Hannelore Goeman (Vooruit) na de terroristische aanslag in haar gemeente: “Eerst was ik boos en bang, vandaag vooral triest”

“Weet je wat de echte uitdaging is? Onze jongeren uit de armen van extremisten houden.” Hannelore Goeman (Vooruit) vindt dat het debat na de aanslag te eng gevoerd wordt. De Brusselse leading lady van de socialisten komt ook terug op de racistische praat van haar voorzitter. Zónder meel in de mond. Er zijn maar weinig partijgenoten die het durven.

L’Estaminet is een authentiek café in het hart van Schaarbeek. Een verborgen parel, zegt Hannelore Goeman, fractieleider in het Vlaams parlement en straks opnieuw lijsttrekker in Brussel. “Ik wou graag op deze plek afspreken om u te tonen dat onze gemeente ook mooie kanten heeft.” Ze glimlacht en zucht tegelijk. Het was een rauwe week voor de tweede gemeente van het Brussels gewest. Goeman, zichtbaar aangedaan, woont vlakbij het theehuis waar dinsdagmorgen de terrorist Abdesalem Lassoued werd neergeschoten.

Welk gevoel overheerst vandaag?

“In het begin was ik boos en bang. Dat was alle lichten uit en de deuren dubbel op slot. Vandaag ben ik vooral triest: omdat er doden zijn gevallen, maar ook omdat de verdeeldheid in onze samenleving weer groter dreigt te worden. Al zie ik gelukkig ook tekenen van hoop. De politie die de dader snel kon vatten, de buurtbewoners die thee schonken aan de media: ook dat is Schaarbeek. Ik hou heel veel van mijn stad, maar ik ben daarom niet blind voor de problemen.”

Scherp gesteld: is Schaarbeek een broeihaard van terrorisme?

“Neen, maar je moet wel erkennen dat radicalisme een probleem is in bepaalde buurten. Dat is niet alleen in Brussel zo en dat gaat trouwens niet alleen over islamradicalisme. Ook extreemrechts radicalisme maakt opgang, zeggen de veiligheidsdiensten. Elke politicus moet daarvan wakker liggen.”

Voelt u zich veilig als u hier op straat loopt?

“Ja, absoluut. Al kan ik mij voorstellen dat sommige mensen zich niet veilig voelen als ze van het Noordstation komen. Zeker ’s avonds wordt de sfeer grimmiger. Ik ga dat niet doodzwijgen. Maar ik wil over oplossingen praten. Het is dringend tijd dat Brussel efficiënter bestuurd wordt. Dat is waarom wij pleiten voor één sterk bestuur in plaats van negentien gemeenten die elk hun eigen ding doen.”

Kende u de dader? Of zijn Belgische vrouw die hier een kapsalon uitbaat?

“Neen. Ik heb dat ook allemaal in de media gelezen. Nu, vreemd is dat niet: Schaarbeek telt meer dan 130.000 inwoners. Je kan niet iedereen kennen.”

Hoe kan het dat deze man hier onder de radar leefde?

(lang stil) “Dat vraag ik mij ook af.”

Burgemeester Bernard Clerfayt (DéFI) wijst naar staatssecretaris Nicole de Moor (CD&V). Haar diensten wisten van zijn aanwezigheid, maar hebben dat niet gemeld aan de gemeente, zegt hij.

“Dat zijn terechte bedenkingen. Wij vragen dat elke steen in deze zaak omgedraaid wordt. Het is onbegrijpelijk dat deze man hier kon rondlopen. Dat valt op geen enkele manier uit te leggen.”

(foto Christophe De Muynck)

“Ik was ook ontredderd toen ik hoorde wat Conner gezegd had. Dat strookt totaal niet met waar ik voor sta”

Clerfayt vindt dat De Moor moet opstappen. Vindt u dat ook?

“Ik vind het te vroeg om die conclusie te trekken. Maar als er grove fouten zijn gemaakt, dan moet zij in de spiegel kijken.” (Dit interview vond plaats voor minister Vincent Van Quickenborne vrijdagavond ontslag nam, red.)

Was dit geen accident waiting to happen? Het is geen geheim dat het terugkeerbeleid niet werkt. Er zijn meer dan 100.000 mensen illegaal in dit land.

“Je ziet inderdaad dat de terugkeer chaos is. Wij vragen daarom al langer om kortere procedures, zodat mensen sneller weten of ze mogen blijven. En wie niet mag blijven, moet effectief teruggestuurd worden. Dat gebeurt te weinig. Deze mensen verdwijnen dikwijls in de illegaliteit, wat voor niemand goed is, ook niet voor hen zelf.”

Hen direct naar een gesloten centrum sturen, is dat een optie?

“Zelfs als je dat zou willen, is dat niet realistisch. Je zou letterlijk honderden extra gesloten centra moeten openen. De echte sleutel voor een sterk terugkeerbeleid ligt bij Europa. Veel mensen zonder papieren zijn van Marokkaanse en Tunesische afkomst. Laat dat nu net de landen zijn die afgewezen burgers niet willen terugnemen. Als je dat wil veranderen, zal je als Europa een vuist moeten maken. Ik verwacht dat mevrouw De Moor daar de druk verder opvoert.”

Ik word wantrouwig als politici naar Europa wijzen. Vaak is dat een drogreden om zelf niets te doen.

(feller) “Maar België kan dit niet alleen. Dat wil niet zeggen dat we niet aanklampender moeten zijn. Alleen bots je hier op een andere realiteit: het tekort aan politiemensen. Dat is een groot probleem in Brussel. In zone Zuid hebben we op een korps van 1.000 mensen een tekort van 200 mensen. We moeten onze jongeren meer triggeren om voor een job bij de politie te kiezen.”

Uw partij wil nu wel gezinnen met kinderen opsluiten in gesloten centra. Vanwaar deze koerswijziging?

“Dat is eigenlijk geen koerswijziging, hoor. Dat was al langer het standpunt van de partij. (aarzelend) Maar ik geef toe: ik heb het daar moeilijk mee. (zwijgt even) Maar wat ik vooral niet wil, is dat kinderen verdwijnen in de illegaliteit. Je moet hen op de radar houden om hen te kunnen begeleiden.”

De focus lag deze week heel erg op het terugkeerbeleid. Is dat de enige les die we moeten trekken uit de aanslag?

“Neen, dat is te eng bekeken. (op dreef) Wie terreur pleegt, moet streng gestraft worden. Daar is iedereen het over eens. Maar weet je wat de echte uitdaging is? Onze jongeren uit de armen van extremisten houden. Je moet de voedingsbodem voor radicalisering wegnemen. (fijntjes) Maar dat bekt natuurlijk niet zo makkelijk als de holle slogans die Vlaams Belang de wereld instuurt.”

Hoe neem je die voedingsbodem weg?

“Door de mensen weer perspectief te bieden. Welke mensen zijn het meest vatbaar voor de lokroep van dolgedraaide extremisten? De mensen die in armoede leven, die wonen in appartementen waar de schimmel van de muren druipt, die hun kinderen zonder boterhammen naar school moeten sturen. Het zijn vaak angst en wanhoop die mensen in de armen van extremisten drijven. Wij – de overheid – moeten daarom zorgen voor betaalbaar wonen, goed onderwijs, een propere buurt, enzovoort. (benadrukt) Dát is het echte antwoord op radicalisering. Er wordt vandaag gesmost met de talenten van zoveel jongeren. Ik lig daar echt wakker van. Dat zijn levens die verkwanseld worden.”

Moet ook naar de islam zelf gekeken worden? Dat is wat Vlaams Belang zegt.

“Er is een probleem van moslimradicalisme, net zoals er een groot probleem is van extreemrechts radicalisme. Maar daar hoor ik Vlaams Belang nooit over. (windt zich op) Het enige wat die partij bereikt, is meer verdeeldheid. Ik heb echter nog geen enkele concrete en realistische oplossing gehoord van hen.”

Intussen worden in Gaza ziekenhuizen aan flarden geschoten. De wereld is om zeep, zou Urbanus zingen.

(zacht) “Ik kan bijna niet kijken naar die beelden. Ik ben zelf moeder van een zoontje van twee jaar. Misschien daarom. (even stil) Ik moet mezelf echt dwingen. Maar is de wereld om zeep? Neen. Optimism is a moral duty. Ook in dat conflict. We moeten alles op alles zetten om tot een staakt-het-vuren te komen.”

En in eigen land spreekt de voorzitter van de socialistische partij over ‘matrakken’ en ‘bruine mannen’.

(zucht) “Ik was echt ontredderd en boos toen ik hoorde wat Conner (Rousseau, red.) gezegd had. Dat strookt totaal niet met waar ik voor sta en waar mijn partij voor staat. Hij heeft een zware fout gemaakt en ik heb hem dat ook gezegd op het partijbureau. Het is goed dat hij zich oprecht excuseerde en dat hij ook aan tafel zat met de mensen die hij gekwetst heeft. Tegelijk weiger ik om iemand af te rekenen op basis van één foute uitspraak. Zo zit ik niet in elkaar. Ik ben ervan overtuigd dat Conner en ik nog altijd dezelfde strijd voeren.”

Uw voorzitter benadrukte dat hij dronken was. Is dat een excuus?

(droog) “Dat is een verklaring, geen excuus.”

Wat als zijn uitspraken strafbaar blijken? Kan hij dan nog aanblijven?

“Daar zijn we nog niet. (denkt na) Dit incident is alvast niet voor herhaling vatbaar. Conner weet dat zelf ook heel goed.”

De Brusselse jongsocialisten willen nu al zijn aftreden.

“Ik begrijp dat standpunt. Ik ben zelf lid geweest van de jongsocialisten. Het is hun taak om de luis in de pels te zijn en tegen de schenen te schoppen als het nodig is. Ik snap hun boosheid over deze uitspraken.”

Het gaat niet alleen daarover. De jongeren zien een patroon van een partij die naar rechts opschuift. Ze verwijzen ook naar eerdere uitspraken over bijvoorbeeld Molenbeek. Hebben ze geen gelijk?

(blaast) “Dat is een framing die vooral journalisten graag gebruiken. Veiligheid is een links thema. Ik vind het maar normaal dat we daarover onze stem laten horen. We hebben dat te lang niet gedaan. (denkt na) Conner heeft over Molenbeek een gevoel vertolkt dat veel Vlamingen hebben – onterecht (dat hij zich daar niet in België voelt, red.). Dat heeft veel Brusselaars pijn gedaan, mezelf incluis. Wie zoiets zegt, kent Brussel niet zo goed. Maar Conner heeft tegelijk gewezen op enkele reële pijnpunten, zoals taal en armoede. Dat is wat socialisten horen te doen.”

Hoe lang kan het conflict met de jongeren blijven aanslepen? Want het zijn niet alleen de Brusselse jongeren die kwaad zijn.

“Dat zal niet aanslepen. Conner heeft intussen samengezeten met de nationale jongerenpartij en de plooien zijn gladgestreken. Weet je: je kan veel zeggen over hem, maar ik werk eigenlijk graag met hem samen. Hij is in your face en nooit achterbaks. Dat is een manier van werken die ik waardeer. En ten tweede staat hij open voor kritiek. Als je goede argumenten hebt, dan valt hij te overtuigen. Alleen wil hij dat kritiek intern blijft – en terecht.”

Hannelore Goeman met onze journalist Paul Cobbaert op een terrasje in Schaarbeek: “Ik wou graag op deze plek afspreken om u te tonen dat onze gemeente ook mooie kanten heeft.” (foto Christophe De Muynck)
Hannelore Goeman met onze journalist Paul Cobbaert op een terrasje in Schaarbeek: “Ik wou graag op deze plek afspreken om u te tonen dat onze gemeente ook mooie kanten heeft.” (foto Christophe De Muynck)

“Moslimradicalisme is een probleem, maar extreemrechts radicalisme óók”

Hij vindt zichzelf het slachtoffer van een heksenjacht. Volgt u hem daarin?

“Als het over de drie zaken van deze zomer gaat (de geseponeerde zedenzaken, red.), dan wel, ja. Maar niet over zijn uitspraken: dit heeft hij zichzelf aangedaan.”

Hebt u eigenlijk instructies gekregen van de communicatiedienst wat u hierover mag zeggen?

(lacht) “Maar neen, gij. Af en toe pingpongen wij wel eens over bepaalde onderwerpen, maar ik mag altijd mijn gedacht zeggen, en maar goed ook.”

Wat mij opviel, is dat u geen vragen op voorhand vroeg… die u toch niet zou krijgen. Maar het siert u dat u met open vizier dit gesprek aanging.

“Schrijf dat ook maar op, hè. (lacht) Dit is niet fijn voor mij, ik had liever vragen gekregen over onderwijs en de Vlaamse regering, maar ik ben niet iemand die moeilijke kwesties uit de weg gaat. Ik wil er ook staan op moeilijke momenten.”

Vreest u niet dat uw partij haar moreel gezag kwijt is om te spreken over de strijd tegen racisme?

(windt zich op) “Néén. Deze strijd maakt deel uit van ons DNA. Wij hebben daarin altijd vooropgelopen en zullen dat blijven doen. Eén foute uitspraak kan daar niets aan veranderen. Ik ga de strijd tegen racisme en extreemrechts blijven voeren, samen met Conner. Dat is onze verdomde plicht als socialisten.”

Maar dit zal op elk debat voor uw voeten geworpen worden.

(haalt schouders op) “Dan is dat maar zo. Wij gaan het debat niet uit de weg.”

Doet u nog graag aan politiek? Ik hoor dat veel collega’s lijden onder de toxische sfeer.

(weer enthousiast) “Ik blijf geloven in de kracht van politiek. Ik ben ervan overtuigd dat wij het verschil kunnen maken. Wij kunnen ervoor zorgen dat elk kind met een volle boterhamdoos naar school gaat. Dat neemt niet weg dat ik de hardheid van de politiek heel vermoeiend vind. En dat ik het niet normaal vind dat politici aan de lopende band uitgemaakt worden voor het vuil van de straat.”

Onderwijs is de essentie van uw engagement, zei u mij vorige keer. Als u de politiek beu bent, kan u misschien zelf voor de klas gaan staan?

“Ik ben nog niet klaar met de politiek. Ik wil nog zoveel realiseren, zeker op vlak van onderwijs. (op dreef) Het is dáár dat alles begint. Het is dáár dat we kunnen voorkomen dat er gesmost wordt met de kansen van jongeren. Maar van Ben Weyts (Onderwijsminister, N-VA, red.) zal het niet komen. Ik heb nu vier jaar vanuit de oppositie geprobeerd om hem te overtuigen. Helaas weigert hij te luisteren. Als wij het verschil willen maken, dan moeten we zelf in de regering zitten. De volgende keer is het aan ons om onderwijs te claimen: dat wordt onze prioriteit. En als dat lukt, en we kunnen het beleid in een andere plooi leggen, dan zou ik daarna héél graag zelf voor de klas gaan staan. U ziet: ik heb nog veel ambities. (lacht)”

(foto Christophe De Muynck)

Biografie

Geboren op 23 november 1984 in Leuven.

Woont met haar vriend in Schaarbeek. Mama van Lias (2).

Master in de Geschiedenis (KU Leuven).

Van 2012 tot 2016: partijmedewerker achter de schermen.

Van 2016 tot 2019: docent migratiebeleid aan de universiteit van Luik.

Van 2016 tot 2019: Brussels parlementslid.

Vlaams parlementslid sinds 26 mei 2019. Fractieleider sinds 1 december 2019.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier