“Ik ben blij dat we het daarover eens zijn”, lacht Wouter Deprez nadat ik hem vertel dat ik in hem een eeuwig jong veulen zie. Nochtans rondde de sympathieke stand-upcomedian nog niet zo lang geleden de kaap van de halve eeuw. En net als zijn leeftijd lijkt ook het succes als vanzelf te groeien. “Ik mag echt niet klagen, ik ben een totale gelukzak.”
Het is nog vroeg wanneer ik Wouter tref in een naar designerpleur geurende koffiebar vlak buiten het centrum van Gent, maar de stand-upcomedian oogt fris, monter en enthousiast. Het leven is dan ook aardig voor de West-Vlaming: zijn voorstelling Wouter moet meer orde hebben! is onder stoom gekomen en hij kondigde recent zelfs zijn grootste show ooit aan, op 13 februari 2026 in de COREtec Dôme in Oostende. Bovendien – toch niet verkeerd na zes maanden non-stop toeren – zal er in juli en augustus tijd zijn om even uit te puffen. “Ik speel in de zomer eigenlijk maar drie keer: twee keer een thuismatch tijdens de Gentse Feesten en één keer in een uitverkocht Rivierenhof.”
Hoe ziet jouw ideale zondag eruit?
“Die begint met een beetje uitslapen, maar niet te lang. In het beste geval tot een uur of 9. En dan, als ik lang genoeg aan de ontbijttafel blijf zitten, volgt er een ontbijt met het gezin. Mijn vrouw is dan al naar de markt geweest, ik ga naar de bakker en dan ontbijten we samen met de kinderen. Op een ideale zondag bezoek ik daarna een rommelmarkt, waar ik twee of drie mooie dingetjes vind. Je moet weten dat ik nogal een verzamelaar ben. Schommelstoelen, platen, boeken, krukjes, kostuums… Ik ben geen hoarder, er zitten bij mij geen ratten tussen mijn spullen, maar mijn vrouw zou mijn koopgedrag zeker wel als problematisch omschrijven. (lacht) Mijn voorstelling gaat daar trouwens over. Over het feit dat we gaan verhuizen binnenkort en dat ik dus een heel pijnlijke selectie zal moeten maken van spullen die mee mogen naar het nieuwe huis.”
“Iets moois op de kop kunnen tikken, geeft me telkens een dopamine-shotje”
Zal ik koopziek als een van je zondes noteren?
“Ik noem het liever een liefde voor objecten. (lacht) Iets moois op de kop kunnen tikken, geeft me telkens een dopamineshotje. Dat is ongetwijfeld verwant met gokken, al heb ik daar dan weer geen ervaring mee. Een andere zonde is snoepen. Na een voorstelling vind ik dat ik chips heb verdiend. Alsof ik een soort troost zoek in die chips, wat natuurlijk helemaal nergens op slaat. Maar het is wel een kwalijke gewoonte. Gelukkig kan mijn gestel dat wel aan: ik mag veel eten en er blijft weinig plakken.”
Het gerucht gaat – al geloof ik er eigenlijk geen bal van – dat je een paar maanden geleden vijftig bent geworden. Een fijne leeftijd?
“Het fijne aan deze fase vind ik dat je nog veel energie hebt en tegelijkertijd veel beter weet hoe je je werk moet doen. Ik heb meer metier dan vroeger, wat me meer rust en rapper resultaat oplevert. Ik heb bovendien nog niet het gevoel dat ik het nu allemaal wel al gezien heb. De appreciatie voor het beroep is er nog steeds. Dat vind ik het allerbelangrijkste.”
Je staat ondertussen een kwarteeuw op de planken. Had jij toen, als 25-jarige, kunnen denken dat je carrière zo vlot zou gaan?
“Ik weet niet waar dat op sloeg, maar toen ik begon, wist ik zeker dat het me zou lukken. Ik zag volle zalen voor me. En ik snapte niet waarom die volle zalen toen nog geen feit waren. (lacht) Ach, de arrogantie van de jeugd. Uiteindelijk is het allemaal heel snel voor me gegaan. In het prille begin heb ik nog wel wat jobs erbij genomen om rond te komen, maar om eerlijk te zijn: ik heb niet lang en niet veel dingen tegen mijn goesting moeten doen.”
West-Vlaams feest
“Op 13 februari 2026, een dag voor mijn verjaardag, speel ik mijn show in de COREtec Dôme in Oostende voor hopelijk meer dan 3.500 mensen – met andere woorden: mijn grootste show ooit. Mijn idee was: laat ons een keer zot doen, met een zo groot mogelijk podium, zodat al mijn jarenlang verzamelde brol erop kan schitteren in al zijn glorie. De COREtec Dôme in Oostende is de gedroomde plek daarvoor. In mijn allerplatste West-Vlaams. Dat wordt een dikke, dikke fjiste!”
Je bent in al die jaren geregeld op tv geweest, zonder ooit een televisiemaker of tv-persoonlijkheid te worden. Heb jij vaak de boot moeten afhouden?
“Eigenlijk wel. Ik kreeg geregeld een aanbod om iets te presenteren of om ander tv-werk te doen, maar mijn eerste bezorgdheid was altijd: kan ik dan blijven optreden? Want dat is mijn eerste liefde. Met televisie was die combinatie vaak te moeilijk. Bovendien lukte het financieel ook allemaal met comedy. Toen ik begon, stond stand-upcomedy nog in z’n kinderschoenen. Nu kun je als beginnend comedian relatief snel en goed je boterham verdienen. In vergelijking met acteurs en actrices, die het nu ontzettend moeilijk hebben, zitten wij echt in een luxebranche. Acteurs zijn meestal afhankelijk van gezelschappen, subsidies, timings. Wij hebben daar allemaal geen last van.”
Misschien schuilt er meer een radio- dan een tv-man in je. Ik geniet in ieder geval wekelijks van je zoektocht in ‘Nieuwe Feiten’ naar de ‘ontbreekwoorden’.
“Dat vind ik ook echt heerlijk om te doen. Lieven (Vandenhaute, red.) is een uitzonderlijk goede presentator, iemand die heel goed weet hoe je een radioshow spontaan kunt houden. Bovendien sluit het thema, taal, perfect aan bij de dingen die ik als kind graag deed, toen ik naar De taalstrijd of De perschefs luisterde. Ik blijf radio een ontzettend geestig medium vinden.”
Info over Wouter Deprez en tickets voor zijn shows vind je op wouterdeprez.be