Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) schetst de contouren van het onderwijs in tijden van corona: “Ik kan niet goed doen voor iedereen”

Minder kinderen per klas, aparte speeltijden, een korte examenperiode, evaluaties desnoods tot vrijdag 3 juli en vrijwillige zomerscholen: de contouren van de heropstart van het onderwijs worden duidelijk. De kans is zelfs niet onbestaande dat de deuren van de kleuterscholen dicht blijven tot na de zomer. Op de vraag of de politiek wel beseft hoe zwaar de combinatie is van thuiswerk en kinderzorg, toont Ben Weyts (N-VA) zijn tanden. Ga even zitten voor een pittig gesprek.

Hij had zich zijn eerste paasvakantie als minister van Onderwijs wel anders voorgesteld. Ben Weyts blaast even uit, als hij voor het scherm verschijnt. Hij heeft net vijf uur vergaderd met de onderwijspartners. “Het zijn vreselijk drukke tijden”, zegt hij. “Enerzijds het normale beleid, anderzijds deze onwezenlijke crisis: dat is nacht en dag werken.” De 49-jarige N-VA’er werkt afwisselend van thuis en van zijn kabinet in Brussel. “Ik woon vlakbij, in Dworp. Dat is een makkelijke verplaatsing.”

De paasvakantie is voorbij, maar de scholen blijven gesloten. Was er geen andere optie?

Ongetwijfeld wel, maar de Veiligheidsraad heeft dat zo beslist. Ik begrijp de terughoudendheid. Dit zijn geen makkelijke tijden. Maar die onduidelijkheid kan niet blijven duren. We gaan daarom zelf het heft in handen nemen. Ik wil niet meemaken wat deze week gebeurde met de woonzorgcentra. Ik werk samen met het onderwijsveld aan een voorstel van heropstart. Dat moet vóór vrijdag op tafel liggen, want dan komt de Veiligheidsraad opnieuw samen.

Wat zal daarin staan?

Eerst en vooral een datum. Dat zal de mensen weer perspectief geven. Dat wordt gekoppeld aan een draaiboek met twee luiken. Enerzijds een pedagogisch luik: aanbevelingen over inhoud, evaluaties en deliberaties. Anderzijds een veiligheidsluik dat uitgewerkt wordt in overleg met virologen. De scholen moeten op een veilige manier heropstarten.

Zal dat met mondmasker zijn?

Kan een leerkracht lesgeven met een mondmasker op? Dat lijkt me geen simpele zaak. We werken aan maatregelen over afstand houden, over minder kinderen in grotere klassen, over speeltijden per klas in plaats van allemaal samen.

Leerlingen van het lager en secundair krijgen vanaf maandag wel nieuwe leerstof, de zogenaamde pre-teaching. Komt dat uit uw koker?

Neen, dat begrip bestaat al. Wat is de bedoeling? De komende weken mogen geen verloren weken worden. Als we enkel herhalen, gaan er leerlingen afhaken. We moeten hen ook prikkelen. Dat kan vanop afstand. Die nieuwe leerstof zal dan herhaald worden, eenmaal de scholen weer opengaan.

Ik ga even de advocaat van de ouders spelen. Dit is niet haalbaar voor die vele mensen die nu al telewerk en kinderzorg combineren.

We doen dit niet om ouders te koeioneren, hé. We doen dit omdat we bezorgd zijn over onze kinderen. Dit moet natuurlijk doenbaar zijn: voor leerkrachten, voor leerlingen én voor ouders. We hebben daarom concrete richtlijnen uitgevaardigd.

Ik lees daarin dat leerlingen maximaal twintig uur per week nieuwe leerstof mogen krijgen en dat ouders daar maximaal twee uur per week mee bezig mogen zijn. Denken dat dat lukt, is een illusie, vrees ik.

(feller) Voor een zestienjarige is dat géén illusie. Voor een achtjarige zal dat anders liggen. Een ouder moet vooral zorgen voor routine, voor vaste uren. Ze moeten niet naast hun kinderen gaan zitten. Dat zou alleen maar voor afleiding zorgen.

Denkt u dat dat zo makkelijk werkt? En dat ouders tegelijk kunnen telewerken?

(zucht) Vandaar de richtlijnen om dat doenbaar te houden. Ze mogen daar maximaal twee uur per week mee bezig zijn. De leerkrachten weten dat. En wie het moeilijk heeft, kan in dialoog gaan met de scholen. Dóe dat.

“Scholen zijn geen laboratoria. We gaan niet opstarten als het niet veilig is.”

Dat veel politici niet kunnen inschatten hoe zwaar die combinatie is: dat gevoel heb ik soms in deze crisis.

(kwaad) Ik leef niet op een eiland, als u dat zou denken. Ik heb ook twee kinderen thuis. Mijn echtgenote werkt én combineert dat met de zorg voor de kinderen. Dat is ook voor haar heel hard.

Een ander delicaat punt. Wat doet u met kansarme en kwetsbare kinderen?

Dat is inderdaad delicaat. We proberen de mazen van het net zo klein mogelijk te houden. We moeten eerst en vooral iedereen bereiken. De scholen doen dat door te bellen, te schrijven, desnoods op de deur te gaan kloppen. Voor wie toch niet bereikt kan worden, schakelen we OCMW’s en buurtnetwerken in. Daarnaast willen we 20.000 laptops verspreiden. Ik heb daarvoor één miljoen euro vrijgemaakt. Dat moet een positief gevolg zijn van deze crisis: dat élk kind toegang heeft tot de digitale wereld. Ten slotte kunnen scholen via het systeem Smartschool zelf nagaan welke leerlingen thuis werken en welke niet.

Wie thuis echt niet kan werken, is die dan welkom op school?

Ja. De school is voor sommige kinderen de enige warme haven. We beseffen dat. We voorzien opvang voor de kinderen van mensen in essentiële beroepen en voor de meest kwetsbare groepen. Dat geldt ook voor kinderen met een beperking. Dat zijn trouwens de ouders die écht voor een zware opdracht staan, veel meer dan de ouders die comfortabel thuis zitten met hun kinderen.

Ik zou de opdracht van geen enkele ouder onderschatten, meneer Weyts.

Ik weet dat wel. Maar wat is dan een oplossing? Dit is niet makkelijk, hoor. We kunnen de kinderen toch niet los laten? We doen dit voor hén, voor hun toekomst.

Wat gebeurt er met kinderen die toch een achterstand oplopen?

We werken voor hen een systeem van zomerscholen uit. Wie moet bijspijkeren om volgend schooljaar met gelijke kansen te starten, zal daar welkom zijn. Dat geldt voor alle kinderen. We gaan dat over heel Vlaanderen organiseren. U ziet: ik ben ook daarmee bezig. (knipoogt) We werken dag en nacht.

Zullen er examens zijn in het lager en secundair?

Jawel, maar liefst beperkt tot de essentie. Dat is de richtlijn die ik de scholen zal meegeven. Want let op: de scholen zijn autonoom op dat vlak. Ik ga vragen om maximaal les te geven in de weken die overblijven en de evaluaties te concentreren in de laatste week van juni. En dus desnoods tot vrijdag 3 juli. Als we die drie dagen nog meenemen, winnen we een volledige week. Ik ben daar voorstander van. Dat is mijn persoonlijke mening.

Maar u wil dus geen grote inkorting van de zomervakantie? Die vrees bestaat onder de leerkrachten.

Neen, dat is geen optie voor mij. De leerkrachten leveren fantastisch werk in moeilijke omstandigheden. Hen nu de boodschap geven dat hun vakantie ingekort wordt, zou fout zijn.

“Als we de eerste drie dagen van juli meenemen, winnen we een volledige week. Ik ben daar voorstander van.”

Wie zal lesgeven in die zomerscholen?

Dat zal op vrijwillige basis zijn. Leerkrachten, gepensioneerde leerkrachten, andere bekwame mensen, noem maar op. We werken momenteel aan de uitbouw van die reserve. Wie interesse heeft, mag zich aanmelden.

Uw partijgenote Zuhal Demir wil waardebonnen voor tweedeverblijvers. Zou dat geen mooi cadeau zijn voor de leerkrachten die vandaag overeind blijven?

(glimlacht) Ik zie inderdaad een opbod aan premies, cheques en subsidies allerlei. Ik zal al heel tevreden als ik die mensen volgende week een datum kan geven van heropstart. Dat is mijn prioriteit.

Eerst de scholen, daarna de rest van de samenleving: wordt dat de volgorde van de relance?

Dat is de bevoegdheid van de Veiligheidsraad. De heropstart van het onderwijs is natuurlijk essentieel voor de heropstart van het normale leven. Máár: de scholen zijn geen laboratoria. De leerkrachten en leerlingen zijn géén proefkonijnen. Ik wil dat nog eens duidelijk zeggen. We gaan niet opstarten als het niet veilig is. Ik hoor virologen zeggen dat kleuters niet vatbaar zijn voor het virus. Zij vergeten wel dat er leerkrachten voor die klas staan.

Wanneer gaan de kleuterscholen weer open?

Dat kan ik nog niet zeggen. In de eerste fase zal het lager onderwijs weer opengaan. (denkt na) Ik hoop natuurlijk dat het kleuteronderwijs nog kan hervatten dit schooljaar.

Maar u kan dat niet met zekerheid zeggen?

Neen, dat kan ik niet. Het moet vooral veilig zijn voor iedereen.

Zit er ruis op de relatie met de experten?

Dat denk ik niet. We hebben elkaar nodig. Ik denk wel dat politici zich te vaak hebben verstopt achter de virologen. Dat is niet goed. Ik besef heel goed dat ik kritiek zal krijgen op mijn voorstellen. Dat is onvermijdelijk zo. Deze crisis raakt de mensen heel persoonlijk. Ik krijg de ene dag mails dat de scholen morgen weer open moeten en de andere dag dat ik een moordenaar ben als de scholen weer opengaan. Ik kan niet voor iedereen goed doen. Maar ik ga me daarom niet verstoppen.

 

 

 

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier