mensen van vlees en bloed. Dat maakt de serie zo bijzonder en intens. We hebben er met een grote ploeg keihard aan gewerkt en geschaafd.”

Wie mocht er zeker niet ontbreken in de reeks?

“We hadden behoorlijk wat keuze, maar iemand als Einstein spreekt toch wel echt tot de verbeelding. Zo’n uitzonderlijke geest, zeker voor iemand als ik die vroeger met drie uur wiskunde per week nog moest knokken om met de hakken over de sloot te slagen en bijles nodig had voor dat vak. Het is heel tof om dan met zo’n geniale wiskundige van gedachten te kunnen wisselen. Ook de topacteurs mochten zeker niet ontbreken in de reeks. Als een Stefaan Degand voor je zit als Napoleon, met zijn onvoorspelbare acteerstijl, dan zat ik telkens op het puntje van mijn stoel. Dat was heel speciaal. Maar ook Els Dottermans, Nico Sturm, Ruth Becquart en Boris Van Severen waren uitmuntend. Een uitzonderlijke cast!”

Een ander programma om naar uit te kijken is dus ‘Dwars door de Pyreneeën’, waarvoor je komende week weer op pad gaat. Kun je al een tipje van de sluier oplichten?

“Dat programma wordt keigoed, echt waar. (lacht) Wat Reizen Waes voor Tom Waes is, zijn de Dwars door-programma’s voor mij. Die leunen zo dicht aan tegen mijn persoonlijkheid. Dat wandelen zit in mijn DNA, en ook zonder die programma’s zou ik zulke tochten blijven maken. Dat gezegd zijnde: de Pyreneeën zijn behoorlijk pittig. Tijdens de eerste week dacht ik: dat haal ik nooit. Ik zat echt tegen de limiet aan. Sindsdien trek ik fysiek net mijn plan, maar wat zo mooi is in de Pyreneeën, is de natuurpracht. De beelden waarmee we van elke trip thuiskomen, zijn van zo’n ontzettend ongerepte schoonheid.”

“Wandelen zit in mijn DNA, ook zonder die programma’s zou ik zulke tochten blijven maken”

Je won vorig jaar een Gouden Televizier-Ring in Nederland, zowat het hoogst haalbare goed voor een tv-maker in de Lage Landen. Ben jij nu op het toppunt van je kunnen?

“Goeie vraag. Maar het antwoord is niet zo simpel. Misschien wel, maar ik wil zo niet denken omdat het anders alleen nog bergaf kan gaan. Ik probeer mezelf telkens heruit te vinden, dat heb ik ook met Interview met de geschiedenis gedaan. Zo’n format vergde toch wel wat durf. Ik ben eigenlijk altijd van het principe: het beste moet nog komen. Maar qua succes weet ik niet of het nog beter kan in de Lage Landen. Ze zullen me niet vragen om een BBC-programma te maken.”

Je bent niet alleen tv-gezicht, maar hebt ook je eigen productiehuis. Ik hoor de laatste tijd veel collega’s van je klagen over het tv-landschap, de dalende inkomsten en de bestellingen van nieuwe programma’s die uitblijven. Baart jou dat zorgen?

“Ook voor De Chinezen is elk project dat we binnenhalen echt wel knokken, maar wij zitten nog wel goed. Onze horizon reikt weliswaar maar twee jaar in de toekomst, daarna is alles heel onzeker, en met die onzekerheid moet je leren omgaan. Het medialandschap verandert ontzettend snel en de budgetten worden helaas zeker niet groter. Maar voorlopig houden wij stand in een moeilijke wereld. En zo lang we standhouden, gaan we door.”

In ieder geval wordt jouw zachte aanpak op televisie enorm geapprecieerd in zowel Vlaanderen als Nederland. Het interessante is dat je nooit iets anders gedaan hebt.

“Toen ik afstudeerde aan de filmschool, waren net de eerste draagbare camera’s te koop in de Fnac. Ik ben er toen meteen eentje gaan kopen, en ben niet lang daarna naar Compostela gestapt. Ik wist toen al welke kracht er uitging van zulke televisie, maar natuurlijk had ik toen niet kunnen dromen van wat me nog allemaal te wachten stond.”

‘Interview met de geschiedenis’, elke maandagavond om 20.40 uur op VRT 1. ‘Interview met de geschiedenis’ is ook in boekvorm beschikbaar (uitgeverij Pelckmans), geschreven door Arnout Hauben en Steven Crombez, met nog meer historische achtergrondinformatie, aangevuld met unieke getuigenissen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier