Het grootste misverstand over luizen is dat je ze krijgt omdat je vies en onhygiënisch zou zijn. Voor alle duidelijkheid: daar heeft het helemaal niets mee te maken. Hoe je ze wél krijgt en wat je nog moet weten over luizen, sommen wij even voor je op.

1. Hoofdluizen zijn niet selectief

Of je nu een fris gewassen kopje hebt of je hebt je haren al een tijdje niet gewassen: voor de hoofdluis maakt het allemaal niets uit. Die wil gewoon een bos haar om in te schuilen, meer niet. Luizen worden overgedragen door rechtsreeks hoofdcontact. Hoe de haren erbij liggen, kan de beestjes weinig schelen.

De luizen waar je hond of je kat mee geplaagd kunnen worden zullen niet verhuizen naar jouw hoofd. Mensenluizen houden alleen van mensenbloed (want dat is waar deze parasieten van leven), en dat lusten kattenluizen dan weer niet.

Dat komt eenvoudigweg omdat meisjes vaker lange haren hebben dan jongens. En daar houden de luizen van.

Kinderen zijn wel gevoeliger voor luizen en zullen vlugger besmet worden omdat ze nu eenmaal vaker met een besmettingshaard (op school, op de jeugdbeweging…) in contact komen.

Bij tieners is vastgesteld dat het maken van selfies de kans op luizen vergroot. Bij het nemen van de foto worden de hoofden dicht bij elkaar gestoken en zien luizen hun kans om naar een ander hoofdje over te stappen.

6. Hoofdluizen overleven enkel op je hoofd

Luizen hebben voedsel nodig om te overleven. Is een luis in een muts of hoed terechtgekomen, dan zal deze na twee dagen sterven. Luizen zullen daarom nooit overleven in kledij of beddengoed.

7. Luizen uitkammen, werkt prima

Met een speciale kam kun je luizen uit (natte) haren kammen. Ondersteunend kun je ook een speciale shampoo of lotion gebruiken. Heeft er iemand in je gezin luizen, controleer dan ook alle gezinsleden.

Heeft je kind luizen? Wees hierover niet verlegen en licht de school/kinderopvang in. Zo kan een eventuele luizenepidemie tijdig gestopt worden.