Vlaams parlementslid Mercedes Van Volcem (Open VLD) scherp voor coalitiepartner N-VA: “Wij mogen ons toch verzetten?”

Mercedes Van Volcem is de pitbull van Open VLD. Waar andere parlementsleden van de meerderheid zwijgen en ja knikken, zegt zij haar gedacht. Ook in dit interview. Volgend jaar wil de 45-jarige advocate het glazen plafond doorbreken en burgemeester worden van Brugge. “Dat ik een vrouw ben, speelt in mijn nadeel.”

 

Theo Francken was amper enkele dagen staatssecretaris, of ze vroeg zijn ontslag. Begin dit jaar tweette ze dat Vlaams minister Liesbeth Homans haar bevoegdheden Inburgering en Integratie beter zou afstaan. Dat is Van Volcem ten voeten uit. Ze zit niet in de politiek om ja te knikken en te zwijgen, coalitiepartners of niet. “Een lid van de meerderheid mag ook zijn gedacht zeggen, vind ik. Wie zwijgt, kan niets veranderen. Ik wil wegen op het maatschappelijk debat. Ik ben geen muurbloempje. Vandaar ook dat ik blijf werken als advocate. Wie financieel onafhankelijk is, kan makkelijker praten.”

Zitten er teveel jaknikkers in het Vlaams parlement?

(blaast) Ik ga mijn collega’s niet beoordelen. Ik vind wel dat het parlement te weinig initiatieven neemt die los staan van de regering. Waarom zoeken we geen alternatieve meerderheid voor bijvoorbeeld stemrecht voor zestienjarigen? Dat druist niet in tegen het regeerakkoord. Dan moet dat kunnen.

Wat doet minister Homans fout?

Ik vind dat zij te veel polariseert. Ik kan me voorstellen dat dat een strategie is van haar partij. Maar een minister, en zeker een minister van Integratie, hoort het samenleven te promoten. Een polariserend discours werkt integratie tegen. Ik zou zelfs zeggen dat het voor een stuk radicalisering in de hand werkt. Beleidsmakers hebben een grote verantwoordelijkheid op dat vlak. Idem voor Theo Francken. Hij gaat te vaak over de schreef. Hoe kan je als minister geloofwaardig zijn als je woorden indruisen tegen je beleid? Francken spreekt over het opkuisen van mensen. Ik heb het daar echt moeilijk mee. Dat wringt bij mij.

Wringt de samenwerking tout court van uw partij met N-VA?

(aarzelend) Niet alle N-VA’ers zullen op dezelfde manier denken, zeker? Op economisch vlak vertonen onze partijen veel gelijkenissen. Maar ik heb het lastig met hun mensbeeld. Dat geef ik eerlijk toe. Je kan een integratieverhaal ook opbouwen op basis van rechten en plichten zonder mensen te schofferen.

U bent na die kritiek op Homans door uw partij tot de orde geroepen. Maakt dat indruk op u?

Dat is natuurlijk vervelend. Ik heb boze telefoontjes gekregen. Dan probeer ik mezelf te verdedigen. Ik weet dat dat voor een spanningsveld zorgt. Maar ik zit niet in de politiek om te zwijgen. Als ik moet zwijgen, word ik triestig. (lacht) Vaak lokt Homans die reacties ook zelf uit. Moeten wij dan gewoon zwijgen?

Minister Homans polariseert te veel. Dat werkt integratie tegen. En dat werkt zelfs voor een stuk radicalisering in de hand.

Het discours van N-VA slaat wel aan bij de kiezer.

(feller) Net daarom. Wij mogen ons toch verzetten en pleiten voor menselijkheid in het beleid? Wij moeten niet toekijken als schoothondjes. Dat zou het slechtste zijn wat we kunnen doen. (even stil) Ik geloof niet in N-VA. Soms kun je sympathie hebben voor een andere partij. Maar dat heb ik niet voor die partij.

Homans schoot op haar beurt uw voorstel om huurgeld fiscaal aftrekbaar te maken af. Allesbehalve sociaal, zei ze.

Homans neemt zichzelf iets te veel als norm. Zij is net als ik opgegroeid in een bescheiden omgeving. Maar ze begrijpt niet dat niet iedereen op eigen kracht kan opklimmen. Ik vind mijn voorstel zeer sociaal. Wie vandaag werk vindt, verliest zijn huursubsidie. Dat motiveert niet om werk te zoeken, hè. Ik pleit ervoor iedereen gelijk te behandelen: een huurbonus, zoals een woonbonus, van 1.500 euro per jaar. Vergeet niet dat er 120.000 mensen wachten op een sociale woning. Zij genieten minder voordelen dan mensen met een sociale woning. Ik wil dat gelijktrekken. Zo kunnen mensen de private markt op. Je zou zelfs beter stoppen met sociale woningen te bouwen. Zo zitten er veel fouten in ons systeem. Wie halftijds werkt, wordt aan een lagere schijf belast dan wie voltijds werkt. Is dat sociaal? Stel: iemand valt alleen, moet voor twee kinderen zorgen en werkt keihard. Die persoon moet hogere belastingen betalen dan iemand die halftijds werkt om wat om handen te hebben.

Over één jaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen. U wil burgemeester van Brugge worden. Maakt u kans tegen Renaat Landuyt (SP.A), Pol Van Den Driessche (N-VA) en Dirk De fauw (CD&V)?

Ik denk dat wel. Hoe groot die kans is, weet ik niet. Maar Brugge heeft nood aan een nieuwe motor (nu is de coalitie SP.A-CD&V, red). Vandaag staat alles stil, en niet in het minst het verkeer. Je proeft ook een negatieve sfeer. Ik wil voor een nieuwe dynamiek zorgen, de economische troeven beter uitspelen, jonge mensen naar de stad lokken. Brugge kan bijvoorbeeld de hoofdstad van de romantiek worden. Ik zeg dat niet vanuit nostalgie. Wie verliefd is, wil samen slapen. Je hebt dus een kamer nodig. Wie romantiek wil, gaat uit eten. Of koopt een cadeautje voor zijn partner. En zo draait de handel.

U bent een vrouw. Speelt dat in uw voordeel?

In mijn nadeel, vrees ik. Je hoort dat op straat, of bij de kapper. Kan je dat als vrouw wel combineren met je gezin? Of: is Brugge wel rijp voor een vrouw? Alsof dat een rariteit is. Ik vind dat het hoog tijd is voor verandering in Brugge. Voor een vrouw, ja, maar niet alleen daarom. Ik hoop dat mensen mij in de eerste plaats om de inhoud kiezen. Ik geloof dat ik het beste alternatief ben.

De politiek is geen omgeving voor pussies. Je moet elke dag strijden. Veel vrouwen doen dat niet graag.

Van de dertien Vlaamse centrumsteden heeft alleen Hasselt een vrouwelijke burgemeester. Wat zegt dat?

Ik vind dat heel jammer. Ik denk daar vaak over na. De tweede plaats op een lijst is natuurlijk de meest comfortabele plaats. De lijsttrekker moet de beslissingen nemen, staat elke dag op de voorgrond, moet tegen kritiek kunnen, moet veel opgeven, zeker privé, mag niet bang zijn van conflict. Wellicht schrikt dat vrouwen af. Maar het is een combinatie van factoren. Een vrouw moet zich dubbel bewijzen om serieus genomen te worden. Ik heb dat ook ondervonden. Ik ben geen grijze muis. Ik ga bijvoorbeeld graag pittig gekleed. Is die wel bezig met haar dossiers, denkt men dan. Wat ook meespeelt: mannen zijn het niet gewoon dat vrouwen opkomen voor hun mening, of mee de strategie bepalen. Zij spannen graag samen. En alleen als het hen uitkomt, mag er een vrouw bij.

Worden vrouwen gediscrimineerd in de politiek?

Dat zou ik niet zeggen. Je hoort wel eens een seksistische opmerking. De kunst is dan om niet te reageren. De politiek is geen omgeving voor pussies, dat is zeker. Je moet elke dag strijden. Ik doe dat graag. Maar ik denk dat veel vrouwen dat niet graag doen.

Of zijn de vrouwen te slim om in de politiek te stappen?

Ik heb dat ook al gedacht. Waarom stoppen vrouwen als Milquet en Onkelinx? Zijn vrouwen minder verknocht aan de macht? Dat zou kunnen. Ik hoop dat in de toekomst meer vrouwen mee gaan strijden voor een open en vrije samenleving en tegen ongelijke kansen.

In 2019 zal u opnieuw tegen twee mannen moeten opboksen voor de West-Vlaamse lijsten van uw partij voor de Vlaamse en federale verkiezingen, Bart Tommelein en Vincent Van Quickenborne. In een opiniestuk schreef u al dat het gedaan is met op nummer twee te staan. Wie moet wijken?

(aarzelt) Op die vraag ga ik passen. First we take Manhattan, then we take Berlin. Eerst Brugge dus. En als je je recorder even op pauze zet, wil ik wel antwoorden. (lacht) Maar ik ga me niet laten doen. Dat mag je opschrijven. (foto Fernand Proot)

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier