Redactiedirecteur Pascal Kerkhove: “Zelfa en Mia hebben in ons land dezelfde rechten en plichten, dezelfde kansen krijgen ze niet”
Goeiemorgen,
Het was goed nieuws op vrijdagochtend, zo hoorde ik op de radio onderweg naar het werk. ‘De zaak Lee’ was van de baan, eindelijk. Het ‘nieuws’ werd verspreid door een belangengroep en een advocaat legde even later uit hoe een Belgische minister een buitenlandse ambassadeur in Brussel had ingeschakeld om van zijn collega-minister in Peru de finale toestemming te krijgen om Lee te repatriëren. Over drie maanden mag Lee dan definitief naar ons land komen, met de juiste stempels van het juiste agentschap. Lee is dan niet langer een gevaar voor onze volksgezondheid en samenleving. Intussen bepaalt het parket nog of en welke straf wordt gevorderd voor de onwettige én bedreigende aanwezigheid in ons land.
Lee zal het nooit weten.
Lee is de bekendste kat van de wereld.
Dit moet België zijn.
Het was slecht nieuws enkele dagen eerder, zo las ik op sociale media. ‘De zaak Zelfa’ was geboren, de zoveelste. Een jonge en hard werkende vrouw was openlijk blij met haar nieuwe job en werd meteen bedolven onder een portie racistische bagger. Was ze goed? Was ze slecht? Het deed er niet toe, ze was Zelfa. Acht jaar geleden ontmoette ik haar voor het eerst. Als studente interviewde ze mij na een debat met Bart De Wever over jongeren en racisme in Antwerpen. ‘Wat wij met de Gazet nog zouden doen voor de allochtone jongeren’, vroeg ze fel in perfect Nederlands. ‘Niets’, zei ik. ‘Wij werken voor de Antwerpse jongeren en daar horen jullie bij.’ Onbegrip vulde de daaropvolgende stilte. Een jaar later kreeg ik telefoon in het algemeen beschaafd Antwerps. ‘Zelfa hier, of ik interesse had in een reeks over een Antwerpse jonge vrouw die in Irak op zoek wilde naar haar roots.’ En of ik interesse had, zolang het veilig kon. Het leverde een fantastische reeks verhalen op, even confronterend als exemplarisch voor de vaak moeilijke zoektocht van alle Zelfa’s. De reeks kende een prachtige uitloper met een reportage in ‘Vranckx’ op zaterdagavond. Ik werd uitgenodigd bij haar ouders in Puurs om die uitzending samen te bekijken. Het hele gezin was er, net als heel veel familie, vrienden en kennissen. Ik moest allerlei gerechten proeven die ik niet kende, werd bestookt met pittige vragen, zag veel diversiteit in één familie en genoot vooral van de open en warme ontvangst. Ik was de enige blanke in huis maar voelde mij geen vreemdeling. Jarenlang hoorde ik niets meer tot vorig jaar een jonge Antwerpse liberale politica het nieuws haalde met een gewaagde uithaal naar partijgenoot Karel De Gucht. En enkele weken geleden klonk tijdens een zondagse wandeling plots mijn telefoon. ‘Zelfa hier, heb je interesse in een interview met Egbert Lachaert? Ik ben nu zijn woordvoerster.’ Het was de openlijke blijdschap over deze job die haar een bak vol racistische verwijten opleverde.
Leefde Zelfa als Mia hetzelfde leven, dan was dit geen verhaal. De Zelfa’s hebben dan wel dezelfde rechten en plichten als de Mia’s, dezelfde kansen krijgen ze niet.
Ook dit is België.
Het Mechelse parket opende intussen zelf een onderzoek. Geen dag te vroeg, want dit verwerpelijk racisme vreet onze samenleving langzaam aan flarden. Ik zwijg niet. Beter nog, ik roep op om het samen te benoemen én te bestrijden. Laat ons alles benoemen en bestrijden.
Want ja, er is ook veel verwerpelijke en exemplarische overlast in mijn Gentse multiculturele woonomgeving.
En nee, ik ben geen racist als ik die mensen aanspreek op sluikstorten, te luid roepen of veel te snel vlammen met hun blitse wagens.
Het bezorgt mij vaker een opgestoken middenvinger dan een gesprek, maar ik blijf het doen. Racisme is een probleem, sociaal onaangepast gedrag is dat ook. En ik ken geen probleem dat verdwijnt door erover te zwijgen. U wel?
Maak er een fijne zondag van.
Reageren? Pascal.kerkhove@roularta.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier