Toulouse, roze stad vol verrassingen

Stad van pioniers, van dromers én van doeners. Van studenten en ingenieurs. Van lekkere chocolade, indrukwekkende kerken en gezellige restaurantjes. Toulouse is de ideale citytripbestemming.

Wij starten onze ontdekkingstocht van de roze stad in L’envol des pionniers, in de wijk Montaudran. Op deze plek werd luchtvaartgeschiedenis geschreven. Hier begint Pierre-Georges Latécoère in 1917 met de fabricage van vliegtuigen. In amper zes maanden slaagt de voormalige wagonbouwer erin om zes vliegtuigen te leveren aan het Franse leger. Wanneer het einde van de oorlog nadert, besluit de vooruitziende ondernemer om zijn militaire vliegtuigen om te bouwen tot postvliegtuigen. Op 25 december 1918 vliegt hij samen met piloot René Cornemont van Toulouse naar Barcelona, de eerste erkende vlucht van de Lignes Aériennes Latécoère. Het is de start van het gouden tijdperk van de luchtpost, met legendarische piloten zoals Antoine de Saint Exupéry, auteur van Le Petit Prince. “Zelfs jullie koning Albert I heeft nog meegevlogen met de Salmson, het eerste vliegtuigmodel dat hier geproduceerd werd”, vertelt directeur Jean-Baptiste Desbois, terwijl we het museum binnenlopen. “Er werden lijnen geopend van Europa naar Afrika, en later ook naar Zuid-Amerika. Niet zonder gevaar: de vliegtuigen stortten regelmatig neer en niet altijd in bevriend gebied. De piloten moesten dus niet alleen goed kunnen vliegen, maar ook goed kunnen onderhandelen.” In het museum neemt een acteur ons op sleeptouw. Gekleed zoals een piloot in de jaren 20 laat hij ons die beginjaren beleven. Hij neemt ons onder meer mee naar een replica van het bekende Salmson 2A2-vliegtuig, naar het kantoor van de directeur perfect nagebouwd zoals het vroeger was en naar een postwagon die vroeger ’s nachts tussen Parijs en Toulouse reed. In de wagon houden we een wedstrijdje om ter snelst post sorteren. In dit museum verveel je je echt geen moment.

Toulouse is nog altijd een echte lucht- en zelfs ruimtevaartstad, met vestigingen van onder meer Airbus. Dat blijkt ook in het museum Aeroscopia. Hier kan je heel wat iconische vliegtuigen bewonderen én bezichtigen. Zo blijkt de Concorde binnenin een pak minder luxueus te zijn dan we dachten. Snelheid was duidelijk belangrijker dan comfort.

“Koning Albert I vloog nog mee met de Salmson”

Het meisje met de picknickmand

Van al dat gepionier hebben we honger gekregen. Gelukkig hebben we op Place Saint-Etienne afgesproken met Jessica Hammer, the girl with the basket. De Amerikaanse volgde jaren geleden de liefde naar Toulouse en ontdekte daar haar passie voor lekker eten. Nu organiseert ze onder de noemer Taste of Toulouse food tours. Wij kozen voor de ‘Chocolate & Pastry Tour’ en dus neemt ze ons mee naar de beste chocolaterieën en bakkerijen van de stad. Maar eerst moeten we haar vertellen wie we zijn en wat ons favoriete dessert is. Die vraag blijkt al snel de ideale ijsbreker te zijn: we gaan vanmiddag op pad met reizigers uit India, Canada en Alaska, en al vlug is iedereen gezellig met elkaar aan het keuvelen. Tenminste, als we niet aan het smullen zijn. Chocolatiers die inzetten op verrassende combinaties, typische ‘meeneembare’ vruchtentaartjes uit de streek, een pomponette in La Bonbonnière (gebaseerd op de bekende brioche-driekoningentaarten, waar mensen in de week voor driekoningen rijen dik voor staan aan te schuiven, red.), french fudge en de haute patisserie-gerechten van sterrenchef Yannick Delpech… Tussendoor verklapt Jessica leuke weetjes en niet te missen adresjes in de stad. Een tip: volg je een food tour met Jessica, dan sla je best de lunch over…

Stad vol monumenten

Nu we letterlijk en figuurlijk van Toulouse geproefd hebben, kunnen we niet wachten om de stad nog wat beter te leren kennen. Gids Céline neemt ons op sleeptouw langs de belangrijkste monumenten van de roze stad. Een bijnaam die de stad te danken heeft aan de typische roze bakstenen die je overal ziet. “De geschiedenis van Toulouse gaat heel ver terug, tot in de Romeinse tijd. De ligging aan de Garonne zorgde ervoor dat Toulouse altijd al een bloeiende stad was, maar in de renaissance beleefde de stad haar topperiode, toen de makers van pastel de typische blauwe kleur verkregen van het plantje Isatis Tinctoria hoogdagen beleefden en de meest fantastische huizen en stadspaleizen lieten bouwen.” Zoals l’hôtel d’Assézat. Céline neemt ons mee naar de Place du Capitole, het reusachtige plein dat het bruisende hart van de stad vormt. Het gelijknamige gebouw herbergt het stadhuis, de opera en een museum, dat meer dan de moeite is. Blikvanger is de schitterende salle des illustres met schilderijen, sculpturen en trompe l’oeils, geïnspireerd op Versailles. Ook het balkon is bekend: dit is de plek waar de rugbygekke stad hun helden van Stade Toulousain in de bloemen zet als ze kampioen spelen.

Andere niet te missen plekken zijn le Couvent des Jacobins met de bekende palmvormige zuil, de kathedraal van Saint-Étienne die opvalt door zijn patchwork van stijlen en bijzonder grondplan, én de basiliek van Saint-Sernin. Dit pareltje is een van de grootste Romaanse basilieken van Europa en Unesco Werelderfgoed. Kunstliefhebbers mogen ook het Musée des Augustins niet missen. In dit voormalige klooster huist nu het museum van Schone Kunsten. We sluiten de gidsbeurt af op de oever van de Garonne, van waarop we een fantastisch zicht op de stad hebben. De perfecte afsluiter van onze citytrip.

In de buurt

Saint-Bertrand-de-Comminges: Krokodil in de kathedraal

Op iets meer dan een uurtje rijden van Toulouse ligt Saint-Bertrand-de-Comminges, een pittoresk dorpje – één van de mooiste van Frankrijk. Blikvanger is de imposante Sainte-Marie-kathedraal met een prachtig houten koor, een indrukwekkend orgel en, voor wie goed kijkt, zelfs een opgezette krokodil. Ook het nevenliggende klooster is een bezoekje waard. De uitzichten alleen al zijn er prachtig.

Saint-Bertrand-De-Comminges (bis): Duik in de geschiedenis

Nu wonen er nog ongeveer 240 mensen in het dorpje aan de voet van de Pyreneeën, maar ooit was dit Lugdunum Convenae, een hoofdstad van het Romeinse Rijk waar tussen de 5 à 10.000 mensen woonden. Getuige hiervan zijn de opgegraven restanten van onder meer het theater en drie publieke baden aan de voet van het dorpje. In het dorp zelf kan je op afspraak een archeologisch museum bezoeken.

Valcabrère: Basiliek van grafstenen

Op een boogscheut van Saint-Bertrand-de-Comminges ligt de basiliek van Saint-Just de Valcabrère. De basiliek werd in de elfde en twaalfde eeuw gebouwd en is net zoals de kathedraal van Saint-Bertrand-de-Comminges Unesco Werelderfgoed. Opvallend zijn de vele platte stenen die gebruikt werden om de basiliek te bouwen, afkomstig van de necropolis – de begraafplaats – van de Romeinen.

St-Paul-d’Oueil en omgeving: Herten zorgen voor spektakel

Trek je in september of oktober richting de Pyreneeën, dan kan je met wat geluk burlende herten spotten. De bronstige edelherten loeien om vrouwtjes te lokken, en gaan ook regelmatig de confrontatie met concurrenten aan. Het beste moment om ze te spotten is bij valavond of heel vroeg ‘s ochtends. Wij zagen en hoorden verschillende exemplaren, al dan niet vergezeld van een kudde vrouwtjes, op de weg van St-Paul-d’Oeuil naar Mayrègne.

Bagnères-de-Luchon: De koningin van de Pyreneeën

Ooit was Luchon de favoriete stek van al wie rich and famous was, en ook nu nog is ‘de koningin van de Pyreneeën’ een bezoekje waard met haar vele opmerkelijke gebouwen, uitstekende thermale baden en prachtige natuur. Wist je trouwens dat hier de Pyreneeën zijn ontstaan? De legende wil immers dat Hercules verliefd was op een Luchonnaise, maar dat hij eerst twaalf taken moest vervullen van haar vader. Toen hij terugkwam, bleek zijn Pyrène overleden te zijn… Hij maakte voor haar de bergen als tombe, zijn tranen werden de vele rivieren…