Otto-Jan Ham trekt straks weer met Jani naar Sifnos voor ‘Viva La Feta’: “Ik kijk er enorm naar uit. De inwoners kennen ons inmiddels en ik vind het heel leuk om hen terug te zien.” (foto Sebastiaan Bedaux)

Otto-Jan Ham: “Het piekeren zal nooit verdwijnen, vrees ik”

Met een eigen laatavondshow op VRT 1 (waarvan seizoen 2 morgenavond op gang wordt getrapt), een geliefd tv-programma op Play4 (waarvan seizoen 3 binnenkort wordt opgenomen) en een succesvolle band (die net een nieuw album opnam), heeft Otto-Jan Ham het goed voor elkaar. “Ik sta sinds kort wel wat meer stil bij al die successen, maar ik zal altijd een piekeraar blijven.”

Door de band genomen ben ik niet iemand die idolen koestert, maar als ik naar Otto-Jan Ham kijk, ga ik toch twijfelen. Dit is wel de man die de wereld de uitmuntende documentaire Hi my Name is Jonny Polonsky schonk, die de Vlaming liet kennismaken met het Griekse eiland Sifnos, die tussendoor nog eventjes een rockheld werd én tegenwoordig een eigen laatavondtalkshow op VRT 1 in goede banen leidt. Tegelijkertijd is Otto-Jan een sterveling van vlees en bloed, geteisterd door onzekerheden, onrust en een vleugje hulpeloosheid. Het is een charmante combinatie. “Voor iemand die chronisch onzeker is, is mijn beroep geen sinecure. Want ik leg telkens mijn hoofd op het kapblok. Maar ik kan tegenwoordig wel beter met de kritiek om. Ik heb de laatste jaren toch wat meer rust gevonden.”

Hoe breng jij je zondagen het liefst door?

“Mijn ideale zondag verloopt rustig. Een wezenlijk onderdeel van de dag is de radioverslaggeving van de voetbalwedstrijd van PSV. Maar ook een goede wielerwedstrijd kan me bekoren. Het gebeurt nog zelden dat ik de tijd vind om ervoor te gaan zitten; daarvoor eisen mijn kinderen me te veel op. Maar op een ideale zondag is daar dus wel tijd voor. Het is in theorie de perfecte dag voor wat huiselijkheid. Op zaterdag wil ik gerust gaan skydiven in een ver buitenland, maar de zondag is niet geschikt voor avontuur.”

Met wie zou jij graag een zondag doorbrengen?

“Goh, ik zou wel eens aanwezig willen zijn bij een opnamesessie van een goede oudesokkenband als Wilco. Ik ben graag in het gezelschap van mensen naar wie ik opkijk, en ik kijk naar veel mensen op. Ik ben een heel groot bewonderaar van muzikanten en songschrijvers. Ik kan me laven aan hun talent. Dus een zondagmiddag naast Eefje de Visser terwijl ze repeteert, lijkt me heerlijk.”

Waar bezondig jij je aan?

“De jaren van de grote zondes liggen achter me, maar ik was ooit wel de koning van het zondigen. Nu tref je me in een vrij gezonde periode. Luiheid blijft wel een klassieker. Ik kan mijn tijd enorm goed ‘verschijten’ en ik kan me daar geweldig over frustreren. Ik kan me soms op het einde van een dag afvragen wat ik die dag gedaan heb. En dan voel ik me daar slecht over.”

Nieuw album

“Voor iemand die graag af en toe lui is, is het al een bijzonder druk jaar geweest. Met mijn band Hairbaby hebben we namelijk net een nieuwe plaat opgenomen, die we nu aan het mixen zijn. We waren van plan om in de zomer de eerste single uit te brengen en begin volgend jaar het volledige album. We spelen dan ook meteen een paar kleinere try-outshows. Dat is verschrikkelijk leuk, al vraag ik me soms wel af of het het allemaal waard is om er zoveel tijd en energie in te steken. Maar het album is nu dus ingeblikt en ik ben er bijzonder blij mee. Vijf jaar geleden had ik nooit gedacht dat dit er nog van zou komen. Ik maak wel al muziek sinds mijn veertiende, maar met Hairbaby worden mijn verwachtingen toch wel overtroffen.”

De komende weken is er voor luiheid in ieder geval geen plaats. Je begint morgen aan een nieuw seizoen van ‘Amai zeg wauw!’.

“En daar kijk ik enorm naar uit. Ik mag dan wel soms lui zijn, ik ga verschrikkelijk graag zo’n drukke periode in. Ik zie die berg nu voor me en denk: hoe moeten we daar in hemelsnaam over? Maar morgen beginnen we aan die klim en voordat je het weet ben je halverwege en intens aan het genieten. Ik ben absoluut niet vies van hard werken, ik kan het alleen mezelf niet zo goed opleggen. Gelukkig moet ik nu wel en heb ik een fantastische redactie om op terug te vallen.”

In seizoen 1 was het nog wat zoeken naar de juiste toon. Hoe wordt dit tweede seizoen?

“Het was toen inderdaad even zoeken, maar uiteindelijk was ik heel tevreden met de richting die het programma uitging. Een paar vinkjes waren voor mij zeer belangrijk: ik wilde er veel muziek in, veel oprechte positiviteit en veel interessante gasten die energie en goesting uitstraalden. Daar zijn we wel in geslaagd, denk ik. Voor het tweede seizoen hebben we meer tijd gehad om het geheel te stroomlijnen. In grote lijnen is er niet veel veranderd: de riemen van de boot zijn nog altijd dezelfde, maar we gaan nu wat efficiënter en sterker proberen te roeien. Van een eerste seizoen mag je niet verwachten dat alles vlekkeloos verloopt. Nu willen we het nog beter maken, en ik heb er het volste vertrouwen in dat dat gaat lukken.”

“Voor iemand die chronisch onzeker is, is mijn beroep geen sinecure”

Je hebt nu een eigen laatavondshow, je hebt een eigen band, je hebt ook nog ‘Viva La Feta’ en ‘De campus cup’. Sta je wel eens stil bij al die successen?

“De laatste tijd steeds meer. Op een bepaald moment in je leven neem je gelukkig wat tijd om te reflecteren. Als de zestienjarige versie van mezelf dit te horen zou krijgen, zou die dat niet geloofd hebben. Toch kan ik nog altijd balen van de kansen die ik laat liggen. Dat piekeren zal nooit verdwijnen, vrees ik, al durf ik tegenwoordig toch al te zeggen: ça va nog. Ik neem stilaan vrede met de mens die ik ben en de fouten die ik maak. Ik weet beter wat ik kan en wat ik niet kan. Vroeger kon ik maar niet geloven dat sommige mensen mij niet lustten. Dat ligt aan hen, dacht ik. Nu weet ik dat het aan mij ligt, dat ik niet mainstream genoeg ben om door iedereen leuk gevonden te worden. Daar berust je dan wat in.”

Na ‘Amai zeg wauw!’ vertrek je weer naar Sifnos voor een nieuw seizoen van ‘Viva La Feta’. Wat mag je daar al over zeggen?

“Dat ik er enorm naar uitkijk. En dat ik het nog altijd een heel mooi programma vind, wat meer te maken heeft met de regie, cameravoering, dat prachtige eiland en de grote Jani Kazaltzis dan met mezelf. Die opnameperiode is altijd behoorlijk pittig: we zitten er lang, weten nooit welke gast we gaan ontvangen en balanceren wekenlang tussen baldadigheid en hyperfocus. Een vermoeiende spagaat. Maar ik kijk er wel enorm naar uit. De inwoners kennen ons inmiddels en ik vind het heel leuk om hen terug te zien.”

‘Amai zeg wauw!’, van maandag tot en met donderdag rond 21.30 uur op VRT 1.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier