Kurt Van Eeghem kent geen zwart gat na zijn verplichte pensionering enkele jaren geleden: “Ik zou het leven dat ik nu leid echt niet meer willen inruilen.” (foto SB)

Kurt Van Eeghem: “Ik besef heel goed dat ik een gelukzak ben”

Zijn boek over Oostende (in de belle époque) vliegt als zoetje broodjes over de toonbank, zijn boek over Litouwen leverde hem zopas nog een mooie erkenning op van de Litouwse president. Als schrijver gaat het Kurt Van Eeghem (71) met andere woorden voor de wind. “In 2017, toen ik met radio en tv moest stoppen, was ik daar niet overdreven gelukkig mee. Maar nu zou ik het leven dat ik leid echt niet meer willen ruilen.”

Kurt Van Eeghem is een klinkende naam, eentje die meteen beelden oproept van De drie wijzen en geluiden van Radio 1 en Klara. Tegenwoordig houdt de in Hoboken wonende West-Vlaming zich schuil in het land van de letteren, waar hij succes oogst met zijn ode aan Litouwen, en meer recent met zijn lofdicht aan Oostende in de belle époque. “Sinds vorige week is dat boek in vierde druk. Het is uitgekomen in november, dus het gaat ongelooflijk snel.” Maar voordat we het boek en Oostende in duiken, wil ik van Kurt weten …

Hoe ziet jouw ideale zondag eruit?

“De ideale zondag begint met een uitgebreid ontbijt: versgeperste jus, gebakken eitjes, spek in de pan, verse broodjes. Ik maak daar op zondagochtend echt werk van. Koffie komt er niet aan te pas; ik hoef geen warme drab in mijn mond. Ik heb zelfs maar één keer in mijn leven van koffie genipt. En ik wist toen meteen: als ik hiermee doorga, ben ik onmiddellijk verslaafd. Net zoals aan zwarte chocolade. Afijn, op zondag gebeurt het wel vaker dat ik naar Oostende trek, voor optredens of lezingen. En als ik even reclame mag maken: op 31 maart staat er in het Kursaal een laatste groot concert gepland, volledig in het teken van Ensor, met muziek van componisten die in de belle époque op het podium hebben gestaan in het Kursaal. Allen daarheen dus!”

Wat heb jij met Ensor en Oostende?

Ik ben een jongen van de kust en heb in mijn jeugd veel tijd in Oostende doorgebracht. Maar tien jaar geleden ontdekte ik dat er in Oostende een waanzinnig muziekleven bestond, ten tijde van Ensor. In het Kursaal stonden elke dag optredens gepland van de grootste artiesten van die tijd, de Michael Jacksons en Beyoncés van de 19de eeuw. De elite uit heel de wereld kwam daarop af: textielbaronnen, staalmagnaten, bankiers, royalty, … Oostende was destijds de belangrijkste badplaats van Europa, en ik wilde daar graag een boek over schrijven. Tijdens de researchfase viel ik soms achterover: was dat echt allemaal hier in Oostende gebeurd? Johann Strauss bijvoorbeeld, de beroemdste man van zijn tijd, is hier drie weken gebleven om te kuren en heeft hier een volledige akte van een operette geschreven. De sjah van Perzië is hier verschillende jaren op rij geweest om te kuren, met vijftig man gevolg. Ik ontdekte al die verhalen in krantenknipsels en verslagen van het gemeentebestuur uit die tijd.

“Ik aanvaard het leven zoals het komt”

Dus als ik vraag: met wie zou jij graag een zondag doorbrengen?

“Het zou potverdorie leuk zijn om een dag met Ensor door te brengen, die recalcitrante, nurkse, dwarse Ensor. Een man met een talent voor vriendschap maar een even groot talent voor ruzie. Dat trekt toch wel aan. Bovendien was hij een van de absolute grote vernieuwers in de kunst, mondiaal.”

Neem even plaats op mijn biechtstoel. Waar bezondig jij je aan?

“Mijn grootste zonde is die van de gulzigheid. Als het lekker is, weet ik soms moeilijk waar de grens ligt. Als er een fles wijn van uitstekende kwaliteit voor me staat, gaat die eraan. Als ik een prachtige kluif zie waar heerlijk klaargemaakt vlees aan hangt, gaat die eraan. Ik durf daarin te overdrijven. Is dat een zonde? Eigenlijk wel. Ik probeer mijn lijf wel min of meer in conditie te houden, maar dat wordt met de jaren moeilijker.”

Je bent nog niet zo lang terug uit Litouwen, waar je gedecoreerd werd voor je boek over het land. Alles wat je aanraakt, lijkt wel in goud te veranderen. Van een zwart gat na je verplichte pensionering in 2017 is er geen sprake.

“In het begin, vlak nadat ik met pensioen moest, was ik nochtans niet overdreven gelukkig. Want ik deed zeer graag wat ik deed, op radio en televisie. Nu, bijna zeven jaar later, weet ik: ik mis niks. Integendeel. Ik zou het leven dat ik nu leid echt niet meer willen inruilen. Ik vind het schrijven zo onvoorstelbaar leuk, al wil ik het contact met het publiek wel nog behouden. Het enige dat ik mis is lesgeven aan het conservatorium. In ieder geval ben ik nooit gestopt met werken, en heb dus ook geen last gehad van een zwart gat. In plaats van thuis te vegeteren, heb ik een nieuwe passie gevonden. Vier jaar lang heb ik aan een boek over de Litouwse schilder/schrijver Ciurlionis gewerkt, waarvoor ik dus net die prijs kreeg voor ‘verdiensten aan het Litouwse volk’. Dat was uiteraard niet het plan, maar het was wel een gigantische eer. Ik heb mijn liefde voor Litouwen pas ontdekt na mijn pensionering. De geschiedenis van dat land, de schoonheid van Vilnius, de kunst, de bevolking, de culturele schatten, de muziek. Een waanzinnig interessant land is het.”

Mag ik stellen dat je nog bijzonder ambitieus bent?

“Nee, dit is geen ambitie, dit is iets met plezier doen. Ik heb in mijn carrière het geluk gehad om van heel veel te mogen proeven: televisie, radio, series, podia. Ik schrijf nu boeken. Ik ben een zondagskind en daar ben ik zeer dankbaar voor. Ik besef heel goed dat ik een gelukzak ben. Maar ambitie? Dan zou ik me beter moeten organiseren. Ik zou eerder zeggen dat het me allemaal overkomt. Ik ben er nooit op uit geweest om voor televisie te werken, maar in 1980 werd het me gevraagd. Later vroeg men me of ik radio wilde maken. Ik heb zelf nooit initiatieven genomen, ik heb nooit auditie gedaan, ik heb nooit achter mijn ambities aangelopen. En dat overkomt me nu nog. Ik schrijf boeken omdat ik het graag doe. En ik krijg daar toevallig veel lof en erkenning voor.”

Zou iemand je nog kunnen overtuigen om opnieuw voor een tv-zender aan de slag te gaan?

“Als er morgen een producer naar me komt met het voorstel om samen met een cameraman naar Roemenië te trekken om een reisprogramma in te blikken, dan zou ik misschien nog twijfelen. Voor de rest: nee.”

Je bent 71 en nog bijzonder actief. Ben je ergens bang dat het eindigt?

“Ik aanvaard het leven zoals het komt. Ik heb daar toch niks aan te zeggen. Ik kan alleen maar proberen mijn lijf in goede orde te houden. Maar ik ben een overlever. Ik heb kanker gehad, ik heb tbc gehad. Ik overleef veel. Maar je verzetten tegen ouder worden, heeft geen zin.”

‘Oostende in de belle époque’ ligt sinds november in de boekhandel en is inmiddels in vierde druk. Op zondag 31 maart staat Kursaal Oostende nog eenmaal in het teken van Ensor. Meer info op kursaaloostende.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier