Hoewel het van de Nationale Veiligheidsraad mag, zullen toch 1 op de 5 horecazaken morgen hun deuren gesloten houden. Dat blijkt uit een rondvraag van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) bij 1.800 horecazaken. “En van de zaken die toch zullen openen, zal 90 procent dit moeten doen met verlies”, zegt NSZ-voorzitter Christine Mattheeuws.
Door Olivier Neese
Eindelijk is het zover: vanaf morgen mogen de cafés en restaurants hun deuren weer openen. Toch zal 1 op de 5 dit niet doen. Dat blijkt uit een grote rondvraag bij 1.800 horecazaken van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ). De zaken kunnen de veiligheidsmaatregelen niet naleven, vrezen dat ze geen klanten zullen zien of dat ze nog niet rendabel zullen zijn. “Veel uitbaters vinden de maatregelen in ons land te streng”, zegt NSZ-voorzitter Christine Mattheeuws. “Vooral de 1,5 meter afstand tussen de tafels, de verplichte mondmaskers voor het personeel en het feit dat ze later dan in de buurlanden mogen heropstarten, vinden ze nogal strikt. In Frankrijk hoef je maar 1 meter afstand te bewaren, in Nederland hoeft het personeel geen mondkapje te dragen.”
Van zij die morgen wél openen, vreest 90 procent dat ze dit zullen doen met verlies. “De zaakvoerders verwachten de helft van hun klanten, terwijl ze minstens 70 procent nodig hebben om uit de kosten te geraken. Nu al vreest een kwart van de uitbaters deze crisis niet te overleven. Nog eens 25 procent vreest dat ze in de gevarenzone zitten en bijkomende steun absoluut nodig hebben om een faillissement af te wenden.”
Die steun komt er. Om de horeca te helpen, besliste de superkern de partijen die de regering-Wilmès volmachten geven én de top van de federale regering gisteren om de btw op niet-alcoholische dranken tot eind dit jaar te verlagen naar 6 procent. Ook loopt het systeem van tijdelijke werkloosheid tot eind dit jaar door. “Maar het belangrijkste voor ons is dat het overbruggingsrecht wordt verlengd tot 31 augustus, en mogelijk zelfs tot en met 31 december”, reageert Christine Mattheeuws grotendeels tevreden op de beslissingen. “Alleen hadden we gehoopt dat er ook een volwaardige oplossing zou komen voor de huur, zeker nu de hinderpremie van 160 euro per dag wegvalt. Daarnaast blijven we ijveren voor een halvering van de afnameverplichting. Het is duidelijk dat de horeca de normale hoeveelheden in deze tijden niet kan verkopen.”
Deze zaken blijven bewust gesloten
“Het coronacafé van België? Neen, dank u”
Niet bij elke horecazaak is het dit weekend alle hens aan dek om volledig klaar te zijn om morgen te heropenen. Velen kunnen, willen of durven niet heropstarten. “Lang mag dit niet meer duren, want anders is dit het einde. Dan is het beter om de eer aan jezelf te houden…”
In Billie’s Bier Kafétaria in hartje Antwerpen blijven de stoelen op de tafels en de bierflesjes in de bakken. Openen is onder de huidige regels geen optie. “We zijn een klein, typisch bruin café, waar we ambachtelijk en op kleine schaal geproduceerde bieren schenken”, zegt zaakvoerder Stéfan Cauwenbergs. “Ons doel is om de mensen daar mee te laten kennismaken. Als we ons aan de maatregelen moeten houden, halen we heel de ziel uit de zaak. Dan wordt het een kil en zielloos iets. Ik wil geen tankstation voor bier worden, waar je snel-snel wat bier serveert. Alles waar we voor staan, zouden we overboord moeten gooien. Dat maakt het ook voor ons niet meer leuk om te werken, en voor de klanten niet aangenaam om te komen. Met ons hele team hebben we beslist: dit doen we niet.”
Twee tafeltjes
Vooral bij de vele kleine cafeetjes en typische bruine kroegen blijken de maatregelen praktisch onhaalbaar. “Bij het lezen van de maatregelen bekruipt me het gevoel dat het betere lobbywerk van de grotere restaurants geholpen heeft”, gaat Stéfan Cauwenbergs verder. “Maar niet die grote commerciële mastodonten zorgen voor de ziel van de stad, wel die kleine kroegen zoals die van ons. Het toogzitten verbieden en anderhalve meter tussen de tafeltjes kunnen veel zaken niet waarmaken. Zelfs met plexi tussen de tafeltjes zouden wij nog twee tafeltjes kunnen zetten.” (cynisch lachje) Hetzelfde geluid klinkt bij Nico Schutz van café Ossel-Star in Brussegem. Hij wil eerst nog een maand de kat uit de boom kijken. Tot 2 juli houdt hij zijn deuren gesloten. “Hopelijk zullen de regels tegen dan verder versoepeld zijn. Nu hebben we een toog van tien meter die we niet mogen gebruiken. In mijn zaak kan ik nu nog vijf tafeltjes plaatsen. Als ik de mensen laat biljarten en daarrond ook nog eens die anderhalve meter moet vrijhouden, heb ik nog twee tafeltjes over… Tja, dat gaat niet, hé.”
Plexi gezocht
Ook aan alle vereiste producten raken, is voor veel horecazaken een probleem. Zo raakt het koffiehuis annex bistro Bardaloue uit Pepingen op dit moment niet tijdig aan ontsmettingsmiddelen. “Als het halsoverkop beslist wordt, kan je in vier dagen niet meer op tijd alles vinden”, reageert zaakvoerster Nancy Wijns. “Veel zaken, zeker de grote, hebben preventief het materiaal al ingekocht, maar ik wilde niet het risico nemen om dingen aan te schaffen die misschien niet nodig of geschikt zijn. We zitten al drie maanden zonder inkomsten en dan ben je beter spaarzaam.”
Bij sommigen zit de schrik er ook in. Zoals bij café Ossel-Star, dat angst heeft om een besmettingshaard te worden. “We zijn bang dat er iemand in het café zou komen en de andere gasten zou besmetten”, zegt Nico Schutz. “Je wilt echt niet dat je naam daaraan gelinkt wordt, je wilt echt niet ‘het coronacafé van België’ worden. Ik wil geen zieken, laat staan doden op mijn geweten hebben. Maar hoe dan ook, op 2 juli moeten we absoluut weer opengaan. Anders is het gedaan en moeten we niet meer openen. Intussen praten we met het gemeentebestuur om ons te helpen. Niet financieel, maar door bijvoorbeeld de straat af te zetten zodat we een groter terras kunnen plaatsen.” Bardaloue wil al op 17 juni proberen te openen. “Maar zullen de mensen wel durven te komen? Op dit moment heb ik nog maar één reservatie. Als ik na twee weken zie dat het niet aanslaat, zal ik weer de deuren sluiten.”
Met steun in het rood
Om intussen het hoofd boven water te houden, rest er voor velen maar één optie: de opgebouwde reserves aanspreken. “We hebben het geluk dat we al zeven jaar een goed draaiende zaak hebben”, aldus nog Stéfan Cauwenbergs. “Maar zelfs met de steunmaatregelen, waarvoor we ontzettend dankbaar zijn, gaan we nog duizenden euro’s in het rood. Het is pijnlijk om alles waar we jaren hard voor gewerkt hebben nu te zien wegsmelten. Lang mag dit niet meer duren, want anders is dit het einde. Dan is het beter om de eer aan jezelf te houden.”
(omslagfoto Ivan Ruck)