Ivan De Vadder: “Het hele weekend is één grote trance voor mij.” (foto's Christophe De Muynck)

De verkiezingszondag van Ivan De Vadder: “Morgen worden wij wakker in een nieuw land”

Wie verkiezingen zegt, denkt Ivan De Vadder. Het politieke gezicht van de VRT staat vandaag voor de dertiende (!) keer aan het scherm om de kijkers doorheen het doolhof aan balkjes en cijfers te loodsen. Dat vraagt om een uitgebreid gesprek over hoe hij deze hoogdag beleeft. “We zijn op alles voorbereid, zelfs op een Russische cyberaanval.”

“Dat het nu maar gauw zondag is”, zegt Ivan De Vadder in de lift op weg naar de verdieping van de nieuwsdienst van de VRT aan de Reyerslaan. Het is woensdagnamiddag en de politieke debatten en interviews volgen elkaar in sneltempo op. “Zelfs ik kan het bijna niet meer bijhouden”, gaat hij verder. “Ik wil echt alles zien en horen, maar op een bepaald moment lukt dat niet meer. Bovendien zijn we intussen anderhalf jaar bezig met deze campagne. Ik heb het hele aanbod mee mogen organiseren. Ik kijk dus heel hard uit naar de apotheose van zondag.”

De eloquente Gentenaar werkt sinds 1991 voor de politieke redactie van de openbare omroep. Sinds 1999 is hij het vertrouwde gezicht aan het uitslagenscherm. Of deze balkjes hem nog altijd fascineren, wil ik weten. “Ja, natuurlijk. Het is de wiskunde die bepaalt welke coalitie straks mogelijk wordt en welke coalitie niet. Dat maakt het telkens weer zo boeiend. Het draait allemaal rond deze cijfers. Vandaag verandert de wereld. Letterlijk. Morgen worden wij wakker in een nieuw land.”

Hoe begint deze verkiezingszondag voor u?

“Dat begint met vroeg opstaan. Snel een douche nemen, ontbijten en naar Brussel rijden. Ik wil ten laatste om 8 uur vertrekken. Ik hoop vooral dat ik wat heb kunnen slapen, want zaterdagavond is er nog het grote voorzittersdebat. Het hele weekend is één grote trance voor mij. Dat zal voorbij vliegen.”

Kan u dan zelf gaan stemmen?

“Neen, helaas niet. Ik geef een volmacht aan mijn vrouw. Het kan niet anders. Ik moet op tijd in de studio zijn, want om 10 uur begint de uitzending al. Zelf nog gaan stemmen, zou mij te veel stress bezorgen. Dit is mijn werk, hè. Je moet vooraf nog dossiers doornemen, dingen klaar zetten, aan de schminktafel gaan, enzovoort.”

Uw collega Pieterjan De Smedt geeft zijn vrouw ook een volmacht, zei hij in Humo. “Doe maar iets”, zegt hij dan.

“Ik niet. O neen. Dat is vooraf goed bediscussieerd met mijn vrouw. Zij weet in detail voor wie ik wil stemmen en op welk niveau. Dat staat bijna in steen gebeiteld.”

Vertel het mij: voor wie gaat u stemmen?

(glimlacht) “Dat ga ik niet zeggen. Dat mag u mij niet kwalijk nemen. Maar ik stem niet voor elk niveau voor dezelfde partij – dat wil ik wel zeggen. Ik heb heel goed nagedacht over de keuzes die ik wil maken. Zo hoort het ook.”

In uw laatste boek gaat u stevig tekeer tegen mensen die blanco of ongeldig stemmen. Waarom?

(op dreef) “Omdat deze stemmen verdwijnen in het grote niets. De zetels worden immers verdeeld op basis van het aantal geldige stemmen. Het enige wat je daarmee bereikt, is dat de partijen iets minder geld krijgen. Elke stem is goed voor pakweg drie euro. Maar als je de moeite doet om naar het stemhokje te gaan, waarom zou je dan ongeldig stemmen? Dat snap ik niet.”

Doet onze stem ertoe? Dat is wat veel mensen zich afvragen.

“Natuurlijk wel! Elke stem doet er toe. Er zijn veel voorbeelden te geven van zetels en zelfs coalities die afhangen van enkele stemmen. Het is daarom heel belangrijk om een bewuste keuze te maken. Denk na. Informeer u. Doe de stemtest. Het kan bovendien voor leuke debatten zorgen aan de ontbijttafel.”

Hebt u zelf ook de stemtest gedaan?

“Dat zou weinig zin hebben. Ik heb onze stemtest zelf opgemaakt, samen met enkele academici. Sowieso weet je als politiek journalist eigenlijk te veel om dat nog op een onbevangen manier in te vullen. Ik informeer mij op andere manieren.”

“Je kan het zo gek niet bedenken of we hebben een noodscenario klaar. Dit is de VRT, hè”

Terug naar uw zondag. Als u in Brussel arriveert, ligt het draaiboek dan helemaal klaar?

“Voor de eerste uren wel, ja. Mijn dag begint pas echt als de eerste uitslagen binnen komen. Dat zal wellicht rond 15.30 uur zijn. Dan vervalt het draaiboek en is het dikwijls improviseren. Dan komt ook de adrenaline. De eerste uitslagen die binnenkomen, zijn meestal van kleine gemeenten waar met pen en papier gestemd wordt. Heist-op-den-Berg is een klassieker. Vorige keer was ook Diksmuide heel vroeg. Wat altijd opvalt, is dat je na enkele uitslagen de trend te pakken hebt voor de hele avond. Om 18 uur weet je meestal al heel goed welke richting het zal uitgaan. Al gaan we de definitieve uitslagen pas op maandagochtend weten.”

In Nederland doen ze exitpolls na de stembusgang. Waarom doen wij dat niet?

“Dat is hier intern besproken, maar het bleek onbetaalbaar. In Nederland is er één verkiezing en één kieskring. Wij hebben veel verkiezingen en veel kieskringen. Begin er maar eens aan. Misschien als de media het collectief zouden organiseren, maar dan nog. Ik zie voorlopig geen grote meerwaarde.”

Zo’n verkiezingsshow is volledig live. Ik kan me voorstellen dat er een en ander kan mislopen. Wat is uw grootste nachtmerrie?

“Er kan inderdaad van alles fout lopen: het scherm kan uitvallen, de software kan vastlopen. Dat is allemaal ooit wel eens gebeurd. Maar ik lig daar niet wakker van. Wij zijn met zo’n sterk team. Er zijn noodscenario’s voorzien voor álles.”

Ook voor een cyberaanval uit – ik zeg maar wat – Rusland?

“Ja, zelfs daarvoor. Echt waar: je kan het zo gek niet bedenken of we hebben een noodscenario klaar. Dit is de VRT, hè. Wij moeten voorbereid zijn op elke mogelijke aanval.”

“Ik kan helaas niet zelf gaan stemmen. Ik geef een volmacht aan mijn vrouw. Zij weet in detail voor wie ik wil stemmen en op welk niveau.” (foto Christophe De Muynck)
“Ik kan helaas niet zelf gaan stemmen. Ik geef een volmacht aan mijn vrouw. Zij weet in detail voor wie ik wil stemmen en op welk niveau.” (foto Christophe De Muynck)

Aan welk gênant moment wil u niet meer herinnerd worden?

(denkt na) “Ik vind het moeilijk om iets te bedenken. Het is eens gebeurd dat de regie een vrij moment aangaf, waarop ik een stuk chocolade in mijn mond stak. Een seconde later bleek ik toch op het scherm te moeten. Dan sta je daar te smekken. Maar goed: wie zou dat opgemerkt hebben? Mijn vrouw: zij wél. (lacht) Zij is mijn scherpste criticus.”

’s Avonds als de uitslag bijna bekend is, organiseren jullie nog een kopstukkendebat. Gebeurt het nooit dat de kopstukken niet meer willen afkomen? Omdat ze te ontgoocheld zijn bijvoorbeeld.

“Dat is bij mijn weten nog nooit gebeurd. Hoe we dat klaarspelen? We nodigen hen anderhalf jaar op voorhand uit. Dan kunnen ze geen neen zeggen. Het is ook een stuk traditie – onderschat dat niet. Vorige keer hebben de voorzitters wel gezamenlijk beslist om het debat van de maandagavond te killen. Wij hadden immers de traditie om ook op maandag een debat te organiseren. Ik kan hen ergens wel begrijpen dat ze zeggen dat één collectieve reflectie voldoende is. Daarom hebben wij beslist om dit jaar geen debat meer op maandagavond te organiseren. Op zondagavond hebben ze wel altijd hun woord gehouden. Dat zal dit jaar niet anders zijn.”

Dat verrast mij wel, want wat hebben zij dan nog te winnen?

“Herman De Croo zei ooit: ‘Op de avond van de verkiezingen begint de campagne voor de volgende verkiezingen’. Je kan dat verfoeilijk vinden, maar het is wel de realiteit.”

Mag ik zeggen dat de grote winnaar al vastligt, namelijk Vlaams Belang?

“Neen, je mag dat niet zeggen. Stel dat Vlaams Belang 23,5 procent behaalt. Elke commentator zal zeggen dat zij de verkiezingen verloren heeft – terecht. De verwachtingen liggen nu eenmaal op 27 procent en meer.”

Dus Vlaams Belang is niet de grote winnaar als ze 23 procent behaalt en de grootste partij van Vlaanderen wordt?

(knikt) “Dat zou een overwinningsnederlaag zijn. Winst wordt niet alleen afgemeten aan de vorige verkiezingen, maar ook aan de verwachtingen. En die liggen een pak hoger dan 23 procent. Ook de partijen zelf houden daarmee rekening in hun communicatie. Herinner u die scène van enkele jaren geleden op VTM met Filip Dewinter. Hij wist niet dat zijn micro al aanstond. ‘Verdomme, we hebben verloren’, zei hij. ‘Maar als we hier buiten komen, gaan we zeggen dat we gewonnen hebben’.”

“Het Conclaaf was fantastische televisie. Maar ik ben daar niet jaloers op. Wij hebben bewust andere klemtonen gelegd”

Wat vindt u trouwens van de kritiek, ook op dit huis, dat Vlaams Belang te veel airplay heeft gekregen?

(zucht) “Hoe groter een partij, hoe meer die aan bod mag komen in de uitzendingen tijdens de campagne. Dat is al vele jaren de regel in dit huis. Ik sta daar ook achter. Want wat is te veel? Wie gaat dat bepalen? De mensen die ideologisch tegen Vlaams Belang zijn? De overheid? Ik heb het moeilijk met die kritiek. (benadrukt) Bovendien wordt Vlaams Belang niet behandeld zoals een andere partij. Ten eerste omdat het een oppositiepartij is. Maar vooral omdat het de erfgenaam is van een partij die veroordeeld is voor racisme (Vlaams Blok, red.). Waarom struikelen wij zo over woorden als omvolking? Waarom wijzen wij voortdurend op holebirechten? Je kan niet zeggen dat de pers in deze campagne niet kritisch geweest is tegenover Vlaams Belang.”

Genoteerd en akkoord. Stoute vraag: wat is het sterkste dat de concurrentie in deze campagne gemaakt heeft?

“Het Conclaaf op VTM. Dat was fantastische televisie. Maar ik ben daar niet jaloers op. Wij hebben bewust andere klemtonen gelegd. Het sterkste programma dat wij gemaakt hebben, is Eerste Keus met Tom Waes. Omdat je daar de confrontatie ziet tussen kiezers en politici. Dat waren de klemtonen die wij wilden leggen. In Het Conclaaf kruipen politici met elkaar in een kasteel vanuit de premisse dat je moet overeenkomen als je iets wil bereiken. Ik geloof trouwens niet dat dat zo is – waarmee ik geenszins afbreuk wil doen aan de sterkte van het programma.”

Wat ik me daarbij afvroeg: in welk ander land zouden politici zo gek zijn om zich twee dagen te laten opsluiten in een kasteel omringd door camera’s?

“Denkt u dat dat uitzonderlijk is? Ik zou dat niet durven beweren. Ik denk dat zoiets ook in andere landen zou kunnen.”

U draait al meer dan dertig jaar mee in de Wetstraat. Bent u nog met elke politicus on speaking terms? Of zijn er die niet meer met u willen praten?

“Dat zou u aan hen moeten vragen, maar ik denk van niet. Als ik hen vraag om naar de studio te komen, dan zeg ik nadrukkelijk dat ik Ivan De Vadder ben ván de VRT. Ik vertegenwoordig een instituut. Dat is een belangrijk onderscheid. Ze moeten dit niet doen voor mijn persoon.”

Wil Conner Rousseau nog met u praten nadat u als eerste de geruchten naar buiten bracht over seksueel grensoverschrijdend gedrag?

“Geen idee. Ik heb begrepen dat hij een tijdje de communicatie met alle journalisten heeft verbroken. Maar of hij specifiek kwaad is op mij, moet u aan hem vragen. Ik heb hem hier vorige week in de foyer gezien en er leek alvast niets aan de hand.”

Terug naar deze zondag. Het zijn de eerste verkiezingen zonder dat andere vertrouwde gezicht, Martine Tanghe. Wordt dat wennen voor u?

“Neen, toch niet. Dat klinkt raar, zeker? Ik zeg dat omdat mijn opdracht in wezen niet verandert. Ik kreeg het woord van Martine en ik gaf het terug aan haar. Nu zal ik het woord krijgen van iemand anders. Dat Martine vervangen wordt door twee mensen, Wim De Vilder en Annelies Van Herck, vind ik symbolisch wel mooi. Martine was iemand met uitzonderlijk veel kwaliteiten. Dat valt niet zomaar te vervangen. (even stil) Dat zij er niet meer is, is heel jammer. Maar hoe hard het ook klinkt: de wereld draait door. Nu moeten haar opvolgers alle kansen krijgen.”

U wordt 60 jaar in augustus. Is het denkbaar dat dit uw laatste verkiezingen zijn?

“Neen. Ik ben de eerste generatie die tot 67 jaar mag werken. Ik moet dus pas in 2031 met pensioen. Ik zal dus nog zeker de verkiezingen van 2029 en 2030 meemaken. Tenminste: als mijn gezondheid het toelaat. U weet dat ik al eens darmkanker heb gehad. Hout vasthouden dus. Maar ik hoop dat ik dit nog een eindje mag doen. Het blijft mij onwaarschijnlijk boeien.”

Laatste vraag. Wat doet u deze zondagavond als de camera’s stoppen met draaien? Pinten pakken met de collega’s?

“Eén pint kan zeker – dat is goed om even te bekomen van alle adrenaline. Mijn vrouw zal hier ook zijn, dus ik hoop dat zij naar huis wil rijden zodat ik ook onderweg wat kan bekomen. Maar ik ga het sowieso niet te lang trekken, want ik moet de dag nadien fris zijn. Het wordt weeral een korte nacht, want maandagochtend word ik op de radio verwacht voor een eerste analyse. Zoals ik al zei: het hele weekend is één grote trance voor mij. (glimlacht)”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier