© ISOSPORT

Zij-lijn: “Hein Vanhaezebrouck bewees dat een comeback kan werken”

De kijk van onze analiste Imke Courtois op de sportactualiteit.

Hoe moeilijk het ook is, soms moet een mens vol in de verandering gaan staan of weigeren om terug te keren naar het verleden. Ik ben aangesteld om columns over sport te schrijven, dus ook al is het verleidelijk om te denken dat ik het vandaag over de liefde heb, neen. Weet wel: nostalgie en vertrouwdheid zijn verleidelijk, maar succes is zelden gegarandeerd. Dat mag dan wel weer dubbel geïnterpreteerd worden.

Zeldzame uitzonderingen

We zeggen het wel vaker in onze eerste opinie over een speler, coach of bestuurslid dat terugkeert naar een club uit zijn verleden: geen slechte keuze want hij kent het huis. Al zeker als de vorige passage succesvol was. Ook ik val wel eens door mijn melancholie voor het oude bekende. Helaas is het nieuwe oude nooit het oude oude. Ik herhaal, geen dubbele boodschap. Hein Vanhaezebrouck is één van die zeldzame uitzonderingen. In zijn eerste AA Gent-periode werden ze historisch kampioen en konden ze overwinteren in de Champions League, bij zijn terugkeer bracht hij genoodzaakte stabiliteit én resultaten. Hij bewees dat een comeback kan werken. Hetzelfde geldt voor pakweg Carlo Ancelotti bij Real Madrid, Jupp Heynckes bij Bayern München en José Mourinho bij Chelsea.

De verleiding van het oude bekende

Het klinkt logisch: een coach die de gangen kent, een bestuurder die de koffiemachine weet staan, een trainer die de supporters nog eens kan doen dromen. Maar die vertrouwdheid gaat toch opnieuw snel vervelen, dezelfde huiselijke problemen stapelen zich weer op. Mircea Rednic keerde meermaals terug naar Standard, telkens met de belofte om het vuur van Sclessin opnieuw aan te wakkeren. Het resultaat bleef doorgaans steken op kortstondige energie zonder structureel succes. Of dichter bij Brussel: Michael Verschueren schuift weer dichter aan bij Marc Coucke. Het vertrek van Wouter Vandenhaute is opvallend, maar lijkt mij nu niet meteen de nieuwe start van RSCA. Ook hij belichaamde een soort nostalgie: een man die als supporter, als ‘paars-wit man pur sang’ de club mee groot zou trekken. Maar de droom bleek zwaarder dan de realiteit. Zijn exit is voor de oppositie tegelijk een opluchting en een waarschuwing: het verleden en de emotie van verbondenheid zijn niet voldoende om een club vooruit te helpen. Of de terugkeer van Michael Verschueren wél tot heling leidt, valt dus af te wachten. Oude bekenden brengen meestal meer herkenning dan vernieuwing, en net dat laatste heeft Anderlecht zo hard nodig.

De tweede soort, zij die blijven zitten in het oude bekende, hoe briljant ook, botsen vroeg of laat op hun plafond. Pakweg Pep Guardiola, die bij City zichzelf probeert heruit te vinden, oogt plots kwetsbaar. Of Rúben Amorim, die vasthoudt aan een systeem dat al lang geen vruchten afwerpt bij Manchester United, begint te frustreren. “Insanity is doing the same thing over and over again and expecting different results.” U kent de zin misschien als een vermeende Einstein-quote – al is dat historisch twijfelachtig. Maar los daarvan: het blijft een rake waarheid, ook in het voetbal. Zo cirkelen we telkens rond hetzelfde: terugkeren of vernieuwen, vasthouden of loslaten. Het verleden is verleidelijk, verandering soms gevaarlijk. De kunst ligt in het juiste moment vinden om écht vooruit te gaan.