Sofie Van de Velde, galeriehoudster en kunsthandelaar: leven tussende kunst

Galeriehoudster Sofie Van de Velde is geboren en getogen in de kunstwereld en heeft van haar passie haar levenswerk gemaakt. De eeuwige glinstering in haar ogen geeft alvast prijs hoe zij over haar favoriete discipline denkt.

Sofie Van de Velde: “Kunst is voor mij een pretpakket kopen, het is ervaring, het is plezier… en zoveel meer dan enkel een object. Wanneer je een handtas koopt, is dat leuk om te dragen, maar wanneer je een kunstwerk in huis haalt, dan steun je een jonge kunstenaar, je kunt meereizen in iemands gedachten, je kan hen ontmoeten, het is een constante betrokkenheid. Kunst is ook kritisch en kan je inzichten geven, voor mij is kunst iets ongelooflijk veelzijdig. Het enige dat voor mij in de buurt komt, is reizen, maar een reis hou je niet fysiek vast. Ik vind het ook onzin wanneer kunst benoemd wordt als iets duur en niet toegankelijk. Zeker wanneer ik zie hoeveel geld er in andere sectoren wordt uitgegeven waarin dat veel meer gelegitimeerd is. Ik wil niemand bekeren, maar ik hoop gewoon dat mensen kunst ook als een optie zien om aan te kopen en van te genieten naast reizen, lekker eten, shoppen… Als we dat kunnen bereiken, dan zijn we goed bezig.”

“Mijn ouders hebben altijd een kunstgalerij gehad. Dat vond ik een wereld waar vooral mannen in werkten. Dat is misschien ook de reden waarom ik heel lang bewust heb gekozen voor een ander beroep. Ik vond het ook een harde wereld, omdat iedereen voor zichzelf handelde, het is zeker geen milieu waar veel in samenwerkingen werd gedacht. Ik weet niet of het daadwerkelijk zo afgebakend was, maar ik heb het toen wel zo ervaren. Daarom heb ik dus bijna 20 jaar in de sociale sector gewerkt.”

“Ik heb diverse diploma’s. Ik ben als maatschappelijk assistente afgestudeerd en heb daarbij een lerarenopleiding gedaan en verschillende therapeutische opleidingen gevolgd. Op mijn 35ste heb ik aan de universiteit nog een bijkomend diploma als onderwijswetenschapster gehaald. Ik heb met verschillende groepen gewerkt, vooral kansarme mensen. Wat ik daaruit vooral geleerd heb, is dat het geluk dat je ervaart door mensen te zien groeien, dat je dat in geen enkel ander gebied kan uitdrukken. Stel nu dat ik 100.000 euro op mijn rekening zou hebben, dat komt absoluut niet in de buurt van het gevoel dat je krijgt wanneer je iemand een stap verder brengt in zijn leven.”

“De dag dat ik als galeriste ben begonnen, heb ik gezworen om het anders te doen. Ik wilde met mijn kunstenaars trajecten doorlopen, samen dingen doen. Ik ben tien jaar geleden bij mijn vader in de galerie gestart, ik wilde meer mét kunstenaars werken. Dat is kopen en verkopen. Na 20 jaar gewerkt te hebben met mensen, miste ik dat contact enorm. Ik heb toen besloten om zelf een galerie te beginnen, waar ik samen met kunstenaars in een traject stap en dat van a tot z met hen doorloop.”

“Dat was het moment dat alles op zijn plaats viel. Dik vijf jaar geleden heb ik met mijn collega Jason Poirier dit Caulier twee galerijen op het Zuid en Nieuw Zuid in Antwerpen geopend. We hebben ieder één galerie, zijn één organisatie en delen al ons personeel, ons netwerk, eigenlijk alles. Alleen hebben we elk onze eigen groep kunstenaars die we ondersteunen. Dit is heel bewust zo gelopen omdat we andere mensen zijn, andere keuzes maken, maar toch zeer complementair zijn.”

“Door voor het model te kiezen waarmee we vandaag werken, heb ik zelf heel weinig last van dat haantjesimago van de kunstwereld. Misschien een grappige noot: mijn 20-jarige zoon heeft er onlangs ook voor gekozen om de familietraditie verder te zetten. Hij is net begonnen in de galerie van mijn vader. Ik heb hem lang geadviseerd om andere dingen uit te proberen, maar je ziet: het bloed kruipt waar het niet gaan kan.”

Zijn er dingen in de kunstwereld die je hebt zien evolueren tijdens de coronapandemie?

“Ik ben voorzitster van alle galeries van Europa, en wat wij gezien hebben is dat online werken enorm geëvolueerd is. En dan vooral op het vlak van samenwerking, veel meer dan ooit tevoren, voornamelijk omdat iedereen zolang geïsoleerd was. Omdat we niet goed wisten hoe met deze crisis om te gaan, was samenwerking een belangrijk middel om van elkaar te leren en samen het verschil te maken. Online is zo’n woord waar iedereen de mond vol van heeft, we moeten meer online doen. Mensen stellen zich daar dan bij voor dat dat wat foto’s online zetten is en dan wachten op een koper… Maar voor ons is dat de dialoog die we met onze klanten voeren in de galerie doortrekken naar online. Dat wil zeggen anticiperen, in dialoog gaan, opvolgen, vragen stellen, een collectie verkennen… Ik heb wel meer dan ooit het gevoel dat mensen beseffen dat je op deze snelheden moet inzetten.”

Waaraan herken jij talent?

“Er zijn steeds verschillende criteria waarop wij kunstenaars spotten of waaraan we ze herkennen. Dat heeft in de eerste plaats te maken met gedrevenheid, een persoonlijkheid is natuurlijk ook heel belangrijk. Maar dan zijn er verschillende criteria die allemaal moeten samenkomen voordat wij zeker weten dat we ermee verdergaan. De eerste voorwaarde is dat ze hun kunstgeschiedenis kennen. Is dit niet het geval, dan herhalen ze zichzelf, ze moeten iets toevoegen ten aanzichte van die kunstgeschiedenis, het moet in het hier en nu relevant zijn. Dus dat zijn heel veel factoren. Daarnaast is het ook zeer belangrijk dat een kunstenaar een kunstenaar is en die bijvoorbeeld niet teveel bezig is met marketing of van ik heb horen zeggen. Met kunstenaars samenwerken, is heel intens. De eerste keer wanneer ik naar iemands studio ga dan weet ik al: hoe zou ik mij voelen als deze persoon mij ’s nachts uit mijn bed zou bellen? Als het antwoord positief is, dan is het helemaal oké. Dat klinkt misschien belachelijk, maar voor mij is dit een belangrijk criterium.”

Zie je de kunstwereld nog steeds als een mannenwereld?

“We kunnen de meeste verandering teweegbrengen door samen te werken. In de board waar ik inzit in Europa zijn we momenteel enorm aan het werken rond Oekraïne. Dat wil concreet zeggen dat we met alle associaties daar rondom, zoals buurlanden Polen, Hongarije, Bulgarije, samenzitten om te gaan kijken waar we het verschil kunnen maken voor de mensen in Oekraïne. En dat zijn allemaal vrouwen die zich engageren om er iets duurzaams rond op te zetten. Wat we dan bijvoorbeeld doen?

We delen adressen waar we zien dat er eten en drinken voorzien is, maar ook waar we mensen kunnen opvangen door bijvoorbeeld in residenties voor kunstenaars. Heel veel buurlanden gaan hun musea en galeries sluiten en gaan die openstellen om kunstenaars samen met hun familie op te vangen.

De bestelwagens die ze normaal gebruiken om kunstwerken in te vervoeren, die rijden nu naar de grenzen om mensen op te pikken. Maar evengoed om historische kunstwerken die relevant zijn veilig te stellen. En in alle eerlijkheid: dat is een netwerk van enkel vrouwen. Toeval of niet, maar het zijn de vrouwen die hierover op consequente basis blijven nadenken en praten. Ik ben geen feministe tout court, maar ik geloof wel dat je het verschil kan maken door vrouw te zijn en ik zal altijd proberen om vrouwen te blijven steunen.”

Heeft het programma ‘Stukken van Mensen’ jouw job vergemakkelijkt of net moeilijker gemaakt?

“In de kunstwereld wordt er heel kritisch naar een programma als Stukken van Mensen gekeken. Ik ben mij hier van bewust, omdat ik alle kritiek al op voorhand heb ingeschat. De vooroordelen blijven: het is oppervlakkig, het is doorgestoken kaart… Ik voel mij ook niet geroepen om al die elementen weg te nemen. Maar voor ik hieraan begon, heb ik zelf onderzoek gedaan naar de doelgroep die ernaar kijkt. Dat is de doelgroep die wij willen bereiken, wat ik daar vooral zie zijn mensen die heel grote collecties hebben en mij weer in het vizier krijgen. Mijn voorspelbaarheid of de manier hoe ik tot een deal kom, vinden mensen interessant. Ze zien dat het niet enkel over geld gaat, maar ook over mijn ingesteldheid tegenover de wereld. Heel veel intellectuelen vinden het goed dat ik dit doe, omdat dat hermetische wegvalt. Dit is ook een meerwaarde voor andere collega’s. Veel mensen komen hier via mail, WhatsApp of sms in contact met mij en die sturen door wat ze al hebben in hun collectie. Ik heb via het programma geen nieuwe kunstenaars, maar wel leuke objecten ontdekt. Onlangs was er de stoel van Allen Jones of de werken van Keith Haring… altijd leuk wanneer die op mijn pad komen.”

Mocht geld geen optie zijn, welk werk uit de kunstgeschiedenis zou je dan graag willen aanschaffen?

“Dat voelt een beetje alsof je één favoriet kind zou moeten kiezen, ik vind dat een hele moeilijke. Ik denk dat ik in de richting van Goya zou gaan, omdat ik vind dat dat vandaag nog steeds relevant is. Maar er zijn ook wel wat werken van Picasso die mij kunnen bekoren. Ik zou een mooi werk op doek uit de jaren ‘20 willen kopen, omdat dat een periode is die interessant is voor mij, want ze heeft een soort beweging in zich. Ik hou van dat geabstraheerde, er zit ook een zekere lichtheid in. Alles was hoopvol.”

Je bent geboren en getogen in Antwerpen. Wat blijft je fascineren aan ’t stad?

“Ik ben wel een echte Antwerpse, ik heb hier ook mijn hele leven gewoond, maar ik heb niet zo’n ongelooflijk chauvinisme. Mijn zakenpartner Jason heeft dat veel meer. Maar ik heb dat natuurlijk wel tegenover de mensen die hier wonen en de plekken die hier zijn. Hoe ouder ik word, hoe meer ik de stad waardeer. Antwerpen heeft iets heel hards. Ik heb 20 jaar op het Noord gewerkt, het was een stad waar samenleven soms heel moeilijk was. Ik heb er lang een haat-liefdeverhouding mee gehad omdat ik vond dat de stad er matig in slaagde om op een goede manier samen te leven. We bleven te lang in die getto’s hangen. Ik heb het ook veel te lang vanuit dat perspectief gezien en ik moet zeggen dat ik dat nu anders leer kennen. Ik woon zelf in de Joodse buurt. Wanneer ik dan naar Borgerhout jog en alle leuke initiatieven zie en hoe er ondernomen wordt, dan vind ik dat heel hoopvol.”

Zelf een kunstcollectie starten?

In het boek ‘Expeditie Kunst’ geeft Sofie advies en tackelt ze een hoop vooroordelen over kunst verzamelen. Uitgegeven bij Houtekiet, sofievandevelde.be

tekst Elspeth Jenkins | beeld Damon De Backer

 

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier