(foto Skechers)

Geen interlandbreak, wél een openhartig gesprek voor Club Brugge-spits én chouchou Romeo Vermant: “Ik ben niet dezelfde op hetveld als daarnaast, gelukkig maar”

Met levensbelangrijke goals tegen onder meer RB Salzburg en Rangers FC, én door de blessure van Romelu Lukaku, leken een eerste selectie én speelminuten bij de Rode Duivels quasi zeker. Totdat een vervelende spierblessure roet in het eten gooide. Geen interlandweek dus bij de grote jongens voor Romeo Vermant, die zich bij Club Brugge wil bewijzen als nummer één in de spits, wél een openhartige babbel. Een lastigaard op het veld, maar een aimabel persoon om mee te praten, zo blijkt. “Die tweede ster met Club Brugge pakken: dat zou fenomenaal zijn.” Een gesprek over voetballen in de woestijn, racisme in het voetbal en zijn plannen voor de toekomst.

Het carrièrepad van Romeo Vermant is er één dat de laatste twee jaar steil bergop gaat. Na enkele jaren bij de jeugd en Club NXT, en onder meer een uitleenbeurt aan KVC Westerlo, leerde het grote publiek hem pas écht kennen in mei. Met twee treffers, waaronder één typische Vermant-goal, bezorgde hij Club Brugge bijna eigenhandig de twaalfde beker, in een finale tegen aartsrivaal Anderlecht.

Binnen dertig jaar word je daar nog over aangesproken. Heeft die wedstrijd jouw leven veranderd?

“Voor mezelf is er niet veel veranderd, ik ben nog steeds dezelfde gast als daarvoor. Er wordt wel veel gerefereerd aan de bekerfinale en ik word iets vaker herkend op straat, maar ik ga me niet anders gedragen. Zo zit ik niet in elkaar.”

Voetbalicoon Paul Van Himst sprak naar aanleiding van die bekerfinale over ‘een ambetant manneke om tegen te spelen’. Je hebt een zeker imago gekregen als spits. Ben je blij met dat imago van ‘smeerlapke’?

“Ze kunnen me portretteren zoals ze willen, dat maakt me eigenlijk weinig uit. Wat op het veld gebeurt, blijft op het veld. Ik ben niet dezelfde persoon op het veld als naast het veld. Gelukkig maar. Ik beschouw het als een compliment dat ik een ambetant ventje ben. Je hoeft geen elf ideale schoonzonen op het veld te hebben, want dan lukt het als team niet. Ik neem die rol met plezier op me.”

Via Club NXT belandde je in het eerste elftal, maar vervolgens volgde een uitleenbeurt naar Westerlo. Wat heb je daarvan geleerd?

“Het is sowieso anders voetballen, met een andere soort druk. Het is niet de druk om kampioen te worden, maar om niet te degraderen. Het gaat om de knikkers, het kindjesvoetbal is voorbij. Je moet efficiënt spelen: de kansen die je krijgt, moet je benutten, anders vlieg je uit de ploeg. Zo simpel is het. Ik heb geleerd volwassener te worden, zowel in het spel als naast het veld.”

“De kansen die je krijgt, moet je benutten, anders vlieg je uit de ploeg. Zo simpel is het”

Je hebt natuurlijk een familienaam die op je kleeft. Is het eerder een voordeel of een nadeel?

“Zelf zit ik daar niet mee in mijn hoofd en het stoort mij totaal niet. Vaak krijg ik de vraag: brengt dat geen druk met zich mee? Natuurlijk word ik altijd een beetje vergeleken met papa. Het is hoe ik ben opgegroeid en ik weet eigenlijk van niks anders, maar ik heb er totaal geen last van.”

Dan gaan we toch eens die vergelijking met papa Sven maken. Hij speelde 414 wedstrijden voor Club Brugge. Is dat ook jouw doelstelling, of is het eerder je ambitie om naar het buitenland te trekken?

“De ambitie om bij Club Brugge te spelen, was heel groot. Ik ben blij met de wedstrijden die ik al heb gespeeld, hopelijk volgen er nog veel meer. Maar ik heb ook de ambitie om in het buitenland te voetballen en andere oorden te ontdekken. Mijn eerste doel blijft uiteraard Club Brugge: spelen, scoren en kampioen worden. De twintigste titel, die tweede ster pakken, zou fenomenaal zijn.”

Heb je een competitie in gedachten die bij je past?

“Ik denk sowieso dat de Duitse competitie me wel ligt, dat ligt een beetje voor de hand natuurlijk. Anderzijds zou ik zeker eens in Spanje of Italië willen voetballen. Een andere cultuur, wat zuiders. En een beetje meer zon ook.” (lacht)

In een ander interview zei je: ‘Ik hou wel van een uitdaging, een beetje out of the box denken’. Zou een transfer naar pakweg Saudi-Arabië kunnen?

“Dat is natuurlijk iets compleet anders. Op dit moment in mijn carrière zou dat niet de juiste stap zijn. Maar je weet nooit natuurlijk. Ik heb een bepaald traject voor mij, nu is dat Club Brugge dat voor mij goed zit. Komt er een opportuniteit, dan zou ik het zeker overwegen. Het hangt ook af van de opties die er liggen, maar ik zou daar geen definitieve nee tegen zeggen.”

Augustus was natuurlijk dé transfermaand. Hoe ging de spelersgroep daarmee om? Lezen jullie ook al die roddels en geruchten?

“Sowieso zie je dingen passeren op je telefoon. Soms verschijnt er iets en dan wordt er wel eens mee gelachen. Over het algemeen gaat de groep er goed mee om: een grapje hier, een grapje daar. Spelers die weg willen, gaan weg. Spelers die erbij komen, verwelkomen we met open armen. In mijn ogen hebben we een hele goeie groep om dat op te vangen.”

Ben je bang dat er opeens dan toch nog een extra spits wordt aangetrokken?

“Nee, ik ben voorbereid op alles. Als Club een nieuwe spits haalt, dan halen ze die. Mijn focus blijft presteren en genoeg speelminuten krijgen.”

Heb je zelf een ideale carrièreplanning in gedachten? Spreken we dan over nog 2 à 3 seizoenen bij Club Brugge? Wanneer ben je klaar voor een stap hogerop?

“Ik denk dat dit jaar veel zal bepalen. Stel dat ik dit jaar 30 goals zou maken, dan ben ik misschien wel klaar voor die stap. Speel ik iets minder en kom ik niet aan het aantal doelpunten dat ik voor ogen heb, dan moet ik zeker nog een jaar blijven en nog een jaar extra bevestigen. Ik denk dat dit jaar heel veel zal zeggen over wat de volgende stap wordt.”

“Ik denk dat dit jaar heel veel zal zeggen over wat mijn volgende stap wordt”


•••

Op de openingsspeeldag tussen Antwerp en Union was het alweer prijs, de eerste racisme-rel. Ook tijdens Liverpools eerste wedstrijd gebeurde iets soortgelijks. Hoe kijk jij aan tegen dit soort situaties in het voetbal?

“Dergelijke dingen mogen absoluut niet worden geaccepteerd, zeker niet in de huidige samenleving. We zijn ook maar gewone mensen, we zijn voetballers. Ik zeg niet dat je nooit eens een bekertje mag gooien, maar zulke gebaren zijn direct gericht op de persoon zelf. Die horen volledig uit het voetbal te verdwijnen. Moesten de mensen eens weten welke impact dat heeft op spelers, dan zou men misschien twee keer nadenken.”

Wat voor straffen zijn dan gepast?

“Een stadionverbod voor het leven, ze moeten uit die omgeving verwijderd worden. Voor hetzelfde geld zit er een kind van 10 jaar bij jou en stimuleer je door dergelijk gedrag anderen om hetzelfde te doen.”

Ook op sociale media kunnen de meningen ongemeen hard zijn. Lees je die zelf?

“Vroeger, toen ik jonger was, deed ik dat iets meer. Ik heb dat afgeleerd, omdat het je alleen maar schaadt. Iedereen mag zijn mening hebben, maar je moet je daar als voetballer van afsluiten, anders kom je alleen maar in een negatieve spiraal terecht.”

Sluit je daarom je eigen leven af op Instagram? Enkel Romeo de voetballer en niet Romeo de gewone persoon?

“Ik probeer zo min mogelijk familiegerelateerde zaken op Instagram te delen. Iedereen weet wie mijn familie is, daar kan ik niet omheen. Maar privézaken wil ik ook privé houden.”

Ik las dat je met het idee speelde om iets met appartementen te doen: kopen, renoveren en weer verkopen. Leeft dat plan nog steeds?

“Dat plan zit nog steeds in mijn hoofd. Binnen de familie hebben we er al over gesproken. Ook met mijn beste vriend spreek ik daar vaak over, omdat we dezelfde interesses delen. Die plannen zijn nog steeds in de maak, we wachten nog op het juiste moment om effectief te starten.”

Wordt dat je carrière na het voetballen?

“Wie weet. Ik hoop dat ik na mijn carrière al genoeg heb opgebouwd en misschien zelfs in de voetbalwereld kan blijven. Ik kijk op naar David Beckham, naar wat hij heeft opgebouwd en hoe hij dingen heeft aangepakt. Hij is iemand naar wie ik opkijk en van wie ik met plezier hetzelfde spoor zou volgen.”

Zie je jezelf dan ook eigenaar worden van een voetbalploeg?

“Ik weet niet of ik dat in me heb. Wie weet, het zou mooi zijn, maar het is niet iets dat ik per se wil.”

Profvoetballers kun je na hun carrière in twee kampen verdelen: ofwel hebben ze het helemaal gehad met de voetbalwereld, ofwel kunnen ze er geen afscheid van nemen. In welk kamp zie jij jezelf?

“De liefde voor het spelletje zal ik nooit verliezen, dus ik denk wel dat ik in het wereldje zal blijven.”

Maar eerst verder bouwen aan die carrière. Veel succes, Romeo!

(John Taillieu)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier