KIGALI – Het WK tijdrijden in Rwanda had een clash der Lage Landen kunnen zijn: Remco Evenepoel versus Tom Dumoulin. Maar terwijl de 25-jarige Belg in Kigali een gooi doet naar zijn derde regenboogtrui op rij, bereidt de Nederlander, al drie jaar met pensioen, zich voor op de marathon van Amsterdam. Zegt Dumoulin: “Er moet al iets geks gebeuren mocht Remco dit WK niet winnen.”
Tom Dumoulin won bijna de Vuelta in 2015, won de Giro in 2017 en won bijna de Tour in 2018. Maar de Nederlander, die tijdens zijn carrière in het Belgische Kanne woonde, maakte ook naam en faam als gepatenteerd tijdrijder. Naast zes ritzeges tegen de klok in een grote ronde (drie in de Giro, twee in de Tour en één in de Vuelta) prijken maar liefst vijf internationale kampioenschapsmedailles op zijn palmares. Een bloemlezing: brons op het WK in Ponferrada (2014), zilver op de Olympische Spelen in Rio (2016), goud op het WK in Bergen (2017), zilver op het WK in Innsbruck (2018) en zilver op de Spelen in Tokio (2021). “Op persoonlijk vlak vond ik het altijd heel eervol om op een kampioenschap voor mijn land, Nederland, uit te komen”, vertelt Dumoulin. “Dat gaf me telkens een erg bijzonder gevoel. Dat ik er één keer in geslaagd ben om wereldkampioen te worden, maakt me trots.”
Valt zo’n WK te vergelijken met andere tijdritten in het seizoen?
“Er zijn gelijkenissen en verschillen. Het belangrijkste verschil is dat je op een WK voor je land uitkomt. Een ander gegeven is dat de meeste tijdritten onderdeel van een rittenkoers zijn, dan ben je minder fris. Op een WK sta je volledig uitgerust aan de start. Zelf presteerde ik het vaakst op mijn best in tijdritten in een grote ronde, omdat het om een heuvelachtig parcours ging. Maar het WK in Rwanda telt ook meerdere beklimmingen. Het zou iets voor mij geweest zijn.”
Wat zou jij van deze regenboogstrijd op Afrikaanse bodem gevonden hebben?
“We kunnen moeilijk ontkennen dat er in Rwanda een autoritair regime aan de macht is. Daar kan je dus gerust heel wat vraagtekens bij plaatsen. Aan de andere kant probeert men de wielersport al jaren internationaler te maken en mensen wereldwijd met de koers in aanraking te laten komen.”
Er is één topfavoriet voor dit WK tijdrijden. Akkoord?
(knikt volmondig) “Absoluut.”
Waarom?
“Omdat Remco simpelweg de allerbeste tijdrijder van de voorbije jaren is. Bovendien speelt het heuvelachtige parcours in zijn voordeel ten opzichte van zijn zwaardere concurrenten, al stelde ik deze week vast dat Ganna niet start. (haalt de schouders op) Dan moet er al iets geks gebeuren mocht Remco dit WK niet winnen.”
Wat maakt hem zo speciaal?
“Remco is een echte stilist. Hij zit extreem aerodynamisch op zijn tijdritfiets. Ik heb nog nooit iemand zoals hij gezien.”
In welke mate speelt de factor aanleg daarin een rol?
“In grote mate. Uiteraard kan je erop trainen. Alle goeie tijdrijders doen dat en zijn voortdurend op zoek naar minieme verbeteringen in materiaalkeuze. Maar van degenen die ermee bezig zijn, zit Remco by far het meest aerodynamisch op zijn fiets. Dat heeft hij vooral te danken aan zijn lichaam: hij is klein en kan zich supermooi opvouwen, zodat hij extreem klein wordt op zijn fiets.”
Ik herinner me een quote van jou in Bahamontes over de UAE Tour in 2019, één van Evenepoels eerste wedstrijden als prof. Hij zat samen met jou in één van de laatste waaiers, maar zette zich op kop en reed helemaal tot aan de eerste waaier terwijl niemand kon overpakken. Jij was toen zwaar onder de indruk.
(knikt) “En dat ben ik nog altijd. Remco combineert enorm veel power met een extreme aerodynamica, waardoor hij superhard kan fietsen. Op zijn tijdritfiets én op zijn wegfiets. Het is heel eenvoudig: als je in het wiel van Remco rijdt, zit je in de wind.”
Hij heeft een moeilijk 2025 achter de rug. Hoe heb jij dat ervaren?
“In 2024 eindigde hij als derde in de Tour en werd hij dubbel olympisch kampioen. 2025 was dus een minder goed jaar, maar daar is een reden voor. Het is heel jammer voor hem én voor de sport, omdat hij echt iets aan de koers toevoegt. Een goeie Remco kan een grote ronde winnen. We hebben deze zomer een mooie Tour gezien, maar geen spannende. Ik hoop dat Remco in de toekomst één van de renners wordt die de spanning erin kan houden, vooral omdat hij een ander type dan Pogacar en Vingegaard is. Hij moet het echt van zijn tijdritkwaliteiten hebben. Het zou mooi zijn om nog eens een clash tussen de klimmers en tijdrijders te zien.”
“Als Pogacar het WK tijdrijden wil winnen, zal het nu moeten gebeuren”
Dan zal ASO wel het geweer van schouder moeten veranderen.
(haalt de schouders op) “De voorbije jaren zijn de tijdrijders best wel benadeeld. De reden hoef je niet ver te zoeken: de verschillen in tijdritten, zeker op het einde van een grote ronde, zijn best groot, terwijl er in bergetappes vaak om seconden wordt gestreden. Dat zou opgelost kunnen worden door een lange tijdrit in het begin van een grote ronde te leggen. Dan moeten de klimmers zich forceren om in de bergen meteen aan te vallen.”
Terug naar dit WK tijdrijden. Pogacar start ook. In de Tour reed hij al straffe tijdritten, maar op een kampioenschap kwam hij nog nooit verder dan een zesde plek.
(knikt) “Maar als Pogacar ooit wereldkampioen tijdrijden kan worden, is dit wel het parcours waarop het mogelijk is. Ik ben vorige week in Rwanda geweest en weet wat er hen te wachten staat. Het is héél heuvelachtig. Ik vlak Pogacar niet uit, zeker omdat Remco een moeizamer jaar kent. Pogacar moet er echt voor gaan, want veel kansen komen er niet meer.”
Wat denk je van Jay Vine?
“Als je ziet dat hij, als dunne klimmer, in een volledig vlakke Vuelta-tijdrit op minder dan een seconde van Ganna eindigt, mag je dat best opmerkelijk noemen. Op dit parcours mogen we hem niet uit het oog verliezen.”
En Primoz Roglic?
“Op basis van wat ik dit jaar van hem gezien heb, rijdt hij niet rond met de benen van de voorbije jaren. Sowieso verslaat een goeie Remco hem op dit parcours altijd. Ik kies toch eerder voor Pogacar als tegenstander. Die kan tegenvallen, maar tegelijkertijd verrassen. Bij Roglic heb ik niet meer het gevoel dat hij nog zal verrassen.”
Nog namen?
“In principe niet, maar ik laat me graag verrassen.”
Tony Martin en Fabian Cancellara veroverden vier keer WK-goud. Kan Evenepoel, tweevoudig wereldkampioen, hen overtreffen?
“In hun goeie jaren zeiden we dat Martin en Cancellara acht keer wereldkampioen zouden worden. Dat is niet gebeurd, omdat er plots een nieuwe naam de macht overnam. Dat kan Remco ook overkomen, maar evengoed blijft hij dominant. Op dit moment verwacht ik dat laatste.”
We zitten ook met een WK op de weg. Valt Pogacar te verslaan?
“Hij was ontzettend goed in Canada en is voor mij de topfavoriet, niet met één ster meer dan de rest, maar met meerdere sterren. Het parcours is uitermate geschikt voor hem. De concurrentie zal van goeden huize moeten zijn. (grijnst) En jawel, ook Pogacar heeft af en toe een mindere dag.”