Het jaar 2000 mag dan wel al een kwarteeuw geleden zijn, toch is er een bekende Vlaming die er nog ontzettend veel over weet. In het pas gelanceerde ‘De jaren 00 voor tieners’ neemt Steven Van Herreweghe een rist tieners mee op een nostalgische reis door een nieuw decennium.
Of ik eens wilde nadenken welke bekende Vlaming geschikt zou zijn om deze extra large-Ontbijtbabbel te sieren. De vraag van mijn hoofdredacteur was nog niet koud of het volgende bericht arriveerde al in mijn mailbox: Steven Van Herreweghe (47) misschien? Een prima keuze, leek me dat, want Steven blikt in het prachtige De jaren 00 voor tieners niet alleen terug op het jaar 2000 (en de negen die daarop volgen), maar beleefde dat jaar ook zelf zijn grote doorbraak als radiopresentator en tv-maker.
“Ik maakte dat jaar bij Studio Brussel het telefoonprogramma Cuisine-X, samen met Ronny Mosuse. Dat was een half datingprogramma voor tieners die konden inbellen om een lief te scoren. Het was zo’n beetje de opvolger van Hallo Hautekiet, vrij anarchistisch van aard, met een zoete inval van kleurrijke figuren. Heel tof om te maken. Tegelijkertijd zat ik toen bij Woestijnvis op de redactie van Man bijt hond. Ik had net mijn jaren als Ketnet-wrapper afgesloten en voelde dat mijn carrière plots in een stroomversnelling was geraakt. Ik werd voor heel veel projecten gevraagd, maar iets zei me dat het geen goed idee was om overal ja op te zeggen. Ik had de keuze: ingaan op alles, maar dan zou het wellicht binnen de kortste keren afgelopen zijn met mijn carrière, of een stap terugzetten en proberen om een goede tv-maker te worden. Het werd dat laatste, al vond ik dat best lastig – ik was in die dagen nogal onrustig en ongeduldig van aard. Maar achteraf was het zeker de beste keuze. Ik heb in die periode bij Woestijnvis kunnen leren van de groten. Zo mocht ik bijvoorbeeld meespelen bij Het Peulengaleis, in de Jos Bosmans-show, een prachtig universum gecreëerd door Bart Peeters en Hugo Matthysen. Ik herinner me het plezier nog van de fax met het script, op de avond voor een draaidag, waar ik dan niks van begreep, maar wel wist dat het prachtig zou worden. Daar heb ik nog steeds heimwee naar. Dat programma zou trouwens niet misstaan in deze bizarre tijden.”
“Het fijne aan ouder worden is het besef dat alles uiteindelijk wel goed komt”
Had jij toen kunnen dromen van de carrière die je destijds nog te wachten stond?
“Eerlijk gezegd wel. Toen ik acht jaar was, droomde ik al van televisie. Ik was dus zeker heel erg ambitieus. Het feit dat ik die stap naar Woestijnvis maakte, vooral om achter de schermen te werken – wat toen heel moeilijk was, want net zoals een voetballer tegen een bal wil trappen, wilde ik als entertainer vooral entertainen – was de eerste weloverwogen keuze in mijn carrière. Ik brandde in ieder geval van ambitie. Natuurlijk dacht ik als 21-jarige: de weg is recht vooruit. Om er later achter te komen dat de weg er eentje is met heel veel bochten en doodlopende straten. Maar ik sta nu in ieder geval waar ik als 21-jarige op kon hopen, alleen heb ik in de loop der jaren heel wat meer bochten en verkeerde afslagen genomen. Maar dat is het mooie aan het leven: je hebt geen idee hoe je traject er zal uitzien. Ik ben in ieder geval heel blij dat ik nog altijd mag doen wat ik doe.”
Je hebt een goed gevuld palmares opgebouwd. Je hebt gewrapt, geacteerd, radio en televisie gemaakt, je hebt op verschillende zenders gepresenteerd en een hoop awards gewonnen. Staan er ook mislukkingen op je erelijst?
