Een fiere Benny Baudewyns kreeg gisteren de Knack Hercule Poirot literatuurprijs uit handen van Patrick Van Gompel. De bekroning kon op geen beter moment komen, bekende de winnaar. “Want ik stond op het punt ermee te stoppen.” (foto Belga/James Arthur Gekiere)

Benny Baudewyns wint Knack Hercule Poirotprijs: “Een droom die in vervulling gaat”

Gisteren kreeg Benny Baudewyns op Boektopia in Kortrijk Xpo de 26ste Hercule Poirotprijs voor zijn misdaadroman ‘Het Buchinsky Incident’. Voor de voormalige begrafenisondernemer uit Dilbeek reden genoeg om uit Zuid-Spanje, waar hij inmiddels negen jaar woont, af te zakken.

“Dit is een droom die in vervulling gaat”, lacht Benny Baudewyns. “Zo moet een sporter zich voelen die een gouden medaille wint op de Olympische Spelen.” De bekroning kon op geen beter moment komen, bekende hij. “Want ik stond op het punt ermee te stoppen. De verkoop van de boeken gaat al een tijd achteruit. Dit is mijn zestiende roman en ik moet eerlijk zijn, ik ben nooit een grootverkoper geweest. Maar de laatste jaren verdiende de uitgeverij weinig aan mij, het was dikwijls kantje boord.”

De recensies waren nochtans vaak enthousiast. Zowel Het Tati-Syndroom als Mazzelaar kregen vier sterren in de prestigieuze Nederlandse VN thrillergids. Een serieuze referentie. “Maar toen ik kwam aanzetten met een manuscript van 180.000 woorden, goed voor 700 pagina’s, kreeg ik bij Vrijdag, mijn vertrouwde uitgeverij, te horen dat ze het boek niet zouden uitbrengen wegens te dik, te duur en mijn slechte verkoop. Ik kon alleen maar begrip opbrengen. Ik klopte tevergeefs bij enkele andere uitgeverijen aan, tot ik gelukkig bij StoryLand een kans kreeg.”

Begrafenisondernemer

Dat hij vroeger begrafenisondernemer was, was niet wat hem aanzette tot het schrijven van misdaadverhalen. “Nee, ik heb gewoon altijd graag misdaadverhalen gelezen. Hoe braver je zelf bent, hoe liever je leest over mensen die niet zo braaf zijn, denk ik. Maar als ik over een moord spreek, kan ik me er wel iets bij inbeelden. Wat niet altijd het geval is bij mijn collega’s. Soms stel ik hen wel eens de vraag: ‘Heb jij eigenlijk ooit een lijk gezien?’, want uit wat ik lees heb ik vaak niet die indruk.”

Hoe braver je zelf bent, hoe liever je leest over mensen die niet zo braaf zijn”

Tegelijk is Benny Baudewyns de eerste om toe te geven dat je niet alles zelf moet meegemaakt hebben om erover te schrijven. Zo laat hij zich graag inspireren door de Tweede Wereldoorlog. Ook nu weer. Al neemt hij deze keer een loopje met de geschiedenis. “Toen ik met mijn vorige boek Moordgriet iets lichts en luchtigs wou proberen en dat ook niet aansloeg, dacht ik: ik ga terug verhalen schrijven zoals in het begin van mijn carrière, epische verhalen die zich over de hele wereld afspelen en zich over een langere periode uitstrekken, met veel personages en historische verwijzingen. Maar dit keer dacht ik: ik ga mijn eigen geschiedenis verzinnen. En dat heeft één van mijn beste verhalen opgeleverd.”

Loopje met de geschiedenis

Baudewyns neemt in Het Buchinsky Incident letterlijk een loopje met de geschiedenis, zoals hij dit als filmliefhebber ook al vaker gezien heeft bij Quentin Tarantino. “Het verhaal speelt zich deels af tijdens de Koude Oorlog maar ik heb gewoon het IJzeren Gordijn van Duitsland naar Brussel verplaatst. Na de bevrijding van Berlijn rukken de Russen verder op. En dus is Brussel eigenlijk het Berlijn van toentertijd: ommuurd en in vier sectoren verdeeld. Ik vond dat heel plezant om te schrijven. Ik ben Brusselaar. Ik ken de stad. Door het verhaal in een wereld te situeren waarmee ik zelf vertrouwd ben, werd het plots veel griezeliger.”

‘Het Buchinsky Incident’, uitgeverij Storyland, 698 blz., 28,01 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier