November en december zijn dé maanden om fruitbomen en kleinfruit te planten. (foto Angelo) © Angelo

Van appel tot bes: tuinexpert Angelo Dorny weet waarom je nu best fruitplanten de grond in stopt

De herfst is niet alleen het seizoen van de laatste oogst en vallend blad. Het is ook het uitgelezen moment om nieuwe planten in de grond te stoppen – en in het bijzonder: fruit. Van appelboom tot bessenstruik, alles wat vrucht draagt en meerjarig is, wortelt nu het best.

De planten zijn in rust, het regent vaker, en ze hoeven zich niet druk te maken om hitte of verdamping. Ze kunnen zich in alle rust settelen voor het volgende groeiseizoen. Wie droomt van verse appels of een handvol frambozen uit eigen tuin, wacht dus beter niet tot het voorjaar. In november en december zit je goed. Zowel voor fruitbomen (zoals appel, peer, pruim en kers) als voor kleinfruit (zoals aalbes, braam, framboos en kruisbes).

Fruitbomen zijn er in allerlei maten en vormen. Heb je een grote tuin, dan kan je kiezen voor een half- of hoogstam, echte klassiekers die tientallen jaren meegaan. In kleinere tuinen is een laagstam ideaal: makkelijk te snoeien, minder plaats nodig, en toch een mooie oogst. Heb je enkel een terras? Dan zijn er zelfs kolombomen of minivormen in een pot verkrijgbaar. Kies bij voorkeur een zelfbestuivend ras als je maar één boom plant. Niet alle bomen kunnen namelijk zichzelf bestuiven. Sommige hebben een tweede boom in de buurt nodig om vruchten te dragen, iets om even op te letten bij aankoop.

“Fruitbomen zijn er in allerlei maten en vormen. Er zijn zelfs kolombomen of minivormen in een pot verkrijgbaar”

Zo plant je

De plantwijze is eenvoudig. Graaf een ruim plantgat, zo’n 1,5 keer zo breed als de wortelkluit. Meng de uitgegraven aarde met compost of bodemverbeteraar. Plaats de boom zo dat de entplek (de verdikking boven de wortel) net boven de grond zit. Zet een boompaal aan de westkant (tegen wind), bind de stam losjes vast en geef royaal water. Vergeet niet: steun geven is essentieel, zeker in de eerste jaren. Op die manier heeft de boom geen probleem om zijn wortels uit te zetten in de grond.

Kleinfruit: compact en gul

Wie geen ruimte heeft voor bomen, kan nog altijd voor kleinfruit kiezen. Frambozen, bramen, bessen en blauwe bessen zijn gul, vragen weinig plaats en passen zelfs in een haag of smalle strook. Kies voor herfstframbozen als je het onderhoud makkelijk wil houden, die snoei je gewoon helemaal terug in de winter. Zomerframbozen hebben wat meer begeleiding nodig, maar geven wel vroeger oogst.

Plant kleinfruit met wat tussenruimte: frambozen en bramen om de 40 à 50 cm, bessen op ongeveer 1 meter afstand. Werk ook hier met compost in het plantgat, en zorg bij bramen voor een rek of draad om aan te leiden. Blauwe bessen zijn een buitenbeentje: ze houden van zure grond. Let erop dat je de planten dus op een zure grond zet, of plant ze in een pot met aangepaste potgrond. Geef deze zuurminnende planten regenwater als het kan, geen kalkrijk kraanwater.

Enkele tips

Plant niet bij vorst, dan kun je makkelijk de grond bewerken. Geef in het eerste jaar regelmatig water, zeker bij droogte. En geef je nieuwe aanplant wat tijd. De meeste fruitplanten nemen een jaar of twee de tijd om goed op gang te komen. Maar wie nu plant, heeft alvast een stapje voor.

Volg @Angelo_Dorny voor meer tuintips.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier