43 keer was hij erbij in de Tour de France, maar vanaf dit jaar volgt Patrick Lefevere, sinds afgelopen winter geen CEO van Soudal-Quick-Step meer, de grootste wielerwedstrijd van het jaar vanaf de zijlijn. “Als Tadej gezond is, zal hij moeilijk te kloppen zijn.”
Dinsdag in hartje Roeselare. Het kwik in de auto wijst, omstreeks 11 uur, al zo’n 35 graden aan. Gelukkig biedt de airco in de Mokkabar soelaas. Patrick Lefevere zucht. “Dit is er echt over. Vroeger kon ik hier goed tegen, maar als je ouder wordt, verdraag je de hitte minder vlot. Ik was iemand die heel snel bruin werd. Nu, met ouder te worden, wordt mijn haar witter en almaar dunner. Ik verbrand heel snel. Zonder hoed kom ik in dit weer niet meer buiten. Gelukkig hebben we thuis airco, alleen mag ik die niet aanzetten van mijn vrouw. Het verbruikt te veel. (grijnst) Al merk ik nu wel dat ze hem zelf stiekem heeft aangezet.”
Dit is jouw eerste Tour de France vanop afstand. Hoe bevalt het je?
“Goed. Ik heb 43 keer de Tour gedaan, maar de laatste jaren keek ik er echt niet meer naar uit. Het is veel te groot geworden. Je moet voor alles betalen. Ik hoor dat Jurgen Foré (zijn opvolger als CEO bij Soudal-Quick-Step, red.) een tweede autosticker aangevraagd heeft. Kostprijs: 4.000 euro. Om op het parcours te mogen rijden, hè! Maar zonder acteurs is er wel geen film. ASO denkt daar duidelijk anders over. (korte stilte) Ach, gedaan is gedaan.”
Ik hoor dat je fietsend in regio Roeselare bent gespot. Fiets je nu meer dan vroeger?
“Meer? Veel minder kon niet. (grijnst) Ik heb een elektrische fiets en kan hier in de streek makkelijk twee uur fietsen zonder een auto tegen te komen. Het liefst rijd ik alleen, maar het probleem is dat ik altijd mensen tegenkom die een praatje willen slaan. Onlangs kwam er iemand naast me fietsen. ’t Is te zeggen: met zijn fiets een half wiel voor dat van mij. (haalt zijn schouders op) Snelheid interesseert me niet. jij hebt toch gekoerst? vroeg hij. Ja, zei ik. net voor de oorlog.” (grijnst)
De Tour trekt door Noord-Frankrijk. Op de Zwarteberg streelde het peloton gisteren de grens met West-Vlaanderen. Doet dat iets met jou?
“Zeker. In de jaren 70 was het Heuvelland, met de Monteberg als favoriete helling, mijn vast trainingsgebied, en Rijsel is de meest Vlaamse stad. Het is niet omdat ik een haat-liefdeverhouding met de Tour heb, dat ik er niet naar uitkijk. Het is zoals Rudi Altig, een goeie vriend van Walter Godefroot, ooit zei: alle Idioten sind wieder dort. Alle idioten van vorig jaar en twee jaar geleden zijn hier opnieuw.(glimlacht)Ik heb de Tour 43 keer gedaan, dus ik kan het weten. Wist je trouwens dat ik in 2014 de Tour naar Ieper heb helpen halen? Dat jaar hadden we graag een ploegentijdrit van Menen naar Ieper georganiseerd, alleen wilde ASO dat niet. Ook aan de Tourpassage in Waregem, in 2007, houd ik speciale herinneringen over. Het is de laatste keer dat mijn vrouw live mee naar een koers is gaan kijken. De wind stond op kop en het peloton reed de hele dag 30 km per uur. Ze zei:zo saai, ik ga nooit meer mee.”(lacht)
Tim Merlier is in deze Tour de sprinter bij Soudal-Quick-Step. Op zijn bijna 33ste mag hij zichzelf de beste sprinter ter wereld noemen.
