Heb je ooit gezegd: “Ik voel me dik”? Niet op een liefdevolle manier, maar met afkeer, schaamte of moedeloosheid?
Je bent niet alleen. Maar het is tijd om te ontdekken wat er écht achter die gedachte zit. We zeggen het vaak gedachteloos, meestal op momenten waarop we ons niet goed voelen in ons lichaam. Misschien heb je net iets te veel chocolade gegeten en besluit je – alweer – dat morgen het dieet begint. Want het probleem is blijkbaar jouw lichaam, toch? Fout. Die ‘oplossing’ maakt het vaak alleen maar erger.
“We zijn zó gewend om negatief te denken over ons lichaam, dat we het niet eens meer doorhebben”
Want laten we eerlijk zijn: ‘dik’ is geen gevoel. Je zegt toch ook niet “ik voel me boekenkast”? Of “ik voel me schoenen”? En toch weten we precies wat er bedoeld wordt. Want achter die zin zit veel meer dan enkel een oordeel over ons lichaam. Wat je eigenlijk bedoelt, is dat je je slecht voelt. Onzeker. Oordelend. Verdrietig. Of misschien gewoon fysiek ongemakkelijk. Als je dat beseft, kan je pas écht beginnen te helen.
Stap 1: Herken negatieve gedachten en druk even op pauze
We zijn zó gewend om negatief te denken over ons lichaam, dat we het niet eens meer doorhebben. “Ik voel me dik” is een alarmsignaal. Niet over je gewicht, maar over hoe je je vanbinnen voelt.
Stap 2: Ga dieper, wat zit er écht achter die gedachte?
Vraag jezelf af:
Hoe voelt mijn lichaam fysiek aan?
Wat heeft dit gevoel getriggerd? Een opmerking? Iets wat ik at?
Wat geloof ik eigenlijk over ‘dik zijn’? Wat is mijn diepste angst?
Vaak komen dan gedachten naar boven zoals:
Ik voel me slecht over mezelf.
Mijn lichaam voelt ongemakkelijk.
Ik ben bang voor oordelen van anderen.
Stap 3: Werk aan de échte oorzaak (en nee, een dieet is dat niet)
Voel je je slecht over jezelf?
Onderzoek welke overtuiging hierachter zit. Wat zegt je lichaam over jouw eigenwaarde? Wat geloof je over jezelf in dit lichaam?
Fysiek ongemak?
Laat het oordeel los. Vraag jezelf af: “Wat zou ik doen als ik me goed voelde in mijn lichaam?” Misschien is dat bewegen, beter slapen, water drinken, of comfortabele kleren dragen. Kleine acties die je lichaam ondersteunen in plaats van bestraffen.
Bang voor oordeel van anderen?
Anderen oordelen vaak vanuit hun eigen onzekerheid. Maar de grootste criticus ben jij vaak zelf. Als jij zachter leert kijken naar jezelf, verliezen de meningen van anderen kracht.
Behoefte aan erkenning?
Denk aan waarom je van je vrienden houdt. Niet om hun gewicht, maar om wie ze zijn. Zo mag jij ook naar jezelf kijken: jij bent waardevol om wie je bent, niet om hoe je eruitziet.
Laat “ik voel me dik” geen dooddoener zijn, maar een uitnodiging om jezelf beter te begrijpen. Als je durft te voelen wat eronder zit, kan je pas echt voor je lichaam zorgen op een liefdevolle manier – in élke fase, bij élk gewicht.