Verbouwen. Het wordt vaak in één adem genoemd met woorden als ‘financiële kater’, ‘vertraging’, ‘problemen’ en ‘stress’. Om je een nachtmerriescenario te besparen klopten we aan bij een architect en stelden we de vragen waarop je het antwoord écht wil weten.
De expert: Jef Van Loock
Jef Van Loock (45) is architect en teammanager bij architectenbureau POLO.platform in Antwerpen. Hij heeft al ruim twintig jaar ervaring in zowel residentiële projecten als publieke gebouwen. Zijn team ontwierp onder meer AP Hogeschool Antwerpen en Vrijetijdscentrum De Meermin in Waasmunster. Meer info vind je op polo-platform.eu.
De trend
1. Wat is de vaakst gemaakte fout bij een verbouwing?
Jef Van Loock: ‘Wie voor de eerste keer verbouwt, onderschat vaak het hele proces. Een verbouwing vraagt veel mentale energie en brengt behoorlijk wat stress met zich mee. Voor de meeste mensen is het een van de grootste investeringen in hun leven.’
‘Mijn advies: voorzie voldoende marge in je budget voor onvoorziene omstandigheden, want die zijn er altijd. Hoewel architecten en aannemers met offertes werken, zijn bouwprijzen tegenwoordig nog maar moeilijk te voorspellen door stijgende materiaalprijzen. Bovendien is er vaak een verschil tussen wat je op papier ziet en de uiteindelijke beleving. Het gebeurt regelmatig dat mensen tijdens de werken nog een extra raam wensen, een deur verzetten of een muur laten weghalen. Wat extra budget achter de hand hebben neemt al heel wat stress weg.’
2. Hoe kies je de juiste architect of aannemer?
‘Als je weet wat je budget is én wat je verlangens zijn, is het tijd om de juiste mensen te zoeken om je dromen te realiseren. Denk goed na over die keuze, praat met meerdere kandidaten en spreek een paar keer af voordat je samen in zee gaat. Je gaat tenslotte een lange samenwerking aan, en ook als het moeilijk gaat, moet je nog door één deur kunnen. Kies dus niet per se voor de goedkoopste optie, investeer ook in een duurzame samenwerking.
“Voorzie voldoende marge in je budget voor onvoorziene omstandigheden, want die zijn er altijd”
Bij het kiezen is mond-tot-mondreclame vaak goud waard. Zo hoor je immers of iemand probleemoplossend meedenkt, voldoende tijd vrijmaakt, binnen het budget blijft, enzovoort. Maar het is niet omdat je buurvouw goed zat bij een bepaalde architect, dat die ook jouw stijl begrijpt of dat jij er een klik mee voelt. Die klik en dat vertrouwen zijn cruciaal voor een samenwerking waarop je – letterlijk en figuurlijk – kan bouwen.’
3. Duurzaam verbouwen, wat houdt dat precies in?
‘In de Engelse taal wordt er een onderscheid gemaakt tussen ‘sustainability’ en ‘durability’. Het eerste gaat over de energetische en technische kant. Het is een no-brainer om je huis vandaag degelijk te isoleren, en zonnepanelen en een warmtepomp zijn verstandige keuzes voor zowel het milieu als je portemonnee. Maar duurzaam wonen draait om meer dan dat. We moeten duurzaamheid veel breder bekijken.
Het begint al bij de locatie; elke dag met de auto naar kantoor moeten is niet bepaald duurzaam. Ook materiaalkeuze speelt mee, dus investeer in kwaliteit die lang meegaat.
Daarnaast is flexibiliteit belangrijk. Zorg voor ruimtes die je makkelijk een nieuwe bestemming kan geven: een kinderkamer die een bureauruimte wordt, of een gelijkvloerse kamer of badkamer die al technisch klaar is voor je oude dag. Beperk het aantal dragende muren, want dat maakt toekomstige aanpassingen eenvoudiger. Duurzaamheid gaat ook over een tijdloos canvas dat je niet snel beu raakt én dat je met een likje verf een nieuw leven kan geven. Tot slot betekent duurzaamheid ook investeren in de natuur: investeren in groen, water en biobased bouwen. Denk maar aan bomen planten, groene terrassen aanleggen, regenwater recycleren en bouwen met herbruikbare, natuurlijke materialen.’
Wil je graag meer weten over duurzaam verbouwen? Raadpleeg dan de duurzaamheidsmeter op gro-tool.be.
4. Hoe kan ik klein wonen zonder in te boeten aan woonkwaliteit?
‘Door de bevolkingsgroei en stijgende woonkosten is kleiner wonen anno 2025 een realiteit. Voorzie een slim plan waarbij je investeert in ruimtelijkheid in plaats van in ruimte, en waarbij leefkwaliteit – lees: de emotionele beleving van een ruimte – primeert op woonkwaliteit. Een ruimte blijft even groot, maar kan groter aanvoelen door bijvoorbeeld aan hoogte en licht te winnen en door buiten naar binnen te brengen. Plaats grote ramen die maximaal open kunnen. Een noordgevel leent zich daar uitstekend voor, omdat je zo meteen ook oververhitting vermijdt. Creëer meer zichtlijnen, zodat je bij het binnenkomen bijvoorbeeld al meteen zicht op de tuin krijgt. Kies ook voor een zo natuurlijk mogelijke lichtinval en voor lichte kleuren die het licht reflecteren.
“Investeer in ruimtelijkheid in plaats van in ruimte, bijvoorbeeld door aan hoogte en licht te winnen”
Investeer voorts in schuiframen die een ruimte verdelen, hoge kasten en multifunctionele meubels. Denk bovendien na over dubbel ruimtegebruik: een living die ook als thuiskantoor gebruikt wordt, een kast onder de trap, een koersfiets die je in het salon omhooghangt, een keuken die door het openzetten van de ramen transformeert in een buitenkeuken…
Hoe on-Vlaams het ook klinkt: bekeer je tot het minimalisme, want hoe minder rommel en spullen er in huis rondslingeren, hoe groter je ruimtegevoel zal worden. Een andere trend die eindelijk ook in Vlaanderen wat voet aan wal krijgt, is het delen van bepaalde ruimtes. Zo ontstaan er steeds meer cohousingprojecten waarbij een tuin, polyvalente ruimte of wassalon door verschillende gezinnen gebruikt wordt.’
5. Wat met subsidies? Waar heb ik vandaag recht op als ik ga verbouwen?
‘Dat hangt af van de regio waar je (ver)bouwt en van het type van werken dat je uitvoert. Je kan makkelijk achterhalen op welke subsidies je recht hebt door je architect ernaar te vragen of door de website van de overheid van jouw regio te raadplegen.’
(tekst Astrid Van der Schueren)