“Tim heeft veel tijd verloren als veldrijder en zat zelfs even zonder ploeg. De broers (Roodhooft, red.) sprongen er voor een prijsje op, waarna Tim meteen begon te presteren. Tegen mij zei hij: het is mijn droom om voor jou te rijden. Ik antwoordde: koop je dan vrij. Maar Tim is een brave gast en wilde dat niet. En zelf wilde ik dat ook niet doen. Je zou het niet denken, maar ik ben geen ruziemaker.” (grijnst)
Het moet jou toch iets doen om Merlier samen te zien met Cameron Vandenbroucke, de dochter van een van jouw poulains van weleer.
(knikt nadrukkelijk) “Het laat mij niet onberoerd. Ik heb haar nog weten geboren worden. Ze liep stage bij ons, als studente communicatie. Cameron wilde meteen mee naar de koers. Op dag twee was ze echter plots niet meer te bespeuren. Wat bleek een dag later: ze was in volle zon gaan lopen en lag met een zonneslag in bed. (glimlacht) Ik dacht: dat begint hier al goed. (korte stilte) Maar nu stel ik vast dat ze goed voor Tim zorgt. Je hebt van die rennersvrouwen die graag op de voorgrond treden. Cameron niet. Ik denk dat Tim het liefst heeft dat ze achter de nadarafsluiting blijft.”
Is het een goeie keuze om Merlier mee naar de Tour te nemen?
“Hij wilde vorig jaar al mee, maar dat ging niet door omdat de ploeg voor het klassement ging. Ik heb daarna met Remco gesproken en gezegd dat Tim te vertrouwen is. In vlakke ritten hebben ze hetzelfde doel: Tim en Bert (Van Lerberghe, zijn lead-out, red.) willen sprinten, Remco wil geen tijd verliezen. Ik droom niet meer zoveel, maar eigenlijk zou het ideaal zijn als Tim snel een rit wint (dit interview vond plaats voor de openingsrit van gisteren, red.). Ik ben een ervaringsdeskundige: als je in de Tour snel wint, komt de sfeer in de ploeg en ben je vertrokken.”
Klaas Lodewyck, ploegleider bij Soudal-Quick-Step, zegt: “Ik hoop dat er in die eerste etappes niet te veel kamikazes zullen zijn.”
“Er zullen er zijn. Sowieso. Iedereen is nog fris. De klassementsrenners willen de laatste drie kilometers halen, de sprinters willen winnen. Vroeger trok één ploeg alles op één lijn, maar nu kunnen ze allemaal rap rijden.”
Evenepoel oogt scherp, maar was erg nerveus op het BK in Binche.
(knikt) “De hele dag. Het was lang geleden dat ik Remco nog zo met zijn armen heb zien zwaaien. Hij wou absoluut winnen. Hij heeft al de trui van wereldkampioen voor de tijdrit en ik denk dat hij graag de gewone etappes in de Belgische driekleur had willen rijden. Maar als ze allemaal op je wiel rijden, kan je al eens geënerveerd raken. Hij liet Wellens rijden, natuurlijk ook geen prutser, en als je de favoriet bent, moet je het gat zelf meteen dichten. Wat ik echter vooral onthouden heb: de ploeg was afwezig. Jammer.”
Fysiek oogt Evenepoel sterk. Hij weegt zo’n 60 kg en is nog lichter dan vorig jaar. Heeft Patrick Lefevere ooit 60 kg gewogen?
“Ja, toen ik klein was. (lacht) Mijn vormgewicht was 69 kg voor 1,82 m. Toen ik in 1976 prof werd en scherp stond, reed ik met de besten omhoog.”
Zou jij nu graag profrenner zijn?
“Vroeger zou ik gezegd hebben: ja. Maar nu weet ik het niet. Als je aan de finish bent, weet men precies hoeveel calorieën je verbruikt hebt en krijg je exact dat aantal op je bord. Meer krijg je niet. (glimlacht) Wij hadden een halve valies met snoep mee.”
Tadej Pogacar lijkt daar met de glimlach mee om te gaan.
“Het is alsof hij naar de bakker gaat om een brood te kopen. Hij zit ontspannen op zijn fiets en ik heb hem zelden kwaad gezien.”
Jonas Vingegaard is zijn tegenpool, maar ook hij is een straffe atleet.
(knikt) “Toen hij in 2023 die tijdrit met minuten voorsprong won, begonnen de verdachtmakingen. Door de Fransen, wie anders? Ik zei: jullie begrijpen er niets van. Vergelijk hem met een Formule 1-piloot. Vingegaard heeft een grote motor, een 4,5 liter, in een klein, aerodynamisch lichaam. Dan kan je automatisch snel rijden. Wat is Remco’s sterkte? Ook hij heeft een grote motor en hij is een van de meest aerodynamische renners van het peloton.”
De media-aandacht voor Evenepoel in België is groot. Een nadeel?
“Normaal kan Remco redelijk goed tegen stress. Voor deze Tour zal hij nerveus zijn, maar hij moet kalm blijven. Als je nerveus bent, doe je domme dingen. Op het BK was hij wreed nerveus. Dat vond ik niet leuk om te zien. Ik heb hem na afloop niet gezien of gesproken, maar als je echt goed bent, doe je dat niet, denk ik.”
“Als Pogacar koerst, lijkt het alsof hij naar de bakker rijdt om brood te kopen”
Hoe moet hij de Tour aanpakken?
“Het zou ideaal zijn als de ploeg snel een etappe wint en Remco in de tijdrit op dag vijf kan toeslaan. Voor de rest moet je niet te ver vooruitkijken. Je kan tien tactieken hebben, maar als er een massale valpartij is en Remco erbij ligt, is alles te herdoen. Hij kan daar intussen genoeg over meespreken.”
Het valt op dat Evenepoel in rittenkoersen wisselvalliger presteert dan Pogacar en Vingegaard. Klaas Lodewyck zegt dat hij nood heeft aan een langere periode zonder valpartijen.
(knikt) “Tegen mij heeft Remco de voorbije maanden altijd gezegd dat hij geen winter heeft gehad. Hij heeft al veel van die achterstand ingehaald, maar in de winter maak je je seizoen. Als ik Remco was, zou ik eerst proberen om de tijdrit op dag vijf te winnen. Een derde plaats in de eindstand zou al mooi zijn en hij kan dit jaar ook voor de laatste keer de witte trui van beste jongere veroveren.”
Wat kies je: net als in 2024 op het eindpodium of er in de eerste bergrit doorzakken en daarna drie etappes, de bolletjestrui en de superstrijdlust winnen?
“Only God knows. Pogacar en Vingegaard zijn ook maar mensen, dus natuurlijk droom je van meer. (stilte) Ik weet het niet. Remco stond al eens op het podium. Ik denk dat hij in deze Tour liever een rit zou winnen, maar het mag uiteraard ook meer zijn.”
Wie wint deze Tour?
“Als Tadej gezond is, zal hij moeilijk te kloppen zijn. De anderen moeten wel heel veel minuten dichtrijden. Vingegaard zagen we dit jaar nog niet. Hij koerst niet. Vroeger was dat ondenkbaar. Toen dachten we dat we moesten koersen om in vorm te geraken.”
Is de carrière van Evenepoel geslaagd als hij de Tour niet wint?
“Zoals de mijne geslaagd is zeker?”
Wat zal het belang van Patrick Lefevere geweest zijn als Evenepoel de Tour wel kan winnen?
“Ik heb geprobeerd om de juiste mensen rond hem te plaatsen. David Geeroms, zijn verzorger die hem al van jongs af kent en goed bevriend is met zijn vader. Nicolas Coosemans, zijn mecanicien. De drie ploegartsen. Klaas Lodewyck ook, al vind ik dat je het belang van een ploegleider niet mag overschatten. Hinault stelde het nog anders: voor hem was de ploegleider een chauffeur die met de auto reed. Merckx gooide Lomme Driessens zelfs buiten, omdat hij niet meer gecommandeerd wilde worden. En eerlijk? Ik denk dat Remco ook niet meer luistert.”