Genève: horlogehoofdstad met een fors citytripgehalte

Gesitueerd tussen de Rhônevallei en de uitlopers van de Alpen, vindt men Genève, misschien wel de meest elegante stad van Zwitserland. De stad heeft zich genesteld langs de oevers van het Meer van Genève, in Frankrijk bekend als Lac Léman. We lieten ons 48 uren stijlvol betoveren door het kosmopolitisch karakter van deze bruisende metropool, gelegen op een kattensprong van La Douce France.

Door Igor Vandenberghe

Genève is wereldwijd befaamd als hét horlogemekka. Maar daarover straks meer. Om terug te komen op de dubbele naamvorming Meer van Genève/Lac Léman: dit meer is het grootste meer in de Alpen en markeert de grens tussen Frankrijk en Zwitserland, al bevinden de bekendste steden zich aan de Zwitserse zijde. Daarbij denken we naast Genève onder andere aan Lausanne en Montreux. Ook het Evian-water is van daar afkomstig.

Vanuit de luchthaven in Genève is het slechts zeven minuten sporen richting stadscentrum. Dat centrum wordt in tweeën gesplitst door de rivier de Rhône. Mijn eerste tussenstop is La Vieille Ville ofte Oud-Genève, gelegen op de linkeroever. Tussen beide oevers in spot ik meteen de Jet d’eau, een fontein wiens straal maar liefst 140 meter hoog spuit (met de snelheid van 200 km per uur wordt per seconde 450 liter water de lucht ingespoten), en door de inwoners van Genève wordt aanzien als hét symbool van de stad. Het gezellig middeleeuws centrum is gelegen op een heuvel en bestaat uit een kluwen van smalle klinkerstraatjes, omzoomd met oude kalkstenen huizen. De sfeer is hier gemoedelijk. Vooral over de middag, als de vele pleinen en terrasjes worden ingenomen door een gezellige mix van bedienden, zakenlui, expats en toeristen. Voor mij de ideale setting om wat rond te slenteren door de oude stad. De steegjes zijn smal, maar druk bevolkt, met de Place du Bourg-de-Four als het kloppende stadshart van de oude binnenstad. Het zuidelijk gedeelte van La Vieille Ville wordt gevormd door de Promenade des Bastions, een lommerrijk parkje dat boven het centrum uitkijkt, en de loop van de voormalige stadsmuren volgt.

Liefhebbers van historische kerken moeten zeker en vast eens binnenwippen in de Cathédrale Saint-Pierre, een vroegmiddeleeuwse kathedraal die dateert uit de 12de-13de eeuw. De stijl is in theorie romaans-gotisch, al kwam ze bij mij – vooral door de vele latere toevoegingen – vooral eclectisch over. Mijn dosis kunst en cultuur pik ik dan weer op in het Musée d’Art et d’Histoire. Misschien is dit museum nog het best te vergelijken met het KMSK in Antwerpen of het Schone Kunsten-museum op de Kunstberg in Brussel.

Nadien gaat het op een drafje naar het Mamco, of het Musée d’Art moderne et contemporain. Verwacht hier hedendaagse kunst, ondergebracht in een voormalige industriële setting, pal in het centrum van Genève. Het Mamco focust op een brede waaier aan tijdelijke tentoonstellingen.

Wegdromen

Genève vormt al vele decennia het kloppend hart van de internationale luxe horlogemakerij. Met de nadruk op luxe en peperduur. Ik pik het Patek Philippe Museum mee, waarna ik me in de Rue du Rhône vergaap aan de vele flagship stores van iconische merken als Breguet, Patek Philippe en Jaeger-LeCoultre. Ik beperk me tot een ‘window shopping’ passage, want het prijskaartje van de meeste uurwerken is hoger dan het gemiddelde jaarloon van een Belgische werknemer. Kortom; geen spek voor mijn bek. Niet erg. Eventjes wegdromen bij al dat moois is ook best leuk.

Omwille van het hoog bomma-gehalte loop ik niet meteen te springen voor een boottocht op het meer. Maar ik laat me toch inpakken. Een gegeven dat ik me achteraf totaal niet beklaag, want de boottocht – ruim drie uur aan een stevig tempo – leidt me op en af naar het Franse Yvoire, een middeleeuws stadje dat lid is van ‘Les Plus Beaux Villages de France’, een vereniging van pittoreske Franse dorpen. Et oui, daar kunnen we best inkomen.

Ondertussen is het voluit genieten van de vele panoramische vergezichten, met de besneeuwde toppen van de Mont Blanc als absolute topper. Tussendoor verwen ik mezelf aan boord met een proeverij van een drietal lokale wijnen. Weet; aan degelijke wijnhuizen geen gebrek omheen het Meer van Genève.

Carouge is een artistieke enclave vlak buiten het stadscentrum van Genève. Heerlijk om door te slenteren. (foto Gauvin Lapetoule)
Carouge is een artistieke enclave vlak buiten het stadscentrum van Genève. Heerlijk om door te slenteren. (foto Gauvin Lapetoule)

Gratis fietsen

Zwitserland is geen goedkope bestemming. Groot is mijn verwondering als ik merk dat men op verschillende centrumplaatsen – waaronder de Quai du Mont-Blanc – zowaar gratis fietsen aanbiedt. Een uitstekend idee, want Genève is uiterst fietsvriendelijk, met overal speciaal aangelegde fietspaden. Meer heb ik niet nodig om al freewheelend de groene boorden van het meer te verkennen. Aan park- en groenzones ook geen gebrek in de omgeving van Genève. Langs het meer – zelfs pal in het centrum – vindt men dan weer tal van zandstranden en andere zwemzones.

In de namiddag fiets ik door naar Carouge, een kleurrijke stadswijk die vooral bekendheid geniet omwille van zijn bohémienachtige sfeer en zijn mediterrane invloeden vol pittoreske restaurants, gezellige stadspleintjes en trendy shops. Meteen brei ik een mooi einde aan mijn Genève-trip.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier