In september 2000 veroverde Gella Vandecaveye brons op de Olympische Spelen in Sydney – een klein mirakel, want twee maanden eerder scheurde ze haar kruisbanden en twee jaar daarvoor brak ze nog haar nek. “Toen ben ik door het oog van de naald gekropen”, zegt ‘La Gella’, intussen 52, terwijl ze 25 jaar terugblikt. Van haar leven en afscheid als topjudoka naar vooral de daaropvolgende twintig jaar. Naar die andere Gella. Nog steeds even gulzig. Maar anders.
Gella ontvangt ons hartelijk in haar ruime woning in Melle. Haar moeder (85), die sinds 2017 bij haar dochter woont, werkt onvermoeibaar in de tuin – daarover straks meer. Op tafel staan koffie en pralines; tegenover mij zit een stijlvolle vrouw van rond de vijftig, naast haar nonkel Eddy Vinckier (78), al 37 jaar haar steun en toeverlaat. Maar ook daarover straks meer. De knop 2000 wordt ingedrukt. Waarop Gella, nog steeds praatvaardig, in snelvaart door de voorbije 25 jaar van haar leven fietst.
Waarom haar olympisch brons van Sydney 2000 een van de meest heroïsche prestaties in de geschiedenis van de Belgische topsport is.
Gella Vandecaveye:(blaast) “Goed dat jullie er mij aan herinneren dat het al 25 jaar geleden is. Die exacte datum, in september vermoed ik, herinner ik mij zelfs niet. Van de meeste medailles ken ik mijn tegenstandsters nog wel, maar van Sydney 2000 herinner ik me vooral de gescheurde kruisbanden enkele maanden voordien. Maar 17 oktober 1998, dié datum vergeet ik nooit. Elk jaar denk ik aan de dag dat ik mijn nek brak. De volgende dag openden alle journaals en kranten ermee. Het gebeurde om 10.15 uur; mijn broer hoorde het op de radio. Die kamp had eigenlijk al voorbij moeten zijn – ik had al ippon gescoord. Die dag kroop ik door het oog van de naald. Als ik mensen in een rolstoel zie, denk ik er soms nog aan; ik ben dankbaar dat ik er zo goed ben uitgekomen. Of wanneer ik op VTM Tussen Leven en Dood zie… (denkt na) Ik was 25 jaar, mijn sterkste jaren moesten nog komen. Ik had een carrière vóór en een carrière ná die nekbreuk, met elk ongeveer evenveel prijzen. Een paar maanden later werd ik opnieuw Europees kampioen. Ik hield er drie nekhernia’s aan over, maar zolang ik bepaalde bewegingen vermijd, heb ik er vandaag maar beperkt last van. Maar die gescheurde kruisbanden, twee maanden voor de Spelen, waren een ander verhaal. Een stom ongeval op internationale stage in Spanje: een korte sparring tegen een Italiaanse op het einde van de training – kruisband volledig af! Normaal is het dan opereren en no go. Vergeet de Spelen, Gella…! Maar toch… Neen… Misschien met een dubbel trainingsschema…?! Een speciaal voor mijn rechterbeen en een ‘normaal’ voorbereidingsschema voor conditie en kracht en techniek? Oké dan… Maar je beseft niet wat je te wachten staat, Gella. En toch… Oké!… Twee maanden schakelde ik alle emoties uit. Al zakte ik nog verschillende keren door die knie en schreeuwde ik dan de hele zaal bijeen van de pijn. Maar na een half uur trok de pijn weer weg en ging ik door. RoboCop, met een mousse over mijn brace, zodat ik niemand kon kwetsen. Maar op de Spelen mocht die brace niet, een stevige tape dan maar. Het zou alles of niets worden. En ik zou kampen alsof er niets gebeurd was! Ik had goed getraind, was best wel in vorm, had ook wel vertrouwen in dat been. Maar mijn eerste beweging was een veeg. Met een labiele knie dus: ik zakte er meteen weer door. Pijn verbijten – geen veeg meer; ik paste mijn technieken aan en ging ronde per ronde verder, vooral op ervaring. In de halve finale trof ik die Chinese. De kamp werd op beslissing beslecht, toen nog met drie vlaggetjes. Eddy, ik, iedereen zag me winnen. Maar probeer maar eens te winnen van een Chinese als de drie scheidsrechters Aziaten zijn… Ik verloor; de hele zaal was woedend.”
Eddy Vinckier: “Mag ik even tussenkomen? Na die Spelen werd het systeem met vlaggetjes meteen afgeschaft.”
Gella: “Daarna kwam de Gouden Score: in de verlenging wint wie het eerst scoort. Maar ik werd toen door die drie Aziaten doorverwezen naar de kamp om brons, tegen Anja von Rekowski – toevallig de vrouw tegen wie ik mijn nekwervel brak, waar ze overigens geen schuld aan had. Ik won. Brons dus. Mooi uiteindelijk, maar omdat ik bestolen was in de halve finale kon ik nooit echt blij zijn met die medaille. En al is judo geen mathematische sport: op het EK enkele maanden eerder had ik de Franse Séverine Vandenhende – die uiteindelijk de olympische finale won van die Chinese – nog geklopt. Maar uiteindelijk was het een straffe prestatie: op één been olympisch brons pakken.”
En ben je nu het meest trots op die medaille of op die bovenmenselijke terugkeer na een nekbreuk en gescheurde kruisbanden?
Gella:(denkt na) “Die nekbreuk, twee jaar daarvoor, staat er eigenlijk een beetje los van. En het geluk dat ik daar heb gekend vergelijken met het geluk om een medaille, is appelen met peren vergelijken. Ik herinner en koester nog ál mijn medailles; judo gaf me mijn identiteit. Ik leverde gigantische inspanningen om te geraken waar ik ben geraakt, en ik maakte ook mijn studies communicatie af. Maar die nekbreuk…”
In 2004 nam Gella op haar 31ste afscheid van het judo. Ervolgden een sabbatjaar, Paris-Dakar en een wereldreis van een jaar. Zo gulzig als ze twintig jaar voor haar medailles vocht, zo gulzig bleef ze leven.
Gella: “Voor alle duidelijkheid: ik heb geen ADHD, hè. (lachje) Ik wilde na mijn carrière gewoon elke kans grijpen die ik kreeg. Of ik opnieuw op audiëntie bij Poetin zou gaan? Nee. Dat was toen trouwens geen politieke ontmoeting, maar een gesprek van twee judoka’s onder elkaar. Hij vertelde toen dat een jeugdvriend van hem ook op de mat zijn nek had gebroken. Die ontmoeting – het was echt een hele prestatie om Poetin te mogen ontmoeten – had voor mij een bijzondere insteek. Ik had mijn carrière geëindigd op een tornooi in Moskou en het idee was dat ik de start van mijn grote rugzakreis in Moskou extra glans wilde geven. Ik was er best trots op. Een beleefdheidsbezoek, zeg maar. Ik herinner me vooral dat hij een klein manneke was. Hij was toen niet zo… euh… besproken. Maar ik zou het niet meer doen, neen.”
Daarna groeide Gella uit tot zelfstandig ondernemer. Methaar bureau PR & Sport Consulting gaf ze judoinitiaties en -demonstraties, deed promotiecampagnes, netwerkte en lobbyde voor bedrijven, organiseerde PR, teambuildings, lezingen en incentives. Ze noemt het haar levensmissie: mensen inspireren en een fitte levensstijl promoten via gezonde voeding, recreatieve events ensportieve initiatieven.
Gella: “Ik zei daarnet al: judo domineerde twintig jaar mijn leven en gaf me een naam – ik sta in de annalen van de topsport. Vaak word ik voorgesteld als ex-judoka, ook al ben ik nu een ondernemer in moeilijke tijden. De zaken gaan moeizaam; in onze sector wordt gesnoeid en het is knokken om rond te komen. Dat merk ik ook aan veel ex-topsporters, ik noem liever geen namen, die zich wenden tot nonkel Eddy met de vraag om hen te helpen.”

“Naast mijn vriendin zijn Eddy (78) en mijn moeder (85) vandaag voor mij het belangrijkste in mijn leven”
Eddy: “Met iemand anders werken dan Gella, ik zou het niet kunnen. Maar het geeft aan hoe snel ex-topsporters in ons landje worden vergeten, hoe hard ze moeten knokken om wat naambekendheid levendig te houden. Onder meer door zo vaak mogelijk op televisie te komen, ja. Maar Gella houdt veel af.”
Gella: “Een programma als Special Forces zou ik fysiek niet aankunnen. Mijn carrosserie is versleten. Ik ben een oldtimer nu: misschien fit van buiten, maar de onderdelen zijn versleten. (lachje) En ik zie er de zin niet van in zo af te zien, te huilen op televisie. Ik heb twintig jaar Special Forces gespeeld – op de mat dan. En ze vragen mij ook beter niet voor De Slimste Mens: ik onthoud geen namen en ben slecht in quizzen – thuis in de zetel gaat het wel. Een reisprogramma? Dat dan misschien wel. Al zou ik in Over de Oceaan wel vaak over boord hangen. Maar De Colombus of Het Huis zou ik ook wel zien zitten.”
Maar de ondernemer in jou wil nu wel stoppen met haar bouwbedrijf dat in 2021 startte?
Gella: “Simpel: het is verlieslatend, zeker nu ook nog de renovatiepremies verdwijnen. Ik heb vijf huizen volledig gestript en tot in de puntjes gerenoveerd. Ik doe het graag, maar ik moet ermee stoppen.”
Meer tijd dan voor Gella privé – ook hier is ze gulzig. Als kind speelde ze al klarinet; op haar bucketlist na haar carrière stond piano. Ze geniet van een goed glas wijn en rookt graag af en toe een sigaar.
Gella: “Ik wilde al veel langer piano leren spelen, maar begon pas op mijn 49ste dankzij een duwtje van Jef Neve (’s lands bekendste jazzpianist, red.) die ik op koninklijke missie in 2016 leerde kennen. Later speelde hij bij hem thuis voor mijn verjaardag De Roos; mama en ik zongen mee – fantastisch. En zo ben ik eraan begonnen. En volg ik nog steeds nu en dan les. (trots) Ik kan intussen al Great Balls of Fire spelen! Verder is er niets prestatiegericht: vechten en presteren heb ik afgezworen. Ook sporten doe ik alleen nog voor het plezier. Niet meer dan een half uurtje lopen, ik heb te veel last van mijn heupen. Ik kan en wil niet meer afzien.”
“Ik zoek geen uitdagingen meer. Gella is rustig geworden en heeft leren genieten. Ik had trouwens altijd al interesse in muziek. Ik hou van Vlaamse polyfonie en van cultuur in het algemeen. Ik ga al eens een foto-expositie bezoeken. Noem het de zachte kant van Gella, ik ben veel milder geworden. Het leven proeven en ook wat consuminderen. Een bergtrekking, back to basics, met het minimum aan kleren – die na een paar dagen stinken en het kan me niet schelen.”

“Omdat ik bestolen was in de halve finale kon ik nooit echt blij zijn met dat brons”
Genieten! Maar je woont nog steeds niet samen met je vriendin?
Gella: “Mama woont hier ook in, met drie onder één dak zou voor iedereen te veel zijn. Het komt er ooit wel van. Maar het is nu goed zoals het is.”
Mag ik de vraag stellen die ik jou al 25 jaar geleden wilde stellen: waarom heb je zo lang gewacht om je te outen?
Gella: “Ik heb mijn relaties toch nooit weggestopt? Mijn vorige partner bleef liever anoniem – wat ik respecteerde – terwijl Neysa daar minder moeite mee heeft. Ik vond mijn privéleven niet interessant genoeg voor de boekjes; het verkoopt toch niet. Mijn relatie is privé, een bewuste keuze.”
‘La Gella’ op 26 oktober 2025, 25 jaar na dat historische brons in Sydney en even lang na de eerste De Zondag. Waar ben je vandaag het meest trots op? Op je judocarrière of op wat je achteraf hebt bereikt?
Gella: “Mijn judoleven was twintig jaar leven aan formule-1-snelheid. Het was vechten, fysiek en mentaal; bij Jean-Marie Dedecker moest je niet afkomen met een burn-out. (denkt na) Natuurlijk ben ik trots op mijn judocarrière, maar evenzeer op wat ik nadien verwezenlijkte: van mijn solowereldreis tot de koninklijke missie in Japan.”
Eddy (even trots): “Gella mocht in 2019 ook het lint doorknippen van het Belgisch paviljoen op de Wereldexpo in Shanghai!”
Gella: “Dat kon allemaal dankzij mijn judocarrière. En ik ben even trots op mijn bedrijfje – én op de mantelzorg voor mijn moeder sinds december 2017. Toch ook een prestatie? Toen papa stierf, zei ik: Trek hier maar in, moeke. Maar weet je waar ik het meest trots op ben? Op mijn relatie met Eddy – mijn manager en toeverlaat voor álles. (plagerig) Hou het maar eens 37 jaar vol met nonkel Eddy, hè.” (lacht)
Eddy:(grijnzend) “Waar denk je dat ik al dat grijze haar aan te danken heb?”
Gella: “Serieus: onze vertrouwensband gaf me bescherming, veiligheid, comfort, vrijheid, vertrouwen… Hij zorgde zestien jaar voor mij in mijn judoleven en nu al 21 jaar erna. Eddy bleef naast me meewandelen en we zijn nog steeds onderweg – alleen zorg ik nu voor hém. Ik hou hem jong, hè.” (knipoogt)
Tot slot: waar plaats je jezelf na je ‘twee levens’ op een geluksschaal van 0 tot 100?
Gella: “Op 93,5. (lacht) Allee, ik zou ook kunnen zeggen 90 of 95, maakt niet uit. (denkt na). Naast mijn vriendin zijn Eddy en mijn moeder vandaag het belangrijkst voor mij.”
En hoe komen die resterende 6,5 procent erbij?
Gella: “Een goed draaiende job? Een betere carrosserie? Maar pas op: ik bén zeer gelukkig. Ik héb nog een carrosserie, mijn leven heeft aan een zijden draadje gehangen hè. Laatst nog een judovriend. Kanker…”
Wie is Gella Vandecaveye?
• Geboren in Kortrijk op 5 juni 1973.
• Begon op haar achtste met judo bij Judoclub Zwevegem, vanaf haar vijftiende werd Eddy
Vinckier haar coach en manager.
• Won in 1993 haar eerste wereldtitel in de gewichtsklasse -63 kg en combineerde met succes het judo met hogere studies communicatiemanagement.
• Verzamelde een indrukwekkend palmares met onder meer zilver en brons op de Olympische Spelen, twee wereldtitels, zeven keer Europees en 23 keer Belgisch kampioen. Was ook tweemaal Sportvrouw van het Jaar.
• Stopte op haar 31ste en is intussen onderneemster. Woont samen met haar moeder in Melle, maar heeft een vaste vriendin.