“Meer mislukkingen dan hits, denk ik. Sporters schieten meer naast dan in het doel, maar alleen de doelpunten worden onthouden. Ik heb zeker programma’s op mijn palmares die minder goed hebben gescoord; toch ben ik blij met alles wat ik gemaakt heb. In volume had het nog veel meer kunnen zijn. Ik ben nogal een trage tv-maker. En sommige programma’s hebben door omstandigheden minder goed gescoord. Anderen spraken inhoudelijk dan weer minder aan. Maar het zijn allemaal wel mijn kinderen. Ik heb ook het meest geleerd uit die mislukkingen, uit succes leer je niks. Ik heb het geluk gehad onderweg te mogen falen, en alsnog vertrouwen en kansen te krijgen. Daardoor ben ik nooit bang geweest om op mijn gezicht te gaan, op eender welk vlak in het leven trouwens. Er is immers geen alternatief, al blijft op je bek gaan altijd wel pijnlijk. Het klinkt misschien stom, maar ik hoop nog een aantal mislukkingen te kunnen maken.”
De schijnwerpers
“Mijn leven speelt zich ondertussen al langer in de schijnwerpers dan in de schaduw af. In 1997 was ik de eerste Ketnet-wrapper en ik weet nog dat ik op de trein van Aalst naar Brussel voor het eerst herkend werd. Dat was wonderlijk. Ik vond dat toen echt magisch, maar ik denk dat dat gevoel heel snel weer overgegaan is. Mocht ik vandaag kunnen kiezen, zou ik kiezen voor een leven waarin ik ditzelfde werk kon doen maar zonder dat aspect van de schijnwerpers. Het is natuurlijk leuk als mensen je aanspreken en je merkt dat wat je gemaakt hebt de mensen ook blij gemaakt of ontroerd heeft. Hoe ouder ik word, hoe gevoeliger ik ben voor zingeving. Maar het is niet tof als ik met mijn gezin ben of in alle intimiteit met iemand heb afgesproken, dat de mensen altijd weten dat ik er ben. Dat valt mij niet meer zo op, maar mijn kinderen of de mensen met wie ik afspreek wel. En zij hebben daar niet voor gekozen. Het lastigste vind ik die gesprekjes aan de kassa van de supermarkt: ‘vanwaar ken ik u?’ Dan zeg ik altijd dat ik porno-acteur ben. Dan zie ik ze heel even panikeren en is het meteen opgelost.” (lacht)
Ben je nu niet te streng voor jezelf? Heel veel van je programma’s waren kijkcijferkanonnen.
“Als ik nu terugblik op de afgelopen 25 jaar, dan is dat misschien wel de conclusie. Dat ik altijd wel streng ben geweest voor mezelf. Ik heb vaak kwaliteit boven plezier gekozen, en ik weet nu niet of dat altijd de juiste keuze was voor mijn persoonlijke welzijn. Ik wilde het altijd goed doen en zeker in die eerste jaren van mijn loopbaan, bracht dat streven naar kwaliteit een zekere stress en zelfs kramp met zich mee. Als ik nu oude fragmenten van mezelf zie, dan zie ik mezelf in een kramp schieten. Ik heb er te weinig van genoten, vrees ik. Maar dat is het fijne aan ouder mogen worden: ik besef nu dat als je je goed voelt als mens, dat je dan pas echt goed kunt zijn in deze job. Dat inzicht is pas na heel wat jaartjes gekomen.”
“Perfectionisme is angst verkleed in een smoking, en ik heb me daar altijd achter verstopt. Terwijl in het leven niks zo erg is als perfectie – perfectie haalt al het menselijke weg. Sinds ik dat idee heb kunnen loslaten, voel ik me als mens beter in mijn vel. En wat daar heel hard in heeft geholpen, zijn de tieners uit De jaren 80, 90 en 00 voor tieners. Ik was het zo gewend om in de studio te zitten, in een heel gecontroleerde omgeving waarin alles tot op de seconde vastligt. Ik ben uit die natuurlijke habitat moeten stappen om plots in een rommelige tienerkamer terecht te komen, met tieners die niet per se heel enthousiast waren over wie ik was en waarom ik daar zat. Die eerste drie maanden in de opnameperiode van De jaren 80 voor tieners waren de moeilijkste uit mijn carrière. Wat doe ik hier, vroeg ik me af. Die jongeren vinden mij niet superleuk, ik heb niks onder controle. Maar toen ik de eerste beelden bekeek, besefte ik: wat er tussen mij en die tiener ontstaat, dat is het. Het was zowel een openbaring als een bevrijding. Ik kon en mocht voor het eerst mezelf zijn op televisie. Om even terug te komen op mislukkingen: ik heb spijt dat ik dat inzicht niet vroeger gekregen heb.”
Afgelopen donderdag werd de eerste aflevering van ‘De jaren 00 voor tieners’ uitgezonden. Mag ik voorspellen dat het weer een topseizoen wordt?
“De tieners zijn alleszins weer top. Het is een privilege om met hen te babbelen, net omdat ze zo slim zijn. Er zit nog geen ruis op hun zenders, ze hebben een heel puur beeld van de wereld en voelen perfect aan: dit ben ik en dat is de wereld. Hun principes zijn kraakhelder, ze weten heel goed wat ze willen in het leven. Pas in het volwassen leven komen er verantwoordelijkheden, moet er gewerkt en gewoond worden, komen er kosten en partners, waardoor de pure manier van naar de wereld kijken verwatert. Ik herken in die tieners veel zaken die verborgen zitten in mij, ondergesneeuwd door verantwoordelijkheden. Maar om terug te komen op je vraag: ja, ik ben heel tevreden met deze reeks. Hoewel 2009 nog maar 16 jaar geleden is, en 2000 25 jaar, was het leven toen toch wel echt anders. Niet elk huishouden had in het jaar 2000 al een internetverbinding, van smartphones was nog lang geen sprake, in 2008 was Facebook nog iets hips. Mijn kinderen lachen me nu uit met Facebook, omdat ze het iets voor oma’s en opa’s vinden. Weet je dat ik nu thuis stiekem mijn Facebook check? (lacht) Ook de gps brak pas midden jaren 00 door. De euro bestond nog niet in 2000. De Twin Towers in New York stonden nog recht. Plots ontstond er wereldwijd een nieuwe angst, eentje voor aanslagen en terrorisme, eentje voor mannen met lange baarden en bommen. In 2008, toen Obama werd verkozen als Amerikaans president, was zijn tegenstander zo hoffelijk om hem te feliciteren. Om maar te zeggen: het zijn andere tijden momenteel.”

Enge tijden voor tieners?
“Ja, dat denk ik wel. Om de vergelijking met de jaren 80 te maken, toen ik een tiener was: toen stonden de kranten ook vol met doem, over de Koude Oorlog, de Bende van Nijvel… Het leven was best wel ruw, terwijl we de jaren 80 nu associëren met swingende muziekclips. Ik herinner me vooral The A-Team. Dus als ik naar mijn eigen kinderen kijk, dan vermoed ik dat ze wel beseffen wat er allemaal in de wereld gebeurt, maar uiteindelijk zullen terugblikken op de YouTubers die ze volgen. Wat dat betreft is een mens heel veerkrachtig. En het fijne aan ouder worden is het besef dat alles uiteindelijk wel goed komt.”
“Ik kan het mengpaneel van het leven beter in balans brengen dan vroeger”
Ik zou het bijna nog vergeten, maar mijn standaard openingsvraag is eigenlijk deze: hoe ziet jouw ideale zondag eruit?
“Ik hou echt van vroeg opstaan. Ik kan genieten van het ochtendlicht, ik ben ook een vinylliefhebber, dus ik leg op zondagochtend steevast een elpee op, gaande van jazz en Britpop tot Norah Jones en oude Vlaamse klassiekers. Dan haal ik ontbijtkoeken bij de bakker en geniet ik ervan om in een lange rij van mensen te staan, overwegend mannen overigens – wat dat betreft is de wereld nog niet helemaal in evenwicht. (lacht) Ik vind die geur van de bakker ronduit fantastisch, zeker nu het wat kouder begint te worden. Verder bezondig ik me aan veel te lang lezen – de weekendkranten dan – en veel te veel koffie drinken. Op sommige zondagen – dat is het voordeel van co-ouderschap – heb ik het paleis bovendien voor mij alleen. Ik kan heel goed en heel graag in stilte en alleen zijn, om me dan te verliezen in woorden of muziek. Ik heb dat ook nodig als onderdeel van mijn creatief proces. Ik moet mijn gedachten de vrije loop kunnen laten gaan. Dat vind ik niet alleen heerlijk maar ook essentieel.”
Eerder dit jaar presenteerde je nog ‘Gelukkig gescheiden’. Het klinkt alsof jij dat inmiddels ook wel bent. Nog geen nieuwe liefde gevonden?
“Laat ons zeggen dat ik heel goed alleen kan zijn, wat natuurlijk ook gevaarlijk is. Ik weet dat het leven met twee voor een zekere rijkheid zorgt, maar dit alleen zijn gaat me wel goed af. Ik heb tijd om mezelf te verliezen in mijn werk, wat ik ook ontzettend graag doe. Mocht het aardse leven mij niet tegenhouden, dan zou ik alleen maar aan het werk zijn.”
Fan van Halloween
“Ik ben een ontzettend grote halloweenfan. Ik ben opgegroeid met horrorfilms in de jaren 80. Met het opgroeien van mijn kinderen werden de halloweenfeestjes elk jaar groter. Nu verwachten we een man of veertig, allemaal verkleed, met griezelhapjes en een griezeltoer door het bos. De beste investering van mijn leven is een rookmachine die op Halloween constant aan staat. Voor sfeer en gezelligheid geef ik mezelf een 11 op 10.” (lacht)
Zou je dat omschrijven als een zonde?
“Gulzigheid is toch een van de hoofdzonden, niet? Als iets mij fascineert, wil ik er alles over weten. Ik wil altijd all the way gaan, en moet mezelf soms temperen. Dat heb ik ook met op café gaan in Aalst. Dat wordt dan meteen een wilde nacht, met alle gevolgen van dien. Soms is dat wel lastig, al gaat het wel beter met ouder worden. Ik kan het mengpaneel van het leven beter in balans brengen dan vroeger. Tegelijkertijd kan ik me ook bezondigen aan luiheid. Waar andere mensen moeten opletten voor alcohol, nicotine of gokken, moet ik oppassen voor mijn zetel. Ik mag daar niet te lang in blijven liggen, anders raak ik niet meer recht.” (lacht)
We hebben al teruggeblikt op de afgelopen 25 jaar, zullen we ook eens vooruitblikken?
“Ik heb geen idee waar ik over 25 jaar sta. Het lijkt mij een heel vreemde gedachte om ooit te moeten stoppen met werken. Omdat mijn werk meer aanvoelt als mijn hobby. Misschien schrijf ik tegen die tijd wel kinderboeken. Ik zou ook nog wel graag de theaters in trekken. Ik voel dat ik op een leeftijd zit waarop ik metier heb. Tegelijkertijd heb ik niet het gevoel dat ik al zoveel gedaan heb in mijn carrière. Dat heeft misschien met die tieners te maken. Door hen voel ik me wedergeboren, piepjong dus, alsof het allemaal nog moet beginnen.”
‘De jaren 00 voor tieners’, elke donderdag om 20.50 uur op VRT 1 en VRT MAX.