Achter het granieten blok van Union, waar Club Brugge vorig seizoen de tanden stuk op beet, staat nu een reus van 2,06 meter en 98 kilo: Kjell Scherpen. Een interview met de Nederlandse doelman, na de afstraffing in de Champions League en voor de topper in Jan Breydel. “Voor hetzelfde geld staan we daar na de wedstrijd weer met de handen in de lucht.”
Zes wedstrijden gespeeld, één doelpunt tegen, vijf clean sheets: Kjell Scherpen heeft zijn debuut in de Belgische competitie niet gemist. Op zijn 25ste is de Nederlander al aan zijn zevende profclub in vier verschillende landen toe. Emmen, Ajax, Brighton, Oostende, Vitesse, Sturm Graz en nu dus Union. Woensdag kregen hij en zijn ploegmaats in de Champions League slaag van Newcastle, maar dat lieten ze snel achter zich met de interpretatie dat het geen schande is te verliezen van een Premier League-club. “Tuurlijk, 0-4, dat zijn harde cijfers, maar met twee penalty’s en twee afgeweken schoten zat het ook niet mee”, sprak hij relativerend. “Tegen zo’n topteam word je met de neus op de feiten gedrukt. Het is nu zaak om rustig te blijven en vol te focussen op zondag. Voor hetzelfde geld staan we na die wedstrijd weer met de handen in de lucht.”
Hoe ervaar je de club Union?
“Warm. De supporters zijn top. Die geweldige sfeer woensdag, ondanks de 0-4, dat familiale gevoel, dat is iets dat bij mij past. Binnen de club is iedereen die er werkt in contact met elkaar. Iedereen is onderdeel van het succes en de positieve lijn van de afgelopen jaren en dat blijft zo. We blijven hard werken en vergeten niet waar de club vandaan komt.”
Je hebt ook al minder warme clubs meegemaakt.
“Zoals?”
Ajax?
“Eigenlijk is dat voor mij ook een hele warme club geweest. Ik heb er hele leuke mensen ontmoet met wie ik af en toe nog contact heb. Natuurlijk, als het niet goed gaat, is het daar een harde wereld. Dat zeker. Van Emmen naar Amsterdam, dat was een grote stap, en dan moet je je aanpassen. De dingen moeten goed vallen. Voor mij was het met vallen en opstaan. Ik speelde er natuurlijk niet altijd en dan ben je op zoek naar wedstrijdritme. Als jonge keeper bij een grote club zit er druk op en dat is niet altijd makkelijk. Maar uiteindelijk is het een mooi leerproces geweest.”
Heb je er beroep gedaan op een mental coach?
“Ja, om mijn gedachten en gevoelens eens kwijt te kunnen bij iemand buiten mijn directe omgeving. Dat lucht op. Ook bij Vitesse ben ik wel eens gaan praten. Eens je wat ouder wordt, ga je minder dingen lezen en op jezelf betrekken. Inmiddels weet ik hoe het werkt: de ene week kan je de held zijn en de week erna de schlemiel. Ik probeer er mij niet zo druk meer in te maken.”
Nadat je bij je debuut tegen Utrecht in de fout was gegaan, kreeg toenmalig Ajaxcoach Erik Ten Hag op de persconferentie de vraag of hij jou bij elkaar had moeten rapen. “Neen,” antwoordde hij, “die Lange is mentaal zeer sterk.”
“Ik probeer altijd rustig te blijven en van daaruit zo goed mogelijk te presteren.”
“Mijn rugnummer verwijst naar de geboortedag van mijn overleden broer” – Kjell Scherpen
Hoe kijk je naar de situatie van Nordin Jackers, jouw collega bij Club Brugge?
“Ik hou er niet van om van buitenaf te oordelen over situaties of collega-keepers. Maar voor ons, keepers, is het lekkerste dat je heel veel wedstrijdritme hebt en in heel veel situaties komt, dat je die ervaringen kunt opdoen. Daar horen soms mindere momenten bij, maar je moet niet vergeten dat hij ook hele goeie momenten heeft gehad. Die lijn is altijd heel dun, het negatieve valt vaak op en daar wordt dan over gesproken.”
Jij schuwde nog nooit interviews na wedstrijden waarin je in de fout was gegaan. Niet na je ongelukkig debuut bij Ajax en evenmin na je offday met Oostende tegen Club Brugge, waarvan je toen zei dat het je slechtste wedstrijd ooit was.
(lacht) “Ik probeer niet van mijn eigen situaties weg te lopen. Helaas horen die momenten er ook af en toe bij en dan probeer je dat ook maar gewoon te doen.”
Toen je broer Jorg in 2019 op zijn 20ste overleed aan een hartstilstand beloofde je hem op de afscheidsdienst in het stadion van Emmen er alles aan te zullen doen om de top te bereiken. Heeft jou dat gesterkt om in moeilijke momenten door te zetten?
“Natuurlijk is dat onderdeel van mijn leven. Jammer dat Jorg er nu niet bij is. Maar ik doe het nu zeker ook voor mijn gezin, mijn eigen kleine man, mijn vrouw en onze tweede kleine die op komst is.”
Wat heeft de dood van je broer jou geleerd over het leven?
“Om er altijd zo positief mogelijk in te staan, wetende dat het zomaar voorbij kan zijn. In mijn geval is dat proberen om elke dag beter te worden en in mijn gezin de beste man en de beste vader te zijn .“
Waarom ben je als 21-jarige keeper die bij Ajax niet was doorgebroken naar een Premier League-club vertrokken?
“Ik had daar een heel goed gesprek en een hele fijne keeperstrainer met wie ik nog wekelijks spreek. Bij Brighton kon ik op een ontzettend hoog niveau trainen en mezelf verbeteren. Op die leeftijd zit je nog in je ontwikkelingsproces en neem je alle leermomenten mee in je bagage. Uiteindelijk is het belangrijk dat je dat vertaalt naar de wedstrijden en dat heb ik de afgelopen drie jaar gedaan. Dat is hoe je er beter van wordt.”
Ook door bij Oostende en Vitesse in chaotische omstandigheden tegen de degradatie te strijden?
“Bij Vitesse was het het eerste jaar dat ik weer constant kon spelen en dan zie je dat het met vallen en opstaan gaat. Maar uiteindelijk zijn we geëindigd met een goeie reeks en is het alleen maar mooi dat je zulke dingen meemaakt en ervan kan leren.”
Wat zorgde ervoor dat je de voorbije twee jaar bent opengebloeid bij Sturm Graz?
“Ik kwam daar in een warm bad terecht. Ook privé kenden we er een geweldige tijd. Een goeie omgeving, een goeie club en vanuit dat warme gevoel elke dag in jezelf investeren om beter te worden en door te groeien. Veel wedstrijden spelen, Europees voetbal erbij, het tweede jaar Champions League: dat zijn de momenten waarvan je het moet hebben.”
Graz is een bierstad, de brouwerij van het populaire Puntigamer Bier is er gevestigd. Welke gevolgen had dat voor de titelvieringen?
“Ik ben zelf niet zo’n bierdrinker, mij zal je eerder met een fles Bacardi op de foto zien, denk ik. (lacht) Voor het eerst in tien jaar was het niet Red Bull Salzburg dat kampioen werd en dat deden wij twee keer op rij: het waren hele mooie feestjes. Alles was heel goed daar, maar het was tijd voor een vervolgstap.”
Je speelt bij Union met shirtnummer 37. Zit daar symboliek achter?
“Ja, 37 is 3 en 7. 3/7, dat is 3 juli, de geboortedag van mijn broer.”
(Christian Vandenabeele)